6.1De vaststelling van de feiten in het vonnis waarvan beroep onder 2. is niet bestreden, zodat het hof ook in hoger beroep hiervan uitgaat. Deze vaststelling luidt als volgt:
[appellant] heeft van Wonen Zuid een woning gehuurd aan de [adres huurwoning] . De huurovereenkomst is bij vonnis van 4 februari 2015 van de kantonrechter te Roermond ontbonden.
De grosse van het vonnis is bij exploot van 11 februari 2015 aan [appellant] betekend, waarbij [appellant] bevel is gedaan de woning binnen veertien dagen daarna te ontruimen. Omdat [appellant] daaraan niet voldeed, is hem bij exploot van 6 maart 2015 de gedwongen ontruiming aangezegd op 19 maart 2015. Op laatstgenoemde datum was [appellant] niet in de woning aanwezig. De sleutel stak op de voordeur en de inboedel was (goeddeels) achtergelaten. Wonen Zuid heeft de inboedel laten afvoeren en laten opslaan.
[appellant] heeft zich na de ontruiming bij [opvang] , gemeld voor hulp.
Begin 2018 heeft [appellant] zich tot de gemeente Peel en Maas gewend voor schuldhulpverlening. Bij brief van 7 mei 2018 heeft de schuldhulpverlener bij de verschillende schuldeisers de openstaande vorderingen opgevraagd. Op 8 mei 2018 heeft Hafkamp Gerechtsdeurwaarders (verder: de deurwaarder) namens Wonen Zuid een saldo opgegeven van € 6.740,79. Op 12 juli 2018 heeft de schuldhulpverlener de betalingsvoorstellen aan de schuldeisers opgemaakt en verzonden.
Op 13 juli 2018 ontvangt de schuldhulpverlener een brief van Wonen Zuid, gedateerd 12 juli 2018. Wonen Zuid schrijft in die brief dat zij een vordering heeft op [appellant] betreffende mutatie- en containerkosten voortvloeiend uit de ontruiming van de woning aan de [adres huurwoning] , dat deze vordering € 2.334,30 bedraagt en niet is opgenomen in het deurwaardersdossier.
Bij brief van 17 juli 2018 bericht de deurwaarder dat het bij brief van 12 juli 2018 gedane betalingsvoorstel voor een bedrag van € 6.740,76, zijnde 100% tegen finale kwijting, door Wonen Zuid akkoord is bevonden.
Bij brief van 22 augustus 2018, gericht aan de schuldhulpverlener, specificeert de deurwaarder deze vordering als volgt:
Hoofdsom € 3.295,49
Proceskosten € 712,16
Kosten betekening € 92,63
Executiekosten € 2.706,47
Nasalaris
€ 75,00
Subtotaal € 6.881,75
Bij ons voldaan
€ 140,96
Totaal € 6.740,79
Bij brief van 28 augustus 2018 heeft de schuldhulpverlener aan Wonen Zuid laten weten dat [appellant] de bij brief van 12 juli 2018 ingediende vordering betwist en dat Wonen Zuid zich daarvoor eerst tot de rechtbank dient te wenden.
De procedure bij de kantonrechter