In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de ondertoezichtstelling van haar drie minderjarige kinderen is verlengd. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. C.A. Offermans, verzet zich tegen de beslissing van de GI (Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg) om de ondertoezichtstelling voort te zetten, en stelt dat de GI niet voldoende regie voert en dat de hulpverlening is gestagneerd. De vader van de kinderen vreest dat hij de kinderen niet meer zal zien als de ondertoezichtstelling wordt opgeheven, en benadrukt het belang van monitoring van de situatie rondom de moeder.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 mei 2021 heeft het hof de minderjarige [minderjarige 1] de gelegenheid gegeven om haar mening te uiten. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om op een constructieve manier samen te werken in het belang van de kinderen, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor de kinderen. De moeder heeft onvoldoende inzicht in haar rol in de problematiek en de GI heeft niet de noodzakelijke hulpverlening kunnen bieden. Het hof concludeert dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft. De beschikking van de rechtbank wordt bekrachtigd.