Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/352650 / HA ZA 18-812)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord;
3.De beoordeling
“Mij stond bij dat [partner van de zoon] (toevoeging hof: [partner van de zoon] ) hier niet meer als begunstigde op stond en [de zoon] dit had laten wijzigen. Ik kan niet meer bij het dossier kan jij nog eens kijken. Graag rechtstreeks aan [naam 1] / [naam 2] mailen i.v.m. mijn vakantie”,en het antwoord van [naam medewerker 1] aan [assurantietussenpersoon] van 30 november 2016 met (onder meer) de volgende inhoud:
“Zojuist navraag gedaan bij [naam medewerker 2] van Cardif en op beide polissen is de standaardbegunstiging van toepassing (…)”;
“Zoals besproken hier bij mijn twee anekdotes met [de zoon] . Toen ik in zij huis was voor de aanleg voor zijn nieuwe cv installatie kwam zijn relaties ter spraken met [partner van de zoon] en [naam 3] . Hij vertelde dat hij met [partner van de zoon] een relatie zo als in een hetero huwelijk had. Maar deze nu een vrouw en een kind had. En het met [naam 3] niks zou worden. En van het eennaar het ander. Zij hij dat hij alleen zijn vader had en mocht hem iets overkomen deze alles zou erven ook gezien de verantwoording maar de zaak want daar werkte ook zijn vrienden. De tweede maal dat dit ter spraken kwam was in de auto toe wij naar de zaak reden van af België dit ging nog al erg hard. (…) Ik zij ik denk dat je vader het ook wel op prijs steld dat we heel aankomen gezien zijn belangen (de geldlening die [de zoon] had van zijn vader) buiten dat hij denk je ook niet wil missen. Hij antwoordde wederom lachend ben goed verzekerd heeft hij het in eens”;