6.1De vaststelling van de feiten in het vonnis waarvan beroep (r.o. 3.1) is niet bestreden, zodat het hof ook in hoger beroep hiervan uitgaat. Deze vaststelling luidt als volgt:
- [geïntimeerde] heeft op internet met een auto, merk [merk auto] , met kenteken [kenteken 1] , geadverteerd.
- [appellant] heeft op 10 juli 2020 via Facebook met de vader van [geïntimeerde] ( [vader van geintimeerde] ) over de advertentie gecorrespondeerd:
“ [appellant] : Hoi, ik heb intressen in uw [merk auto]
[vader van geintimeerde] : Oke
[appellant] : Ruilt u oom auto’s in?
[vader van geintimeerde] : YeP
[appellant] : Cool, ik heb een [merk] type 4 nieuwe verlaging set, nieuwe banden, vorige week nieuee olie op gekomen, nieuwe bougies 4 maanden nieuwe remblokken rond om, rechtachter remcilinder vervangen, nieuwe krukas sencor. Ik had deze [merk] gekocht om technisch in orde te maken en dan te verkopen om een [merk] of een [merk] type 4 turbo te kopen bij 2000 is de mijne tot december dit jaar apk middendemper er tussen uit, heeft airco en cruisecontrol
Betreft een 2.0 8v de mijne
Onderhouden samen met 1 vastebmonteur waarvan ik een telefoonnummer heb die kan ik zo bellen in uw beizijn als u mij golf erop wil inruilen! Een [merk auto] lijkt mij echt gaaf om te hebben! Heb er altijd al 1 willen hebben.
Wat us uw adres dan kan ik straks [...] en kijken als unhet goed vind? “.
- Op 11 juli 2020 heeft [appellant] [geïntimeerde] bezocht en heeft hij zijn auto, merk [merk] , met kenteken [kenteken 2] , bij [geïntimeerde] ingeruild voor de auto uit de verkoopadvertentie, welke auto door [geïntimeerde] aan [appellant] is geleverd.
- De ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst opgemaakte factuur d.d. 11 juli 2020 van [geïntimeerde] aan [appellant] vermeldt onder meer:
- Op 15 juli 2020 heeft de gemachtigde van [appellant] per e-mail - voor zover hier van belang - het volgende aan [geïntimeerde] bericht:
“Client heeft bij u een auto van het merk [merk] aangekocht. Bij deze koop heeft hij 375 euro betaald, en zijn eigen auto ingeruild. Client ontbindt middels deze email die aankoop. Dit om twee redenen:
Ten eerste is de auto aangeprezen als een [merk] Turbo, terwijl er geen Turbo in de auto zit. Had cliënt dit geweten, dan had hij nooit de auto gekocht. Dit is volgens cliënt ook meermaals in het gesprek ter sprake gekomen, edoch, u heeft hem niet gewezen op het feit dat het hier niet ging om een [merk] Turbo, maar dat cliënt slechts een V (zonder Turbo) aankocht. U had hem daarop moeten wijzen. Client heeft aldus gedwaald, en deswege moet de aankoop ongedaan worden gemaakt;
Voorts is de auto die door u is geleverd ook gebrekkig. Client heeft de auto vrijwel direct naar de monteur moeten brengen. Ook dit had u aan cliënt moeten aangeven. Client had ook hierom deze auto immers nooit aangeschaft.
Ik verzoek u dus mede te werken aan de ongedaan making van deze aankoop, en cliënt te benaderen voor een datum overdracht (geld en auto terug, en u uw auto terug)”.
- [geïntimeerde] heeft daarop per e-mail van 15 juli 2020 als volgt gereageerd:
“Beste [naam] , zo juist heb ik de e-mail door gelezen die ik van u heb ontvangen hierbij wil ik als volgt toevoegen dat er onder geen enkele reden is geadverteerd of gesproken over een golf met turbo er is ook niet mee geadverteerd ik stuur u een bijlagen waar u ziet hoe de auto is geadverteerd (...) als u de aankoop bon goed heeft gelezen staat er ook duidelijk dat de auto VOETSTOOTS is verkocht ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, ik denk dat u zelf ook begrijpt wat dat betekent, daarbij de auto heeft bij een RDW erkend bedrijf een nieuwe APK gekregen voor 1 jaar dus dat de auto niet in orde is kan ook absoluut niet anders kan hij niet goed gekeurd worden door een RDW erkend bedrijf. Hier bij wil ik graag toevoegen dat elke dag vanaf 11-07-2020 er geen code ontvangen is en mijn verkoop belemmerd word van de [merk] met kenteken [kenteken 3] wordt er 10 euro stalling kosten aangesteld tot ik de code’s heb ontvangen”.
De procedure in eerste aanleg