Conform het advies van de raad ter mondelinge behandeling zal het hof een tijdspad bepalen gedurende welke periode door het hof aan de ouders het vertrouwen wordt gegeven om zelfstandig, zonder hulpverlening, het contactherstel tussen de vader en [minderjarige] te regelen. Het hof acht het van belang dat de vader binnen twee weken na de onderhavige beschikking begint met het versturen van kaartjes aan [minderjarige], waarbij het hof het wenselijk acht dat de vader elke veertien dagen een kaartje aan [minderjarige] stuurt. De vader doet er verstandig aan om bij het schrijven van de kaartjes hulp in te schakelen.
De moeder dient de vader, conform de bestreden beschikking, eenmaal per maand te blijven informeren over [minderjarige] en daarbij meer de nadruk te leggen op de interesses van [minderjarige], zodat de vader in de kaartjes kan aansluiten bij wat [minderjarige] bezig houdt.
Vervolgens dient er, medio september 2021, tussen de vader en de moeder te worden afgesproken wanneer de vader bij de moeder thuis langskomt om een cadeautje voor [minderjarige] af te geven. De moeder kan wellicht de vader helpen bij de keuze van dit cadeautje, zodat dit aansluit bij hetgeen [minderjarige] leuk vindt.
Het hof gaat er dan vanuit dat de moeder, in de aanloop naar dit moment, [minderjarige] in de gelegenheid stelt om een neutraal vaderbeeld te vormen en haar voorbereidt op dat contact.
Daarna dienen de moeder en de vader (al dan niet bijgestaan door een hulpverlener), afhankelijk van hoe een en ander verloopt en op welke manier [minderjarige] reageert, gezamenlijk te bekijken op welke manier er, medio oktober 2021, vorm kan worden gegeven aan de verdere kennismaking tussen de vader en [minderjarige].