6.7.In de toelichting op grief II heeft [appellante] gesteld dat op 25 augustus 2015 een tweede concept voor een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen is besproken en dat in het gesprek daarover overeenstemming is bereikt over een samenwerking met ingang van die datum en op basis van de inhoud van de tweede concept-overeenkomst. Enkele praktische afspraken zijn nader uitgewerkt in een document “Proces en afspraken Bear Brothers d.d. 1 september 2015 versie 1”. Vervolgens is ook feitelijk uitvoering gegeven aan deze overeenkomst. In dat verband voert [appellante] bij conclusie van antwoord/eis onder meer aan dat zij extra omzet voor Bear Brothers heeft gegenereerd door facturering aan onderaannemers via Bear Brothers te laten verlopen, waardoor winst die [appellante] normaliter zou maken is verlegd naar Bear Brothers. In de samenwerkingsovereenkomst was een afspraak opgenomen met betrekking tot de winstdeling. Op basis daarvan had [appellante] een aanspraak op 50% van de winst, zoals behaald door Bear Brothers en haar holding, Bear Brothers Gevelrenovatie B.V. Over 2015 heeft [appellante] op basis van de door haar voor Bear Brothers gevoerde administratie haar winstaandeel geschat op ongeveer € 16.000,= en voor 2016 op ongeveer € 30.000,= à € 35.000,=. [appellante] heeft haar aanspraak vervolgens verrekend met de openstaande facturen van Bear Brothers en aldus die facturen voldaan door verrekening.
6.8.1.Bear Brothers betwist primair het bestaan van een overeenkomst waaruit zou voortvloeien dat [appellante] over 2015 en/of 2016 een aanspraak heeft op een deel van de door haar, Bear Brothers, gegenereerde winst. Er is wel contact geweest over een zekere vorm van samenwerking in de toekomst, maar daar is het nimmer van gekomen. Een afspraak over winstdeling is niet gemaakt. Bear Brothers betwist ook dat dit zou kunnen worden afgeleid uit verklaringen van [werknemer appellante 2] . Evenzeer betwist Bear Brothers dat uitvoering zou zijn gegeven aan de door [appellante] gestelde overeenkomst. De samenwerking tussen partijen is niet verder gegaan dan dat [appellante] tegen betaling (een deel van) de administratie van Bear Brothers voerde en Bear Brothers inhuurde voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen projecten die [appellante] had aangenomen. Er lag een door [appellante] opgesteld concept-idee voor een toekomstige samenwerking, maar daar was in oktober 2015 nog geen groen licht op gegeven.
6.8.2.Subsidiair voert Bear Brothers tot verweer dat Bear Brothers over 2015 en 2016 in het geheel geen positief resultaat heeft behaald. In 2015 was haar bedrijfsresultaat een verlies van € 7.845,= en in 2016 een verlies van € 12.399,=. Het bedrijfsresultaat van Bear Brothers Gevelrenovatie B.V. moet daarbij buiten beschouwing worden gelaten.
6.9.1.Het hof overweegt nu op dit punt als volgt. [appellante] legt aan haar beroep op verrekening ten grondslag dat zij een verrekenbare tegenvordering had op Bear Brothers vanwege een bestaande aanspraak op winstdeling. Die aanspraak vloeit volgens [appellante] voort uit een daarover gesloten overeenkomst. In hoger beroep heeft [appellante] concreet gesteld dat op 25 augustus 2015 tussen partijen overeenstemming tot stand is gekomen over een samenwerking zoals vastgelegd in en tweede concept voor een samenwerkingsovereenkomst die als productie 14 bij inleidende dagvaarding in het geding is gebracht. Bear Brothers heeft gemotiveerd betwist dat overeenstemming over de inhoud van dit stuk tot stand is gekomen. Zij heeft in dat verband ook de bewijswaarde van door [werknemer appellante 2] en de [directeur appellante] afgelegde verklaringen aangevochten.
6.9.2.Het hof stelt vast dat de concept-overeenkomst als daarbij betrokken partijen vermeldt ’Bear Brothers B.V.’ en ‘ [appellante] B.V.’ De relevante passage met betrekking tot beloning en winstdelingsregeling luiden als volgt:
“Beloning en arbeidsverhouding
1. Vaststelling werknemers en de afspraken.
Aanvangen met 2-4 vaste medewerkers in 2015. In 2016 uitbouwen naar 6-8 medewerkers in vaste dienst.
2. Salaris en pensioenregeling van [werknemer Bear Brothers] : Huidige afspraken in stand houden. Bij normalisatie van het resultaat eerst een deel van winst als tantièmes toekennen aan [werknemer Bear Brothers] . Per 1 januari 2016 dit eerst bezien en vastleggen voor de toekomst.
Aandeelhoudersschap\participatie
1. Minimale periode van aandeelhouderschap c.q. meeparticiperen is 2 jaar tenzij in goed overleg dit langer of korter moet zijn.
2. Verpanding, vruchtgebruik, etc. van de aandelen kan alleen na toestemming van de andere aandeelhouder(s)
3. Dividendpolitiek
Dividend keren wij alleen uit wanneer dit niet de continuiteit van het bedrijf in gevaar brengt: Wanneer het werkkapitaal positief is en de solvabiliteit EV\TV > 30% en Quick ratio > 1,3 kan dividend worden uitgekeerd. In overige gevallen na goedkeuring alle aandeelhouders en\of contractpartners (optieregeling).
4. Winstverdeling
- Op basis van 50\50 na normalisatie resultaat (salaris [werknemer Bear Brothers] en andere specifieke uitgaven)
5. Vergoeding op ingebracht kapitaal
- Vergoeding 2,5% op gemiddelde openstaand bedrag.”
Verder vermeldt het concept onderaan onder het hoofd ‘Acties’ een aantal te ondernemen stappen, waarvan als eerste: “Definitief maken overeenkomst en 2e gesprek met [werknemer appellante] ”.
6.9.3.Het hof stelt vast dat in de concept-overeenkomst is onderkend dat deze definitief gemaakt moest worden. Nu [appellante] zich ter onderbouwing van haar aanspraak beroept op het bestaan van een overeenkomst en Bear Brothers het bestaan daarvan gemotiveerd heeft weersproken, volgt uit het bepaalde in artikel 150 Rv. dat het aan [appellante] is om bewijs bij te brengen van de door haar aan haar vordering ten grondslag gelegde feiten, meer in het bijzonder het feit dat op 25 augustus 2015 tussen partijen overeenstemming is bereikt over een samenwerkingsverband op basis van de inhoud van het tweede concept voor een daartoe te sluiten overeenkomst (productie 14 bij inleidende dagvaarding). Anders dan [appellante] aanvoert, blijkt dit niet uit de afspraken die zijn vastgelegd in het document “Proces en afspraken Bear Brothers d.d. 1 september 2015 versie 1”. Dit document houdt hoofdzakelijk afspraken in met betrekking tot de administratie en daarover bestond al een aparte regeling tussen [appellante] en Bear Brothers. Vooralsnog is niet gebleken dat dit document een nadere uitwerking is van die regeling of van de tweede concept-overeenkomst.
6.9.4.Voorts is met betrekking tot de winstbepaling tussen partijen in geding welk resultaat daarvoor in aanmerking zou moeten worden genomen: enkel dat van Bear Brothers of ook dat van de holding waartoe zij behoort, Bear Brothers Gevelrenovatie B.V. Omdat [appellante] dat laatste betoogt, Bear Brothers dit betwist en dit op zich niet voortvloeit uit de 2e concept-overeenkomst, die immers slechts [appellante] en Bear Brothers als contractpartijen vermeldt en niet verwijst naar (een bedrijfsresultaat van) Bear Brothers Gevelrenovatie B.V., dient [appellante] ook op dit punt bewijs van haar stellingname te leveren. Het hof zal dit bewijs aan [appellante] opdragen en de zaak verwijzen naar de rol voor uitlating zijdens [appellante] over de vraag of zij dit bewijs kan en wil leveren en, zo ja, hoe. Mocht [appellante] daartoe getuigen willen doen horen, dan dient zij daarbij tevens opgaaf te doen van de verhinderdata van partijen, hun advocaten en de te horen getuigen, waarna het hof een dag en uur voor het te houden verhoor zal bepalen.