In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 11 september 2019. [appellant] had een Tesla Model S gekocht van [geïntimeerde] en stelt dat er sprake is van non-conformiteit, omdat de verwarming en de DCDC Converter niet functioneerden. Het hof heeft vastgesteld dat de koopovereenkomst niet kan worden gekwalificeerd als een consumentenkoop, omdat [geïntimeerde] niet handelde in het kader van haar normale bedrijfsactiviteiten. Het hof oordeelt dat [appellant] niet kan bewijzen dat de Tesla gebrekkig was ten tijde van de verkoop, en dat hij zich er niet op kan beroepen dat de auto niet aan de overeenkomst voldeed, omdat hij redelijkerwijs bekend had kunnen zijn met de gebreken. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [appellant] af.