ECLI:NL:GHSHE:2021:1239
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake voortzetting bewind wegens gokverslaving
In deze zaak heeft de rechthebbende in hoger beroep verzocht om de opheffing van het bewind over zijn goederen, dat eerder door de kantonrechter was opgeheven. De rechthebbende, die kampt met een gokverslaving, heeft aangevoerd dat de noodzaak voor het bewind nog steeds aanwezig is, omdat hij grote bedragen heeft vergokt en financieel afhankelijk is van derden. De bewindvoerder heeft aangegeven bereid te zijn om opnieuw de taak van bewindvoerder op zich te nemen.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 3 september 2020 vernietigd en het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen. Het hof oordeelt dat de rechthebbende niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen voldoende waar te nemen en dat de noodzaak voor het voortzetten van het bewind nog steeds aanwezig is. De rechthebbende heeft eerder een traject doorlopen voor een drugsverslaving en ontvangt momenteel ondersteuning van Bemoeizorg, maar dit is onvoldoende gezien zijn huidige situatie.
De beslissing van het hof is genomen op 22 april 2021, waarbij de rechthebbende en zijn ouders niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Het hof heeft geconcludeerd dat de rechthebbende niet in staat is om zelfstandig zijn financiën te beheren en dat het bewind noodzakelijk blijft.