Uitspraak
18.De beschikking d.d. 17 december 2020
19.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
,hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep inzake een zorgregeling voor een minderjarige, geboren in 2008. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de zorgregeling die door de rechtbank was vastgesteld, aangevochten. De vader, verweerder in hoger beroep, is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, hoewel hij behoorlijk was opgeroepen. De bijzondere curator heeft een eindrapport uitgebracht waarin wordt gesteld dat de bemoeienis van de zorginstantie met de minderjarige nog ongeveer anderhalf jaar zal duren. De moeder heeft aangegeven dat de zorgregeling veel onrust heeft veroorzaakt en dat het goed gaat met de minderjarige bij de zorginstantie.
Het hof heeft vastgesteld dat er sinds de laatste tussenbeschikking van 17 december 2020 belangrijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. Beide ouders hebben blijk gegeven van bereidheid om samen te werken aan de ondersteuning van de minderjarige. De vader heeft zich ingespannen om het belang van de minderjarige voorop te stellen, maar het hof concludeert dat er op dit moment geen ruimte is voor contact tussen de minderjarige en de vader. Daarom heeft het hof de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de door de vader verzochte zorg- en contactregeling afgewezen, evenals de verzochte dwangsommen. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.