ECLI:NL:GHSHE:2021:1188

• Datum uitspraak: 22 maart 2021
• Publicatiedatum: 19 april 2021
• Zaaknummer: 20-001700-18
• Instantie: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Hoger beroep
• Rechters: S.V. Pelsser; C.M. Hilverda; A.J.A.M. Nieuwenhuizen
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan de productie van MDMA in een drugslab

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1971, werd beschuldigd van medeplichtigheid aan de productie van MDMA. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken, maar de officier van justitie ging in hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk gelegenheid heeft verschaft voor de productie van synthetische drugs door zijn loods en zeecontainers ter beschikking te stellen aan medeverdachten. Tijdens het onderzoek op 13 oktober 2015 werd een drugslab aangetroffen in de loods, waar MDMA werd geproduceerd. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de medeplichtigheid van de verdachte, onder andere door de aanwezigheid van zijn DNA op werkhandschoenen die in de productielocatie werden aangetroffen. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en legde een schadevergoedingsmaatregel op aan de benadeelde partij, de Gemeente Aalburg, ter hoogte van € 5.560,07, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001700-18

Uitspraak : 22 maart 2021

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, van 9 mei 2018 in de strafzaak met parketnummer 02-820253-16 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1971,

wonende te [adres] .

Hoger beroep

De rechtbank heeft de verdachte van het tenlastegelegde vrijgesproken en de benadeelde partij Gemeente Aalburg niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding.

De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het tenlastegelegde bewezen zal verklaren (medeplichtigheid aan de productie van MDMA) en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij zal toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De raadsman van de verdachte heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair, indien het hof komt tot een bewezenverklaring, heeft de raadsman bepleit dat het hof geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal opleggen. Hij heeft zich niet uitgelaten over de vordering van de benadeelde partij.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg, tenlastegelegd dat:

[medeverdachte 1] en/of een of meer onbekend gebleven persoon/personen in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot en met 13 oktober 2015 te [locatie] met elkaar, althans één van hen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben bereid en/of bewerkt en/of vervaardigd, althans opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (een) hoeveelheid/hoeveelheden MDMA en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,

tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot en met 13 oktober 2015 te [locatie] (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die [medeverdachte 1] en/of een of meer onbekend gebleven persoon/personen de loods/het bedrijfspand en/of het bedrijfsterrein, gelegen aan de [adres] ter beschikking te stellen.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Partiële vrijspraak

Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat er onvoldoende bewijs is om te kunnen vaststellen dat in een van de aangetroffen ruimtes op het perceel aan de [adres] amfetamine is geproduceerd dan wel aanwezig was. De omstandigheid dat in de zeecontainer (ZL) afval is aangetroffen dat is te relateren aan de omzetting van APAAN in BMK en BMK in amfetamine, acht het hof daartoe onvoldoende. Het hof zal de verdachte in zoverre van het tenlastegelegde vrijspreken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

[medeverdachte 1] en een of meer onbekend gebleven personen in de periode van 1 september 2015 tot en met 13 oktober 2015 te [locatie] opzettelijk hebben bereid en bewerkt en vervaardigd een hoeveelheid MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,

tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 1 september 2015 tot en met 13 oktober 2015 te [locatie] opzettelijk gelegenheid heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die [medeverdachte 1] en een of meer onbekend gebleven personen de loods/het bedrijfspand en het bedrijfsterrein, gelegen aan de [adres] ter beschikking te stellen.

Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

Bewijsmiddelen

Ten behoeve van de leesbaarheid van dit arrest zijn de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een bijlage bij dit arrest. Deze bijlage wordt aan het arrest gehecht.

Bewijsoverwegingen

Van de zijde van de verdachte is vrijspraak bepleit. Daartoe is kort gezegd aangevoerd dat verdachte geen wetenschap had van de goederen die in de door hem verhuurde loods en zeecontainers op het terrein aan de [adres] stonden en van de strafbare feiten die aldaar werden gepleegd. Derhalve kan niet worden bewezen dat verdachte met de verhuur van de zeecontainer en de loods opzettelijk gelegenheid heeft verschaft tot en behulpzaam is geweest bij de productie van MDMA.

Het hof overweegt als volgt.

Aantreffen van de productielocatie

Naar aanleiding van een melding van ‘Meld Misdaad Anoniem’ op 11 oktober 2015 is de politie op 13 oktober 2015 naar het adres [adres] gegaan en binnengetreden in de loods en diverse zeecontainers/trailers die zich op dit perceel bevonden.

