ECLI:NL:GHSHE:2021:1674

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 maart 2021
Publicatiedatum
8 juni 2021
Zaaknummer
20-001404-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant inzake diefstal met bedreiging

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 8 juli 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1969 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld. De rechtbank had ook een schadevergoeding van € 1.172,64 toegewezen aan de benadeelde partij, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van schade. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De verdediging heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft het beroep op vrijspraak afgewezen en de voorlopige hechtenis niet geschorst, omdat de belangen van de samenleving zwaarder wogen dan de persoonlijke belangen van de verdachte. Het hof heeft de bewijsvoering verbeterd en enkele bewijsmiddelen aangevuld, maar heeft het vonnis van de rechtbank in stand gehouden.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij een overval op een tankstation op 25 oktober 2019, waarbij hij met een mes de medewerker heeft bedreigd en geld heeft gestolen. De bewijsvoering is gebaseerd op getuigenverklaringen, camerabeelden en historische verkeersgegevens van de verdachte's mobiele telefoon. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij en de opgelegde schadevergoedingsmaatregel bevestigd, evenals de duur van de gijzeling.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001404-20
Uitspraak : 10 maart 2021
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 juli 2020 in de strafzaak met parketnummer 02-013648-20 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in PI Zuid West - De Dordtse Poorten te Dordrecht.
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van voorarrest.
De rechtbank heeft de vordering van [benadeelde partij] ten bedrage van
€ 1.172,64 (bestaande uit een bedrag van € 372,64 aan materiële schade en een bedrag van
€ 800,00 aan immateriële schade) volledig toegewezen. Het toegewezen bedrag is vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2019, zijnde het moment waarop de schade is ontstaan, tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank heeft de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opgelegd en heeft daarbij de duur van de gijzeling op ten hoogste 21 dagen bepaald.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Van de zijde van de verdachte is primair vrijspraak bepleit. De verdediging heeft subsidiair een verzoek ingediend tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop het berust, behalve voor wat betreft de bewijsvoering.
De bewijsvoering behoeft, mede gelet op hetgeen in hoger beroep aan de orde is
gekomen, verbetering.
II.
De aanduiding van bewijsmiddel 1.1 (pg. 7 van het vonnis) dient te luiden: ‘Het proces-verbaal van aangifte d.d. 25 oktober 2019 (pg. 41-44), inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde partij] ’.
III.
Bewijsmiddel 1.2 (pg. 8 van het vonnis) behoeft aanvulling. Omwille van de leesbaarheid wordt dit bewijsmiddel in haar geheel vervangen.
1.2
Het proces-verbaal van bevindingen, PVB.CAM.AVIA, proces-verbaalnummer 1, d.d. 25 oktober 2019 (pg. 52-54), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 1] :
Op vrijdag 25 oktober 2019, omstreeks 06.30 uur, werd het AVIA tankstation gelegen aan de [adres 1] te Tilburg overvallen. Naar aanleiding van deze overval werden de camerabeelden van het tankstation veiliggesteld.
Op 25 oktober 2019, om 06.35 uur zag ik dat een man het tankstation binnen liep en direct richting de kassa liep. Ik zag dat de medewerker van de AVIA achter de kassa stond.
Ik zag dat de man met zijn rechterhand ineens een mes vast had. Het mes betrof een groot vleesmes met een houtkleurig handvat. Ik zag dat de man dit mes met gebogen arm in zijn vuist had terwijl zijn duim naar boven wees. De punt van het mes wees naar beneden.
Ik zag dat de pompmedewerker een stap achteruit zette op het moment dat dit mes zichtbaar werd. Ik zag dat de man met twee handen over de toonbank heen boog en ik zag dat hij de lade van de kassa zelf opende door er aan te trekken. Ik zag dat de man met zijn linkerhand diverse bankbiljetten uit de kassa pakte. Nadat de man de kassa had leeggehaald zag ik dat hij naar buiten rende.
IV.
Bewijsmiddel 1.4 (pg. 8 van het vonnis) zal als volgt worden vervangen.
De eigen waarneming van dit hof, gedaan ter terechtzitting van 24 februari 2021, dat de verdachte op de aan aangever [benadeelde partij] getoonde SKDB-foto, opgenomen op pagina 47 van het politiedossier, baardgroei heeft.
