Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[de pleegouders],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
primair: het verzoek van de GI ten aanzien van de verzochte machtiging uithuisplaatsing af te wijzen als zijnde ongegrond althans onbewezen;
subsidiair: de uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van negen maanden, althans voor de duur die het hof juist acht;
meer subsidiair: een nader onderzoek te gelasten op grond van artikel 810a Rv door het NIFP, althans een instelling die het hof juist acht.
- de moeder, bijgestaan door mr. Keller;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] .
- de moeder, bijgestaan door mr. Keller;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] ;
- de pleegouders;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij de rechtbank van 10 juli 2020;
- het V-formulier met aanvulling verzoek en bijlagen van de advocaat van de moeder van 12 januari 2021;
- de brief van de pleegouders van 17 mei 2021 waarin zij hun adreswijziging doorgeven;
- de brieven van de raad van 14 december 2020 en 20 januari 2021;
- de brieven met bijlagen van de GI van 25 januari 2021 en 8 juni 2021.
3.De beoordeling
[minderjarige]), op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats]
dezeprocedure in hoger beroep niet (meer) tot een andere beslissing van de zaak leiden. Mogelijk vindt er binnen afzienbare termijn bij de rechtbank een nieuwe procedure plaats met betrekking tot het ouderlijk gezag van de moeder, nu de GI daartoe al bij de raad om een onderzoek heeft gevraagd. Het hof kan zich indenken dat de moeder dan alsnog de rechter zal verzoeken om een 810a Rv onderzoek.