Uitspraak
5.Het verdere verloop van het geding
6.De verdere beoordeling
- dat partijen voor de werkzaamheden die [geïntimeerde] heeft uitgevoerd een
- voor welke van de door [geïntimeerde] gefactureerde werkzaamheden deze regeling ertoe leidt dat zij hem geen betaling is verschuldigd;
en [partner geïntimeerde]]
zouden bepaalde werkzaamheden doen, inclusief het vertalen. Alles was verder toen al kant en klaar. Zij hoefden de teksten alleen in de website te zetten. De afspraak was dat zij 10 cent per gebelde minuut zouden ontvangen. Dit was wat ik no cure no pay noemde. Een gemiddelde medium kan bijvoorbeeld 3000 minuten in de maand draaien. Ik heb telefoongesprekken gevoerd met [geïntimeerde] en [partner geïntimeerde] . In die gesprekken hebben wij de no cure no pay afspraak gemaakt. Ik ken [geïntimeerde] al heel lang. Ik kijk in mijn mails en ik zie dat die telefoongesprekken eind 2016 hebben plaatsgevonden. Het was even geleden. Wij hebben in die gesprekken besproken dat [geïntimeerde] en [partner geïntimeerde] de teksten die al klaar waren, in de website moesten zetten. (…)
- het hof gaat ervan uit dat de gefactureerde werkzaamheden zijn opgedragen, uitgevoerd en, op de erkende post van € 10,= na, niet zijn betaald (r.o. 3.8);
- het hof gaat voorbij aan de opmerking van [appellante] dat zij eraan twijfelt of de
no cure no pay-regeling zijn overgekomen (r.o. 3.12).
no cure no pay-regeling zijn overgekomen. Alleen de verklaring van partijgetuige [appellante] houdt in dat partijen eind 2016 - ook - voor de werkzaamheden van [geïntimeerde] een vergoeding naar rato van gebelde minuten zou gelden. Deze verklaring staat op zichzelf. De verklaring van getuige [derde] is te globaal om aan het bewijs bij te dragen, terwijl de getuigenverklaringen van [geïntimeerde] en [partner geïntimeerde] erop neerkomen dat voor de gefactureerde werkzaamheden niets anders dan het uurtarief van € 40,- is afgesproken.
no cure no pay-regeling vooralsnog niet had geleverd (r.o. 3.12). Dat is na het horen van de getuigen niet anders geworden. Bescheiden die als aanvullend bewijs zouden kunnen dienen zijn niet in het geding gebracht.
no cure no pay-regeling op de gefactureerde werkzaamheden van [geïntimeerde] . Nu de gestelde regeling bij het eerste onderdeel van de bewijsopdracht niet is bewezen, komt de toepassing ervan niet aan de orde zodat het tweede onderdeel van de bewijsopdracht geen bespreking behoeft.
no cure no pay-regeling, op de mate waarin volgens [appellante] de gefactureerde werkzaamheden onder die regeling vielen en op de mate waarin volgens haar de werkzaamheden die niet onder die regeling vielen de gefactureerde bedragen rechtvaardigen.
no cure no pay-regeling zou bewijzen. Daarin is [appellante] , zoals hiervoor uiteengezet, niet geslaagd. Dit betekent dat de hoofdsom (op de erkende betaling van € 10,- na) toewijsbaar is. De verweren van [appellante] daartegen zoals opgenomen in haar memorie na enquête zijn ofwel niet relevant vanwege de beslissingen in het tussenarrest ofwel tardief omdat voor dergelijke nadere verweren na de memorie van grieven geen plaats is. Het gevolg is dat de eerste zes grieven van [appellante] die op de hoofdsom betrekking hebben, worden verworpen.