V.
Naast de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen komt de bewezenverklaring mede te berusten op:
1.9
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voor zover inhoudende dat hij de persoon is die op de aan aangever [benadeelde partij] getoonde foto staat. Deze foto is opgenomen op pagina 47 van het politiedossier.
1.1
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 26 oktober 2019 (pg. 82), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
V: Op welk telefoonnummer ben je te bereiken?
A: [telefoonnummer 1] .
1.11
Het proces-verbaal van bevindingen, PVBVERKEERSGEGEVENS- [telefoonnummer 1] , d.d. 25 oktober 2019 (pg. 105-107), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 2] :
In het onderhavige onderzoek werden onder andere de historische verkeersgegevens van [verdachte] met [telefoonnummer 1] opgevraagd.
staat bij Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (Ciot) geregistreerd als een abonnement van provider Simpel (T-mobile netwerk), welke op naam staat van:
[verdachte]
[adres 2]
Uit de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer 1] bleek dat op 25 oktober 2019 tussen 0:00 uur en 12:00 uur de navolgende contacten hadden plaatsgevonden.
(...)
Dienst
Startdatum
Starttijd
Duur
Beller
Naam abonnee
Gebelde
Naam abonnee
Gespr
25-10-2019
06:39:39
6
[telefoonnummer 1]
[verdachte]
[telefoonnummer 2]
[betrokkene]
Gespr
25-10-2019
07:02:38
4
[telefoonnummer 2]
[betrokkene]
[telefoonnummer 1]
[verdachte]
Uit de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer 1] bleek dat op 25 oktober 2019 tussen 0:00 uur en 12:00 uur de navolgende telefoonmasten werden aangestraald.
Dienst
Startdatum
Starttijd
Duur
Startpaal
Straat
Postcode
Plaats
Data
25-10-2019
06:10:00
1773
6069769
Hart van Brabantlaan 459
5038LG
Tilburg
Data Data
25-10-2019
06:39:33
17
35599U1509
Ringbaan Oost 102
5013CD
Tilburg
gespr
25-10-2019
06:39:39
6
35599U1509
Ringbaan Oost 102
5013CD
Tilburg
Data Data
25-10-2019
06:39:50
1365
2401303
Ringbaan Oost 102
5013CD
Tilburg
gespr
25-10-2019
07:02:38
4
35757U1509
Hart van Brabantlaan 459
5038LG
Tilburg
Uit bovenstaande gegevens blijkt dat de mobiele telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 1] enkele minuten na de overval op het Avia Tankstation aan de [adres 1] te Tilburg de T-Mobile telefoonmasten met nummer 35599U1509 en 2401303 aan de Ringbaan Oost 102 te Tilburg aanstraalde. Beiden masten hebben een centrale zendrichting van 230 graden. Deze telefoonmasten staan hemelsbreed 1,05 kilometer verwijderd van de plaats delict.
Verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis
De verdediging heeft het hof verzocht om, indien het hof tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde komt, bij arrest de voorlopige hechtenis van de verdachte gedurende enkele dagen dan wel enkele weken te schorsen. De verdachte heeft verklaard dat hij als gevolg van het voorarrest zijn kamer aan de [adres 2] is kwijtgeraakt en dat hij deze dient te ontruimen. In de kamer staan voor de verdachte waardevolle spullen, waaronder meubilair dat hij van zijn overleden ouders heeft geërfd. De familieleden van de verdachte kunnen de ontruiming niet in goede banen leiden. De verdachte heeft verder verklaard dat hij zorg draagt voor zijn bejaarde tante, die een broze gezondheid heeft.
Het hof overweegt dat de verdachte zich voor kortdurend verlof, bijvoorbeeld voor de ontruiming van zijn woning, met een verzoek dient te wenden tot de directeur van de penitentiaire inrichting waar hij verblijft.
Het hof is van oordeel dat op grond van de aard en de ernst van het feit waarvoor de verdachte is veroordeeld, alsmede gelet op de strafoplegging, het belang dat de samenleving thans heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis zwaarder moet wegen dan het persoonlijk belang van de verdachte. Schorsing van de voorlopige hechtenis is slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige, de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden, maar dergelijke omstandigheden zijn naar het oordeel van het hof niet gebleken.

Het hof wijst het verzoek af.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door:
mr. F.P.E. Wiemans, voorzitter,
mr. M.C. Franken en mr. A.C. van der Schans, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.J.F. Heirman, griffier,
en op 10 maart 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. M.C. Franken en mr. A.C. van der Schans is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.