Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
1.
hij op of omstreeks 5 februari 2019 te Boekel aan [benadeelde partij 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een (fors) beschadigd hoornvlies en/of een verhoogde kans op netvliesloslating en/of (voor langere tijd) de onmogelijkheid een bril te dragen, heeft toegebracht door haar met zijn vuist in haar gezicht te slaan;
3.
hij op of omstreeks 5 februari 2019 te Boekel [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door hem te slaan en/of te duwen en/of met die [benadeelde partij 2] te worstelen;
1.
3.
op 5 februari 2019 te Boekel [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door hem te slaan en/of met die [benadeelde partij 2] te worstelen;
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 6 februari 2019 met bijlagen (pagina’s 4 – 10), inhoudende de afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van aangever [benadeelde partij 1] ;
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 5 februari 2019 (pagina’s 11 – 12), inhoudende de afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van [aangever] ;
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 5 februari 2019 (pagina’s 13 – 14), inhoudende de afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van aangever [benadeelde partij 2] ;
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 februari 2019 (pagina’s 15 – 16), inhoudende de afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van [getuige 2] ;
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 februari 2019 (pagina’s 17 – 18), inhoudende de afgelegde verklaring - zakelijk weergegeven - van [getuige 1] ;
Een geschrift, te weten een verslag van een consult van [benadeelde partij 1] door [oogarts 1] d.d. 5 februari 2019 (bijlage 2 bij het voegingsformulier van [benadeelde partij 1] )
Een geschrift, te weten een brief van [oogarts 2] d.d. 15 mei 2019 (bijlage 5 bij het voegingsformulier van [benadeelde partij 1] )
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen;
ter beschikking wordt gesteld, met de voorwaardendat de veroordeelde:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- zich gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering, waaronder dat veroordeelde:
- zich gedurende maximaal 24 (vierentwintig) maanden van de looptijd, of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met de reclassering nodig achten, zal laten opnemen in [instelling 2] of soortgelijke instelling met vergelijkbare behandelmogelijkheden en een vergelijkbaar beveiligingsniveau, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die de veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, ook als dat inhoudt de inname van door behandelaren voorgeschreven medicatie;
- meewerkt aan een time out in een FPC, of andere instelling indien de reclassering dat noodzakelijk acht. Deze time-out duurt maximaal 7 weken met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
- indien geïndiceerd, na de klinische behandeling mee zal werken aan een ambulante behandeling, begeleid wonen en/of maatschappelijke opvang, wanneer dit door de reclassering en/of behandelaars nodig wordt bevonden. Veroordeelde werkt mee aan de betreffende indicatiestelling en plaatsing. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels, het dagprogramma en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor behandeling, ook als dat inhoudt de inname van voorgeschreven medicatie;
- geen verdovende middelen en/of alcohol gebruikt en meewerkt aan controle in verband met middelen- en alcoholgebruik met een frequentie die [instelling 2] , of soortgelijke instelling, en de reclassering passend vinden. Deze reclassering bepaalt welke controlemiddelen daarvoor geschikt zijn. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest);
- meewerkt aan het aflossen van schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland zal begeven, tenzij dit wordt toegestaan door de reclassering, die hierover overlegt met het Openbaar Ministerie;
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Vordering van de [benadeelde partij 1]
€ 1.367,12 (duizend driehonderdzevenenzestig euro en twaalf cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2019 tot aan de dag der voldoening;
Vordering van de [benadeelde partij 2]
€ 710,19 (zevenhonderdtien euro en negentien cent) bestaande uit € 210,19 (tweehonderdtien euro en negentien cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2019 voor de immateriële schade en vanaf 3 juli 2019 voor de materiële schade tot aan de dag der voldoening;