Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de vader tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 juni 2020, waarin aan de moeder het alleenstaande gezag over hun minderjarige kind is toegekend. De vader, die in hoger beroep is gekomen, betwist de beslissing van de rechtbank en stelt dat de moeder de omgang met de minderjarige frustreert. De minderjarige, geboren in 2003, heeft sinds 2016 geen contact meer met de vader en heeft in eerdere procedures zijn angst voor de vader geuit. De rechtbank heeft in haar beschikking geoordeeld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is dat de moeder alleen het gezag uitoefent. Het hof heeft de zaak beoordeeld en komt tot de conclusie dat er geen verandering is opgetreden in de situatie tussen de ouders en dat het in het belang van de minderjarige is dat de moeder alleen het gezag uitoefent. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.