Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2014 te
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 8 juli 2020, waarin een omgangsregeling tussen de ouders en hun minderjarige kind is vastgesteld. De vader, vertegenwoordigd door mr. A. Šabanović, verzoekt het hof om de beschikking te vernietigen en een nieuwe omgangsregeling vast te stellen. De moeder, bijgestaan door mr. S. van Reeven-Özer, verzet zich tegen dit verzoek en vraagt het hof om het hoger beroep ongegrond te verklaren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 april 2021 blijkt dat de verstandhouding tussen de ouders is verbeterd en dat zij de omgangsregeling, zoals vastgesteld in de eerdere beschikking, hebben voortgezet en zelfs uitgebreid. De ouders hebben afgesproken dat de omgang nu wekelijks plaatsvindt bij de vader, zonder begeleiding. Er is overeenstemming over het verstrekken van informatie door de moeder aan de vader, maar ook hierover moeten nog nadere afspraken worden gemaakt.
Het hof heeft besloten om de behandeling van de zaak aan te houden tot 3 september 2021, in afwachting van de uitkomst van de begeleiding die de ouders zullen ontvangen bij het maken van nadere afspraken over de omgangsregeling. De advocaten van de ouders zijn verzocht om het hof te informeren over de voortgang van deze begeleiding voor de pro forma datum.