ECLI:NL:GHSHE:2021:1559
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgregeling voor minderjarige na uithuisplaatsing
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 10 december 2020. De moeder verzoekt om de wijziging van de contactregeling met haar minderjarige dochter, geboren in 2016, die sinds augustus 2020 in een netwerkpleeggezin verblijft. De moeder is van mening dat de door de rechtbank vastgestelde regeling niet in verhouding staat tot de situatie waarin haar dochter zich bevindt, nu zij uit huis is geplaatst. De GI (gecertificeerde instelling) heeft verweer gevoerd en stelt dat de huidige regeling passend is en dat uitbreiding van de contacten niet in het belang van de minderjarige is. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 april 2021 zijn zowel de moeder, de GI, de vader als de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante processtukken en de adviezen van de betrokken partijen. Het hof oordeelt dat de omstandigheden zijn gewijzigd sinds de eerdere beschikking en dat de huidige contactregeling, waarbij de moeder eenmaal per twee weken contact heeft met haar dochter, passend is. De moeder moet eerst werken aan haar opvoedvaardigheden en persoonlijke problematiek voordat er een uitbreiding van de contactregeling kan plaatsvinden. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en wijst het meer of anders verzochte af.