ECLI:NL:GHSHE:2021:1698
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.F.A.M. Graafland-Verhaegen
- H. van Winkel
- M.I. Peereboom-van Drunick
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag moeder over minderjarige kinderen met risico op verandering in situatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar twee minderjarige kinderen. De moeder, die achter de plaatsing van haar kinderen in een pleeggezin staat, heeft in hoger beroep verzocht om de eerdere beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen, waarin het gezag over de kinderen was beëindigd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verweer gevoerd, waarbij zij de risico's van de situatie van de moeder benadrukte, gezien haar beïnvloedbaarheid en de mogelijkheid dat haar acceptatie van de plaatsing van de kinderen kan veranderen. De kinderen zijn sinds 2016 onder toezicht gesteld en zijn sinds 2018 uit huis geplaatst. Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen zich goed ontwikkelen in het pleeggezin en dat het in hun belang is dat zij daar blijven opgroeien. Het hof heeft geoordeeld dat de beslissing van de rechtbank om het gezag van de moeder te beëindigen in stand moet blijven, omdat er onvoldoende waarborgen zijn dat de moeder in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen op een aanvaardbare manier te dragen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijkheid en stabiliteit voor de kinderen, en de rol van de gecertificeerde instelling als onafhankelijke partij in de besluitvorming over hun verzorging.