In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige dochter, geboren op [geboortedatum] 2015. De moeder, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, heeft verzocht de beslissing tot beëindiging van haar gezag te vernietigen. De rechtbank had op 12 juni 2020 besloten het gezag van de ouders te beëindigen en de gecertificeerde instelling (GI) tot voogd over de minderjarige te benoemen. De moeder heeft in haar beroepschrift aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat aan de eisen van artikel 1:266 lid 1 BW is voldaan en dat er onvoldoende is gemotiveerd dat er niet binnen een aanvaardbare termijn verbetering zal optreden.
De GI heeft in haar verweerschrift gesteld dat de moeder onvoldoende inzicht heeft in haar eigen handelen en dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 november 2020 zijn zowel de moeder als vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de criteria van artikel 1:266 BW, dat bepaalt dat het gezag van een ouder kan worden beëindigd indien de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd en de ouder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen binnen een aanvaardbare termijn.
Het hof heeft geconcludeerd dat de moeder niet in staat is gebleken om de noodzakelijke stabiliteit en zorg te bieden die de minderjarige nodig heeft. De moeder heeft in de afgelopen jaren geen langdurige periode van stabiliteit laten zien, en de aanvaardbare termijn voor de ontwikkeling van de minderjarige is verstreken. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De beslissing houdt in dat de moeder haar gezag over de minderjarige verliest, maar dat zij altijd de moeder zal blijven, en dat de GI en de pleegouders zich zullen blijven inzetten om de moeder een passende rol in het leven van de minderjarige te geven.