In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De moeder verzoekt om een informatieregeling met betrekking tot haar minderjarige dochter, geboren in 2008, na een langdurige afwezigheid uit het leven van het kind. De vader, die het gezag over de minderjarige heeft, verzet zich tegen deze regeling, onder verwijzing naar zijn ervaringen met de moeder en de impact daarvan op het kind. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 maart 2021, waarbij zowel de moeder als de vader, bijgestaan door hun advocaten, en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De Raad adviseert om een informatieregeling vast te stellen, waarbij de vader jaarlijks informatie over de minderjarige aan de moeder dient te verstrekken. Het hof overweegt dat het in het belang van de minderjarige is om enige informatievoorziening te waarborgen, maar legt daarbij voorwaarden op, waaronder dat de moeder niet op deze informatie mag reageren. De vader moet de eerste informatieverstrekking voor 1 augustus 2021 uitvoeren. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank voor zover deze de informatieregeling betreft en stelt deze regeling vast, met inachtneming van de belangen van de minderjarige.