In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Amlin Insurance SE tegen Stuwadoorsbedrijf [stuwadoorsbedrijf] naar aanleiding van een arbeidsongeval dat plaatsvond op 3 maart 2016. Een werknemer van Stuwadoorsbedrijf, [medewerker van stuwadoorsbedrijf], raakte ernstig gewond tijdens zijn werkzaamheden in het distributiecentrum van Spar, waarvoor Amlin de verzekeraar is. Amlin heeft aan [medewerker van stuwadoorsbedrijf] schadevergoeding uitgekeerd en vordert nu dat Stuwadoorsbedrijf aansprakelijk wordt gesteld voor de schade, omdat zij tekortgeschoten zou zijn in haar zorgplicht. De rechtbank Oost-Brabant heeft de vordering van Amlin afgewezen, met de overweging dat Stuwadoorsbedrijf niet als medeverzekerde kan worden beschouwd onder de AVB-verzekering van Spar en dat het beroep op het vervalbeding in de algemene voorwaarden van Stuwadoorsbedrijf slaagt. Amlin heeft in hoger beroep acht grieven aangevoerd, onder andere tegen de exoneratieclausule in de algemene voorwaarden van Stuwadoorsbedrijf. Het hof oordeelt dat het beroep op de exoneratieclausule niet onaanvaardbaar is en dat er geen sprake is van bewuste roekeloosheid aan de kant van Stuwadoorsbedrijf. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van Amlin af, waarbij Amlin wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.