Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- ‘overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor zodanig lichamelijk letsel wordt toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat, terwijl degene die schuldig is aan dit feit, verkeerde in de toestand bedoeld in artikel 8, tweede lid van deze wet’ (feit 1 primair),
- ‘overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ (feit 2) en
- ‘overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ (feit 3),
de verdachte strafbaar verklaard en hem ter zake van de bewezenverklaarde feiten 1 en 2 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden alsmede een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 jaren en voorts ter zake van het bewezenverklaarde feit 3 (een overtreding) veroordeeld tot hechtenis voor de duur van 2 weken.
Na het ongeval heeft de verdachte, die zich aanvankelijk op het standpunt stelde dat hij niet had gereden, meegewerkt aan een voorlopig ademonderzoek. Dat onderzoek wees op het gebruik van te veel alcoholhoudende drank. In het ziekenhuis heeft de verdachte vervolgens geweigerd gevolg te geven aan een bevel zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) jaren;
geldboetevan
€ 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis;