ECLI:NL:GHSHE:2021:1331

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
4 mei 2021
Zaaknummer
200.259.477_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake wijziging van eis en getuigenverhoor in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van GVM tegen G Holding B.V. en een andere geïntimeerde. De zaak betreft een civielrechtelijke procedure waarin GVM een wijziging van eis heeft ingediend. Het hof heeft eerder een tussenarrest gewezen op 4 augustus 2020, waarin het bepaalde dat GVM ten minste zeven dagen voor het getuigenverhoor een volledige versie van de verklaring van een anonieme getuige diende in te dienen. Tijdens het getuigenverhoor op 16 november 2020 werd opgemerkt dat de getuige, de heer [betrokkene 12], niet gehoord kon worden wegens ziekte. Het hof heeft GVM opgedragen om de ongecensureerde verklaring van deze getuige alsnog binnen 14 dagen in het geding te brengen. De zaak is vervolgens aangehouden voor verdere beoordeling.

De uitspraak van het hof op 4 mei 2021 houdt in dat GVM de ongecensureerde verklaring van de getuige, afgelegd op 13 maart 2018, alsnog moet indienen. Het hof heeft bepaald dat partijen niet meer kunnen reageren op deze verklaring en dat de verdere beslissingen in de zaak worden aangehouden. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer en is een vervolg op eerdere processtukken en verhoren die in deze zaak hebben plaatsgevonden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.259.477/01
arrest van 4 mei 2021
in de zaak van
[G] Verwarmings Montage B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante, hierna: GVM,
advocaat: mr. C.S. van den Pauwert te Eindhoven,
tegen

1.[G] Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.
[geïntimeerde sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden, hierna: [geïntimeerden] ,
advocaat: mr. M.C.J. de Schepper te Eindhoven,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 4 augustus 2020 in het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, onder zaaknummer C/01/324451 / HA ZA 17-546 gewezen vonnis van 6 februari 2019.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 4 augustus 2020;
  • het proces-verbaal van de enquête van 16 en 30 november 2020;
  • de memorie na enquête, tevens akte in het geding brengen van producties en akte wijziging van eis van GVM;
  • de memorie van antwoord na enquête, tevens antwoordakte (tardieve) eiswijziging van [geïntimeerden]
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

6.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof (onder meer) bepaald dat de advocaat van GVM tenminste zeven dagen voor het getuigenverhoor van e verklaring van de thans nog anonieme getuige een volledige versie in het geding diende te brengen.
6.2.1.
Ter gelegenheid van het getuigenverhoor van 16 november 2020 heeft de raadsheer-commissaris opgemerkt dat zij aanneemt dat de heer [betrokkene 12] , die nu als getuige voorgebracht wordt, de anonieme getuige is. Anders dan GVM heeft aangeboden en in het arrest is bepaald, is bij het opgeven van de getuigen niet de ongekuiste verklaring van de heer [betrokkene 12] toegezonden. De heer [betrokkene 12] kon wegens ziekte niet gehoord worden, maar de raadsheer-commissaris gaf GVM opdracht om ervoor te zorgen dat de ongekuiste versie van de verklaring in elk geval aan het hof en de wederpartij is toegezonden voordat de heer [betrokkene 12] een volgende keer alsnog wordt gehoord.
6.2.2.
Op 30 november 2020 is de getuige [betrokkene 12] gehoord. Er is in het proces-verbaal van dit verhoor geen melding gemaakt van de toezending of overhandiging van eerder genoemde verklaring.
Deze verklaring was door GVM op 27 november 2020 per Zivver aan het hof en aan de wederpartij gezonden.
Dat [geïntimeerden] de verklaring daadwerkelijk van GVM heeft ontvangen blijkt mede daaruit, dat zij deze in haar memorie van antwoord na enquête (kort) bespreekt.
Omdat van genoemde verklaring tijdens het getuigenverhoor geen akte is verleend, behoort deze echter niet tot de officiële processtukken.
6.2.3.
Het hof zal daarom GVM opdragen om de ongecensureerde verklaring van getuige [betrokkene 12] , afgelegd op 13 maart 2018 ten overstaan van notaris mr. [notaris] , alsnog binnen 14 dagen bij akte in het geding te brengen. Deze akte is voor geen ander doel bestemd. Partijen hebben bij het opstellen van hun memories na enquête de beschikking gehad over deze verklaring en daarop kunnen reageren, en gereageerd, zodat zij daartoe thans niet meer in de gelegenheid worden gesteld.
6.3.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

7.De uitspraak

Het hof:
draagt GVM op om de ongecensureerde verklaring van getuige [betrokkene 12] , afgelegd op 13 maart 2018 ten overstaan van notaris mr. [notaris] , alsnog binnen 14 dagen bij akte in het geding te brengen;
verwijst de zaak naar de rol van 18 mei voor het overleggen van genoemde verklaring bij akte, die voor geen enkel ander doel bestemd is;
bepaalt dat partijen hierop niet meer zullen kunnen reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, J.C.J. van Craaikamp en J.M.W. Werker en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 4 mei 2021.
griffier rolraadsheer