Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats] .
- [de moeder] ,wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder, - Stichting Jeugdbescherming Brabant,
kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
hierna te noemen: de GI, - de heer en mevrouw [de pleegouders],
wonende op een geheim adres,
hierna te noemen: de pleegouders.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Cuijten. Voor de vader is mevrouw S.B. Aniania (tolknummer 15632) opgetreden als tolk;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de pleegouders;
- de brief van de raad van 11 maart 2021;
- de brief van de raad van 9 april 2021, met als bijlage het raadsrapport van 30 juni 2021.
3.De beoordeling
- [dochter 1] (hierna te noemen: [dochter 1] ) op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] , Ethiopië,
- [dochter 2] (hierna te noemen: [dochter 2] ) op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] , Ethiopië,
- [dochter 3] (hierna te noemen: [dochter 3] ) op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , Ethiopië,
- [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ) op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats] .
zou kunnenontstaan over het verblijf van [minderjarige] in het pleeggezin. Mogelijke onenigheid tussen de vader en de GI over een dergelijke beslissing, laat staat speculaties daarover, mogen niet zonder meer leiden tot beëindiging van het gezag van die ouder. De vader ziet overigens in dat de toekomst van [minderjarige] in het pleeggezin ligt en de vader berust daarin. In die zin wordt de ontwikkeling van [minderjarige] derhalve niet bedreigd. Van verlengingsprocedures hoeft [minderjarige] in de toekomst geen last te krijgen, omdat alle neuzen in dezelfde richting staan.