In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.W. de Rijk, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De procedure in eerste aanleg was gestart op 2 september 2020. De appellant had een akte niet-dienen van grieven ontvangen omdat hij niet tijdig had ingediend. De appellant stelde dat de memorie van grieven op 16 april 2021 was verzonden, maar door een fout bij PostNL niet op tijd was bezorgd. Het hof oordeelde dat de rolbeslissing van 20 april 2021, waarbij de akte niet-dienen was verleend, correct was en dat de appellant niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het hoger beroep. Het hof benadrukte dat de keuze voor aangetekende verzending kort voor de roldatum voor rekening en risico van de appellant kwam. De appellant werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die op € 2.071,-- aan griffierecht en € 557,-- aan salaris advocaat werden begroot.