In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 januari 2021 uitspraak gedaan in een incident dat was ingesteld door [appellante] tegen de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een serviceflat. Het incident was gebaseerd op artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waarin [appellante] verzocht om inzage in de volledige financiële administratie van de VvE. Dit verzoek was gedaan in het kader van een hoger beroep tegen een eerder vonnis van de kantonrechter, waarin [appellante] was veroordeeld tot betaling van achterstallige VvE-bijdragen. Het hof overwoog dat [appellante] haar rechtmatig belang bij de gevraagde inzage onvoldoende had onderbouwd. De enkele verwijzing naar andere procedures van andere VvE-leden werd als onvoldoende beschouwd. Het hof concludeerde dat de gevraagde stukken niet voldoende bepaald waren en dat er geen aanleiding was om de VvE te verplichten deze te overleggen. De incidentele vordering werd dan ook afgewezen. De beslissing over de proceskosten in het incident werd aangehouden tot de einduitspraak in de hoofdzaak, die op 9 maart 2021 zou plaatsvinden.