Links achterin de loods bevond zich een afgesloten kristallisatieruimte. Deze ruimte was opgebouwd uit isolatieplaten en met blauwkleurig plastic luchtdicht gemaakt. In deze ruimte werd onder meer het volgende aangetroffen:

• een houten stellage met daarin 13 droogrekken, te gebruiken voor het drogen en scheiden van vervaardigde MDMA/EA kristallen;
• hoeslakens die om de houten frames van de droogrekken waren gespannen en waren vervuild met aangekoekte resten kristallen die roken naar de geur van MDMA;
• een opstelling geschikt voor het afzuigen van dampen tijdens het uitgieten van kristallisatievaatjes, aangesloten op een flexibele afzuigslang met een afvoer naar de buitenzijde van de loods;
• een koel-/vriescel (niet in werking) met daarin jerrycans en klemdekselvaten gevuld met aceton een groot aantal jerrycans en klemdekselvaten, waarvan een groot aantal deels waren gevuld met chemicaliën (aceton, zoutzuur, PMK), te relateren aan het kristallisatieproces;
• gebruikte en met kristalresten vervuilde speciekuipen, gebruikt voor het opvangen van de vervuilde aceton, indicatief positief getest op MDMA;
• ventilatoren;
• een digitale weegschaal.

De kristallisatieruimte was volgens verbalisanten ingericht ten behoeve van het vervaardigen en bewerken van drugs, met name het kristalliseren van MDMA-olie in MDMA-HCL.

Twee droogrekken zijn bemonsterd en daarop is in totaal 19,3 gram netto eindproduct MDMA/EA aangetroffen.

Direct naast de kristallisatieruimte, in het open gedeelte van de loods, werden in een aantal open staande dozen blauwkleurige vaten aangetroffen en een 1000 liter IBC-vat, dat was gevuld met aceton en bevatte MDMA en PMK.

Verder werd in de loods een niet afgesloten zeecontainer aangetroffen. In deze container bevonden zich goederen en afval die gerelateerd kunnen worden aan het vervaardigen van synthetische drugs, waaronder een bolkolf, klemdekselvaten en jerrycans gevuld met resten kristallen en een zure vloeistof.

Op het buitenterrein werden diverse zeecontainers en trailers aangetroffen.

Een afgesloten rood/bruine container (ZT-1) was ingericht als productieplaats ten behoeve van het vervaardigen van synthetische drugs, met name MDMA/EA. Het lab was op het moment van aantreffen niet in werking. Onder meer de volgende goederen werden hierin aangetroffen:

• een drukketel die nog onder druk stond en gevuld was met ongeveer 250 liter reactiemengsel, positief getest op de aanwezigheid van MDMA/EA;
• een gebruikte en nog deels gevulde gecombineerde druk-/destillatieketel;
• een kunststof afscheider/scheitrechter gevuld met 10 liter eindproduct MDMA-base;
• drie waterstof gascilinders waarvan een gasfles was aangesloten en nog onder druk stond;
• vijf propaan gasflessen, waarvan drie aangesloten op een destillatieketel;
• jerrycans gevuld met totaal ongeveer 35 liter methanol;
• een jerrycan gevuld met 15 liter MDMA-base;
• een jerrycan met vermoedelijk PMK;
• een afzuiginstallatie;
• gebruikte werkhandschoenen.

Voorts stonden op het buitenterrein een afgesloten witte zeecontainer (ZT-2) en twee niet afgesloten trailers (TR en LTR) die werden gebruikt als opslagruimtes van grote hoeveelheden chemicaliën/goederen ten behoeve van de productie van synthetische drugs (zoals platinaoxide, MDMA-base, PMK, methylamine, jerrycans met het opschrift ‘MET’, slangen, een cooling machine en een vacuümcontroller). In de trailer ZR is tevens een gebruikte werkhandschoen aangetroffen.

Tot slot stonden op het buitenterrein, rondom bovengenoemde containers en trailers, zes 200 liter dopvaten gevuld met een mengsel van methanol/methylamine en een houten kist met diverse laboratoriumgoederen van het merk Senco.

Het NFI kwam tot de conclusie dat een groot deel van het onderzoeksmateriaal kenmerkend is voor de vervaardiging van MDMA uit PMK met een reductieve aminering.

De LFO-experts kwamen op basis van voormelde bevindingen tot de conclusie dat de aangetroffen goederen en chemicaliën typische goederen en chemicaliën zijn die aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. In de ruimte in de loods (K), de zeecontainers (ZT-1 en ZT-2), de trailers (TR en LTR) en het buitenterrein (BT) werd volgens de conclusie van het LFO op (zeer) grote schaal MDMA volgens de verhoogde druk methode met behulp van PMK vervaardigd.

