ECLI:NL:GHSHE:2021:1238
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van minderjarige in het kader van gezinsproblematiek en hulpverlening
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige 1], geboren in 2007. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft op 5 november 2020 een beroepschrift ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] werd uitgesproken. De rechtbank had geoordeeld dat er zorgen waren over de opvoedsituatie van de minderjarige, die op zwakbegaafd niveau functioneert en specifieke begeleidingsbehoeften heeft door zijn autismespectrumstoornis.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 maart 2021 zijn zowel de moeder als vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de Gecertificeerde Instelling (GI) gehoord. De moeder betoogde dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging was en dat zij voldoende stabiliteit en voorspelbaarheid bood aan haar kinderen. De raad en de GI daarentegen gaven aan dat de zorgen over de opvoedsituatie onverminderd aanwezig zijn en dat de moeder een ambivalente houding heeft ten opzichte van de hulpverlening.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en concludeert dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ernstige bedreiging in de ontwikkeling van [minderjarige 1] af te wenden. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en stelt vast dat de moeder niet in staat is om de benodigde hulpverlening zelfstandig op te starten of blijvend te accepteren. De beslissing van het hof is op 22 april 2021 openbaar uitgesproken.