ECLI:NL:GHSHE:2021:2031
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verlenging van de gevangenhouding en opheffing van voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering tot verlenging van de gevangenhouding van de verdachte. De advocaat-generaal had gevorderd de gevangenhouding met 120 dagen te verlengen. Het hof heeft de vordering afgewezen en de voorlopige hechtenis opgeheven. De verdachte was lange tijd geschorst geweest en het hof oordeelde dat er geen sprake meer was van een geschokte rechtsorde of gevaar voor herhaling. De voorlopige hechtenis zou in feite neerkomen op de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf, wat niet de bedoeling is van voorlopige hechtenis. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal afgewezen en de voorlopige hechtenis opgeheven, waarbij het hof heeft overwogen dat de verdachte gedurende de schorsing niet in aanraking is gekomen met politie of justitie. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee raadsheren, met inachtneming van de griffier.