ECLI:NL:GHSHE:2021:2062

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
6 juli 2021
Zaaknummer
200.287.859_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest in hoger beroep kort geding inzake verzoek tot verbetering en aanvulling van eerder arrest

In deze zaak, die diende bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een herstelarrest naar aanleiding van verzoeken tot verbetering en aanvulling van een eerder arrest van 15 juni 2021. De appellante, Stichting Woonbedrijf SWS.HHVL, handelend onder de naam Woonbedrijf, heeft een verzoek ingediend om een kennelijke vergissing in het arrest te herstellen. Woonbedrijf stelt dat het arrest onjuist vermeldt dat de vorderingen in hoger beroep tegen [geïntimeerde 2] zijn ingesteld, terwijl deze tegen de bewindvoerder zijn gericht. De advocaat van Woonbedrijf, mr. B. Poort, heeft dit verzoek op 17 juni 2021 ingediend.

De advocaat van de geïntimeerde, mr. R. Janssen, heeft in een reactie op 28 juni 2021 aangegeven dat het hof zich niet vergist heeft, omdat in de conclusie van Woonbedrijf alleen [geïntimeerde 2] wordt genoemd en niet de bewindvoerder. Het hof heeft vervolgens de verzoeken tot verbetering en aanvulling beoordeeld. Het hof concludeert dat het arrest van 15 juni 2021 geen kennelijke vergissing bevat die herstel behoeft op basis van artikel 31 Rv. Ook is de beslissing tot niet-ontvankelijkverklaring van Woonbedrijf in haar hoger beroep niet aan te passen of aan te vullen op basis van artikel 32 Rv.

Daarnaast heeft mr. Poort geklaagd over het niet honoreren van een verzoek om aanhouding vanwege onderhandelingen. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende aanleiding was voor verdere aanhouding van de uitspraak, aangezien de zaak in staat van wijzen was. Uiteindelijk heeft het hof de verzoeken tot verbetering en aanvulling van het eerdere arrest afgewezen. Dit arrest is uitgesproken op 6 juli 2021 door de rechters P.W.A. van Geloven, C.B.M. Scholten van Aschat en B.A. Meulenbroek.

Uitspraak

GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.287.859/01
arrest van 6 juli 2021 naar aanleiding van verzoeken tot VERBETERING in de zin van artikel 31 Rv en/of AANVULLING in de zin van artikel 32 Rv van het arrest, gewezen op 15 juni 2021
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch aanhangig is geweest tussen
Stichting Woonbedrijf SWS.HHVL,
handelend onder de naam Woonbedrijf,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
verder: Woonbedrijf,
advocaat mr. B. Poort te Eindhoven,
tegen:
Libra Bewind B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
verder: de bewindvoerder respectievelijk [geïntimeerde 2] ,
advocaat mr. R. Janssen te Helmond,

1.Het arrest in dit geding

Verzoek tot verbetering/aanvulling
Bij brief van 17 juni 2021 heeft mr. Poort namens Woonbedrijf aan (de griffier van) het hof bericht dat het arrest van 15 juni 2021 een kennelijke vergissing bevat omdat Woonbedrijf haar vorderingen in hoger beroep tegen de bewindvoerder heeft ingesteld en niet tegen [geïntimeerde 2] , zoals in het arrest is vermeld. Mr. Poort verzoekt herstel van deze vergissing dan wel aanpassing/aanvulling van het arrest ter zake de ontvankelijkheid.
Reactie van de bewindvoerder
Bij brief van 28 juni 2021 heeft mr. Janssen namens de bewindvoerder laten weten dat het hof zich in het arrest niet kennelijk heeft vergist aangezien in de conclusie van Woonbedrijf tot toewijzing van haar vorderingen alleen [geïntimeerde 2] wordt genoemd en niet de bewindvoerder in haar hoedanigheid.
De beoordeling van het verzoek tot verbetering/aanvulling
Het arrest van 15 juni 2021 bevat geen kennelijke vergissing die zich op de voet van artikel 31 Rv leent voor eenvoudig herstel. De beslissing in het arrest tot niet-ontvankelijkverklaring van Woonbedrijf in haar hoger beroep is geen beslissing die op de voet van artikel 32 Rv kan worden aangevuld of aangepast.
Verzoek aanhouding
Mr. Poort beklaagt zich er nog over dat een verzoek om aanhouding vanwege onderhandelingen door het hof niet is gehonoreerd. Mr. Janssen beaamt dat partijen in onderhandeling zijn.
Deze zaak betreft een kort geding dat in staat van wijzen was. Voor verdere aanhouding van de uitspraak bestond onvoldoende aanleiding.

2.De beslissing

Het hof:
wijst de verzoeken tot verbetering/aanvulling van het arrest van 15 juni 2021 af.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.W.A. van Geloven, C.B.M. Scholten van Aschat en B.A. Meulenbroek en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 6 juli 2021.
griffier rolraadshe