Uitspraak
Parketnummer: 20-003803-17
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte]
het hof begrijpt: [klantnaam 1] ).De contactpersoon van [klantnaam 1] was [betrokkene 1] . De klanten betaalden bijna altijd per bank, maar er werd ook wel eens contant betaald. Bij de verdachte thuis lag ook nog geld dat naar de bank gebracht moest worden. De verdachte weet wat drugsprecursoren zijn, hij is in het bezit van aantekeningen over BMK en PMK en hij heeft wel eens nagedacht over het productieproces van synthetische drugs, omdat hij dit interessant vond en zelf speed gebruikte. Hij en de verdachte hebben samen wel eens een bestelling opgehaald en afgeleverd. De contactpersoon van [klantnaam 2] heette [betrokkene 2] . De verdachte vond de gang van zaken dat de klanten vooraf per bank of contant betaalden niet helemaal normaal, maar de klanten waren niet de personen waartegen je zei dat je het geld zou teruggeven of afspraken mee maakt waar je later op terugkomt. Het is wel eens voorgekomen dat de klanten zelf hun bestelling over pompten omdat ze het per se moesten hebben, maar de verdachte vond dit geen normale bedrijfsvoering. Ook is het niet normaal dat er zwarte jerrycans gebruikt worden, omdat dan niet te zien is wat er in zit. Er zaten geen etiketten op. [betrokkene 2] en zijn maat hadden zelf kannen bij voor het mierenzuur. De eerste bestelling werd gedaan door een tussenpersoon van [betrokkene 2] . Nadat er problemen zijn ontstaan met postpakketten, is deze tussenpersoon de medeverdachte en de verdachte komen opzoeken en heeft hij hen bedreigd. Uiteindelijk is [betrokkene 2] langsgekomen en hij had meer nodig. Ze werden opdringerig en stonden om de dag bij de loods. Aan de [klantnaam 3] is na de bestelling en levering van aceton niets meer geleverd en is het contact verbroken, omdat de vrouw begon te zeiken over de prijs. Voorts heeft de verdachte verklaard dat ze bezig waren normale afnemers te vinden, maar dat deze afnemers niet naar de loods zouden zijn gekomen. Hij wist dat hij verdachte transacties moest melden, maar hij wist niet of het verstandig was om dat bij deze klanten te doen. Vrijwel elke bestelling heeft bedreigingen opgeleverd. Het begon met de kleine bestelling, waarvan uiteindelijk is gebleken dat deze voor [betrokkene 2] bedoeld was. Tevens heeft hij met iemand gesproken over het feit dat hij met deze mensen geen zaken wilde doen. Er is gedreigd dat er brandbommen naar binnen gegooid zouden worden. Bij hen zat half crimineel Limburg binnen elke ochtend. Ten slotte heeft de verdachte verklaard dat hij wel eens iets gehoord heeft over een kidnapping binnen de groep waar ze mee te maken hadden, wat hij wel in zijn achterhoofd hield. [18]
De omstandigheid dat medeverdachte [medeverdachte] een meer leidende rol lijkt te hebben gehad bij het in eerste instantie regelen van de (verdachte) afnemers, weegt de rechtbank wel mee bij het bepalen van de strafmaat bij medeverdachte [medeverdachte] ”
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.