Uitspraak
Arrest van de economische kamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
geldboetevan
€ 230,00 (tweehonderddertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 6 juni 2018. De verdachte, geboren in 1946 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in hoger beroep gekomen tegen het vonnis van de economische politierechter. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een geldboete van € 230,00, subsidiair 4 dagen hechtenis.
Het hof heeft vastgesteld dat de economische politierechter niet heeft voldaan aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering, waardoor het vonnis werd vernietigd. De verdachte was ten laste gelegd dat hij op 30 augustus 2016 in Venlo afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht had opgeslagen, wat in strijd is met de Wet milieubeheer. Het hof achtte het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten.
Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte had afval op straat geplaatst en had verklaard dat hij het niet zou opruimen. Het hof oordeelde dat een geldboete van € 230,00, subsidiair 4 dagen hechtenis, een passende straf was. Tevens constateerde het hof een schending van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak, maar oordeelde dat dit geen invloed had op de op te leggen straf. De eerder uitgevaardigde strafbeschikking werd vernietigd.