In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte werd beschuldigd van opruiing, omdat hij via Facebook een oproep had gedaan om een coronatestlocatie in brand te steken. Het hof oordeelde dat de verdachte anderen had aangezet tot het plegen van een strafbaar feit, wat in het licht van de coronapandemie als bijzonder ernstig werd beschouwd. De verdachte werd eerder door de politierechter veroordeeld tot een geldboete, maar het hof vernietigde dit vonnis en legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand op, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis. Het hof benadrukte de ernst van de opruiing, vooral gezien de maatschappelijke onrust rondom de coronamaatregelen en de risico's die dergelijke oproepen met zich meebrengen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde.