Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
6.De verdere beoordeling
Het hof is van oordeel dat deze beslissing alsnog uitvoerbaar bij voorraad dient te worden verklaard. Zoals hiervoor bij r.o. 6.6. onder (a) is weergegeven, is uitgangspunt dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar dient te zijn. Dit geldt zeker nu het in het onderhavige geval gaat om de verschuldigdheid van een geldsom. Verder is de veroordeling in reconventie nauw verbonden met de veroordeling in conventie, die wel uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.
[geïntimeerde] heeft geen omstandigheden aangevoerd die rechtvaardigen dat wordt afgeweken van het uitgangspunt van uitvoerbaarheid van de uitgesproken veroordeling. De stelling van [geïntimeerde] dat [appellant] jegens hem geen aanspraak heeft gemaakt op de verhuis- en inrichtingskostenvergoeding is voor de uitvoerbaarheid van de beslissing van de kantonrechter niet van belang. De vraag of de kantonrechter de verhuis- en inrichtingsvergoeding te hoog heeft vastgesteld en de vraag of [geïntimeerde] een geslaagd beroep op verrekening kan doen, vormen (mogelijk) onderdeel van het geschil van partijen dat in hoger beroep dient te worden beoordeeld. Daar kan in dit incident niet op worden vooruitgelopen. Verder heeft [geïntimeerde] onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van een reëel restitutierisico. [geïntimeerde] voert in dat kader aan dat [appellant] zelf stelt dat hij geen inkomsten meer heeft en daarom een Tozo uitkering heeft aangevraagd, maar voegt daaraan toe dat hij dit niet geloofwaardig acht.