9.1.3Bij het tussenarrest van 2 juni 2020 heeft het hof daarom de navolgende vragen voor de deskundige voorgesteld:
1. Kunt u gemotiveerd aangeven of en in hoeverre [geïntimeerde] met de facturen a., c. en e. tot en met k. (ook) werk in rekening heeft gebracht dat ter herstel van eerder ondeugdelijk uitgevoerd werk is verricht?
2. Kunt u gemotiveerd aangeven of en in hoeverre [geïntimeerde] met haar reactie op de op 24 november 2011 gegeven bijzondere opdracht (zie rov. 6.14.7.2) heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mocht worden verwacht?
(Daarbij dient u te bedenken dat op 24 augustus 2011 en 7 september 2011 al de eerste en tweede wateroverlast waren ondervonden en dienaangaande reeds enig werk was uitgevoerd. Daarbij mag u niet uitgaan van hetgeen nadien is gebleken, maar dient u uit te gaan van hetgeen toen bekend was of redelijkerwijs kon worden vermoed of verondersteld).
3. Als naar uw mening van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot een andere reactie op de bijzondere opdracht van 24 november 2011 had mogen worden verwacht, kunt u dan ook gemotiveerd aangeven:
a. welke reactie een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot naar uw mening zou hebben gegeven?
b. welk werk (met bijlevering van daarvoor benodigde materialen) een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot naar uw mening tot stand zou hebben gebracht en tegen welke door de opdrachtgever te betalen prijs?
c. of en in hoeverre het door een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te geven advies en/of uit te voeren werk de op 14 juli 2012 en 29 augustus 2012 voor de derde en/of vierde maal ondervonden wateroverlast zou hebben voorkomen?
4. Wat acht u verder van belang om op te merken?