In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Trademarkers LLC en Trademarkers Merkenbureau CV. De zaak betreft een verstekzaak waarin Trademarkers LLC, gevestigd in de Verenigde Staten, vorderde dat Trademarkers Merkenbureau CV, een inmiddels ontbonden commanditaire vennootschap, het restant van het werkkapitaal van € 21.816,08 zou terugbetalen na het beëindigen van hun samenwerking. De samenwerking tussen de partijen eindigde in april 2019, waarna Trademarkers LLC in eerste aanleg een vordering indiende die door de kantonrechter op 6 mei 2020 werd afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.
In hoger beroep heeft Trademarkers LLC de vordering opnieuw ingediend, met een nadere toelichting en onderbouwing. Het hof heeft vastgesteld dat het bedrag van € 85.000,- aan Trademarkers Merkenbureau CV was betaald voor specifieke kosten, en dat er een restant van € 21.816,08 overbleef dat terugbetaald moest worden. Het hof oordeelde dat de vordering van Trademarkers LLC voldoende was onderbouwd en dat de grieven van appellante slagen. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Trademarkers Merkenbureau CV tot betaling van het resterende bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van beide instanties.
De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van vorderingen in civiele procedures en bevestigt dat een partij die in hoger beroep gaat, voldoende bewijs moet leveren om haar claims te ondersteunen. Het hof heeft de kosten van het geding aan de zijde van Trademarkers LLC begroot en verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad.