Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [de moeder] , zonder bekende woon- of verblijfplaats, hierna: de moeder;
- Stichting Jeugdbescherming Brabant, vestiging [vestiging] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- mr. Putmans-de Kok, namens de vader;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de pleegouders.
3.De beoordeling
[minderjarige]), op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] .
- [minderjarige] staat sinds 20 augustus 2018 onder toezicht van de GI;
- sinds 9 november 2018 is [minderjarige] uit huis geplaatst, aanvankelijk op basis van een spoedmachtiging;
- omstreeks april 2019 is de moeder dakloos geraakt;
- in mei 2019 heeft de GI het opvoedbesluit genomen dat [minderjarige] niet meer bij de moeder opgroeit;
- sinds 18 juni 2019 verblijft [minderjarige] in het huidige perspectiefbiedende pleeggezin van de familie [de pleegouders] ;
- op 3 december 2019 kreeg de vader (de moeder had het van rechtswege al) het gezag over [minderjarige] ;
- de vader heeft eenmaal per twee weken anderhalf uur contact met [minderjarige] in het pleeggezin.