Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- het proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] , d.d. 13 januari 2013 en de bijlage weggenomen goederen, pagina’s 8-13;
- een proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA-sporen d.d. 18 december 2013, pagina’s 22-23;
- een schriftelijk bescheid, te weten het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 23 oktober 2013, zaaknummer 2013.10.14.027, opgemaakt door de NFI-deskundige ing. S. Redeker, pagina’s 24-26;
- een proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 12 januari 2013, pagina’s 33-46;
- de bekennende verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 27 mei 2014.
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 7 maart 2013, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] van 2 maart 2013 en de bijlage weggenomen goederen, pagina’s 11-15;
- een proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 28 maart 2013, pagina’s 17-25;
- een proces-verbaal dactyloscopische identificatie d.d. 15 april 2013, pagina’s 31-32;
- een proces-verbaal dactyloscopische identificatie d.d. 15 april 2013, pagina’s 35-36;
- een proces-verbaal dactyloscopische identificatie d.d. 15 mei 2013, pagina’s 39-40;
- een proces-verbaal dactyloscopische identificatie d.d. 15 mei 2013, pagina’s 43-44;
- schriftelijke bescheiden, te weten rapporten van dactyloscopisch sporenonderzoek, pagina’s 33-34, 37-38, 41-42 en 45-46;
- de bekennende verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 27 mei 2014.
- de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de mate waarin de bewezenverklaarde feiten hebben geleid tot schade;
- de omstandigheid dat verdachte kennelijk slechts heeft gehandeld met het oog op persoonlijk financieel gewin.
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 25 maart 2021, waaruit blijkt dat hij ten tijde van het plegen van de bewezenverklaarde feiten niet eerder was veroordeeld en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is;
- de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.