Uitspraak
,
5.De beschikking van 18 juni 2020
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
7.De verdere beoordeling
8.De beslissing
PRO FORMA 3 december 2021;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die op 10 juni 2021 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige zoon, geboren in 2013. De vader, hierna te noemen 'de man', heeft al sinds 2015 geprobeerd contact te krijgen met zijn zoon, maar de Raad voor de Kinderbescherming heeft in een rapport geconcludeerd dat er momenteel geen mogelijkheden zijn voor contactherstel. De grootste belemmering voor contact is het psychische welbevinden van de moeder, die angst ervaart bij confrontatie met de vader. Het hof heeft de Raad opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor contact en heeft geadviseerd dat de man jaarlijks een kaartje of klein cadeautje naar zijn zoon stuurt.
De man is teleurgesteld in het rapport van de Raad en verzoekt het hof om de moeder te verplichten hem maandelijks te informeren over het welzijn van hun zoon. De moeder en haar partner, hierna te noemen '[partner moeder]', zijn van mening dat het negatieve beeld dat de zoon van zijn vader heeft, mede door de vader zelf is ontstaan. Het hof overweegt dat, hoewel de moeder en [partner moeder] momenteel het ouderlijk gezag hebben, het van belang is dat er gewerkt wordt aan contactherstel tussen de man en zijn zoon. Het hof verwijst de ouders naar De Combinatie Jeugdzorg voor hulpverlening en omgangsbegeleiding, waarbij de voortgang van het traject gemonitord zal worden.
De beslissing van het hof houdt in dat de ouders zich binnen vier weken na de beschikking moeten melden bij De Combinatie Jeugdzorg. Het hof houdt zich voor wat betreft de beoordeling van de nog voorliggende verzoeken alle rechten voor en zal de zaak aanhouden tot verdere behandeling door de meervoudige kamer.