ECLI:NL:GHSHE:2021:2069

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 juli 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
000505-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis in drugszaken

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die wordt verdacht van betrokkenheid bij de productie en handel in synthetische drugs, alsook het medeplegen van export hiervan. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had op 1 juni 2021 het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen. Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 1 juli 2021 de zaak behandeld in raadkamer.

Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord. Uit het dossier blijkt dat er nog steeds voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, vooral met betrekking tot de export van grote hoeveelheden drugs. Het hof oordeelt dat de rechtsorde ernstig is geschokt door de verweten feiten, die een gevangenisstraf van 12 jaar of meer met zich mee kunnen brengen. De verdediging heeft aangevoerd dat de geschokte rechtsorde inmiddels is verminderd, maar het hof is van mening dat de internationale opvattingen over drugshandel strenger zijn dan in Nederland en dat het onacceptabel zou zijn als de verdachte zijn berechting in vrijheid zou mogen afwachten.

Het hof concludeert dat er nog steeds gevaar voor herhaling bestaat, gezien de aard en ernst van de verweten gedragingen. De verdachte lijkt zich enkel te laten leiden door persoonlijk gewin, wat de kans op herhaling vergroot. Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd die het belang van de samenleving zouden doen wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en wijst het hoger beroep en het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 juni 2021, waarbij namens:

[naam]

geboren [datum] te [plaats]
wonende te [adres]
thans verblijvende in de [detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 juni 2021, bij welke beslissing het verzoek tot opheffing van de aan [verdachte] opgelegde voorlopige hechtenis werd afgewezen.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.C.W. Wingens.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten betrokkenheid bij de productie van en handel in synthetische drugs waarbij ook sprake zou zijn van medeplegen van export.
Naar het oordeel van het hof bevat het dossier nog steeds voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten.
Hetgeen verdachte wordt verweten, meer in het bijzonder het medeplegen van export, is een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt. Namens verdachte is aangevoerd dat de geschokte rechtsorde inmiddels zodanig is verdampt dat deze niet meer als zelfstandige dragende grond kan dienen voor het voortzetten van de voorlopige hechtenis.
Het hof denkt daar anders over. Bij export van drugs naar het buitenland is de vraag aan de orde of de samenleving, ook die in de landen waarheen geëxporteerd zou zijn, begrijpt en accepteert dat degene die van die export verdacht wordt, zijn berechting in vrijheid zou mogen afwachten. Naar het oordeel van het hof zijn de opvattingen in het buitenland over de internationale handel in harddrugs bepaald strenger dan velen in ons land vinden. Naar het oordeel van het hof, wordt ook in het buitenland, niet begrepen en het zou ook niet geaccepteerd worden wanneer de verdachte die gedurende lange tijd grote hoeveelheden drugs exporteert zijn berechting in vrijheid zou mogen afwachten. Dat zou, ook in het buitenland, tot maatschappelijke onrust kunnen leiden.
Het hof is voorts van oordeel dat er nog steeds gevaar voor herhaling is. Het hof leidt dat af uit de aard, de ernst en de duur van de aan verdachte verweten gedragingen waaruit blijkt van een mentaliteit waarbij weinig of geen ruimte bestaat voor de belangen van derden zoals de gezondheid van mogelijke gebruikers. Verdachte heeft zich kennelijk alleen laten leiden door persoonlijk geldelijk gewin. Dat doet ernstig vrezen voor herhaling.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Schorsing van de voorlopige hechtenis bij een verwijt van een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt is volgens vaste rechtspraak van dit hof in beginsel slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Dergelijke omstandigheden zijn niet aangevoerd noch is het hof anderszins van het bestaan ervan gebleken. Het rapport van de reclassering van [datum] , in welke rapport een schorsing van de voorlopige hechtenis wordt geadviseerd, maakt dat niet anders.

Het hof wijst af het verzoek.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beslissing waarvan beroep.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op 1 juli 2021
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. G.P.M.F. Mols en mr. A.C. van der Schans, raadsheren, in tegenwoordigheid van B. Yazi, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 1 juli 2021
Gezien d.d.
De directeur van de [detentieplaats]