Het hof komt op grond van het vorenstaande tot het tussenoordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat voorafgaand aan 13 oktober 2015 op het perceel aan de [adres] , meer in het bijzonder in de kristallisatieruimte in de loods (K) en de zeecontainer (ZT-1), welke ruimtes door verdachte werden verhuurd, op grote schaal MDMA is geproduceerd.

Productie in de tenlastegelegde periode

Zoals hiervoor al is genoemd, is in de als productieplaats van MDMA ingerichte zeecontainer ZT-1 een rvs drukketel aangetroffen die nog onder druk stond en was gevuld met een vloeistof die MDMA bevatte. Ook is in deze zeecontainer op een gascilinder een gasfles aangetroffen die nog onder druk stond.

Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] roken ter plaatse direct een sterke chemische lucht die zij in verband brachten met de productie van synthetische drugs.

Getuige [getuige] heeft op 13 oktober 2015 verklaard dat hij sinds ongeveer zeven weken een aparte zoete geur in de loods heeft geroken. Daarnaast heeft hij verklaard dat er ongeveer twee weken geleden iemand was begonnen met het bouwen van een ruimte achter in de loods (de kristallisatieruimte). [verdachte] heeft zelf ook verklaard dat ongeveer twee weken voor de politie-inval de wand in de loods is geplaatst en dat de roodbruine container (de productielocatie voor het vervaardigen van MDMA) in september in gebruik is genomen.

Het hof leidt uit het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, af dat de productielocatie recent, in elk geval binnen zeven weken vóór de politie-inval, in werking is geweest, zodat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de productie van MDMA in de tenlastegelegde periode van 1 september 2015 tot en met 13 oktober 2015 heeft plaatsgevonden.

Rol van medeverdachte [medeverdachte 1]

In de zeecontainer ZT-1 zijn onder meer drie werkhandschoenen aangetroffen. Daarnaast is in de rode trailer TR een werkhandschoen aangetroffen. De binnenkant van deze werkhandschoenen is bemonsterd en door het NFI onderzocht.

Op de werkhandschoen uit de trailer TR (SIN AAIU5545NL) en een werkhandschoen uit de zeecontainer ZT-1 (SIN AAIU5571NL) is celmateriaal aangetroffen dat matcht met het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] (met een matchkans van kleiner dan één op één miljard). Verder is op twee andere werkhandschoenen in de zeecontainer ZT-1 (AAIU5540 en AAIU5572) celmateriaal aangetroffen waarvan het DNA-profiel afkomstig kan zijn van [medeverdachte 1] , maar het NFI heeft vanwege de onvolledigheid van deze DNA-profielen niet berekend hoe groot de matchkans is.

Gelet op de verschillende locaties van aantreffen en het feit dat telkens aan de binnenzijde van de verschillende handschoenen alleen het DNA van de verdachte is aangetroffen, acht het hof het op voorhand niet aannemelijk dat die door secundaire overdracht tot stand zijn gekomen. Het hof is van oordeel dat de aangetroffen sporen [medeverdachte 1] aanwijzen als de persoon die deze werkhandschoenen op de plaats delict heeft gedragen. Het hof acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang:

• De werkhandschoenen zijn afkomstig uit twee afzonderlijke ruimtes op het terrein welke allebei te relateren zijn aan de productie van MDMA, namelijk een productielocatie en een opslaglocatie;
• Drie van de vier werkhandschoenen lagen in een ruimte (ZT-1) die was ingericht en recent was gebruikt als een productielocatie ten behoeve van het vervaardigen van MDMA;
• Deze ruimte was met een cilinderslot afgesloten en derhalve niet voor eenieder vrij toegankelijk;
• Een van deze drie werkhandschoenen (met een DNA-profiel dat matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 1] met een matchkans kleiner dan één op één miljard) lag op een gasfles, zijnde een wezenlijk onderdeel van het laboratorium, waarbij voor de productie gebruik wordt gemaakt van de verhoogde drukmethode;
• Alle drie de werkhandschoenen die afkomstig waren uit de productielocatie ZT-1 waren vervuild en aldus kennelijk gebruikt;
• Daarop geen DNA is aangetroffen dat wijst naar een ander persoon dan de verdachte.

Voorts is een feit van algemene bekendheid dat bij de productie van synthetische drugs gebruik wordt gemaakt van handbescherming.

[medeverdachte 1] heeft zich bij de politie – ook toen hem uitdrukkelijk de hiervoor genoemde belastende omstandigheden werden voorgehouden – steeds op zijn zwijgrecht beroepen. Hij is noch ter terechtzitting in eerste aanleg noch ter terechtzitting in hoger beroep verschenen. Hij heeft dus geen enkele andere hem ontlastende verklaring gegeven voor de aanwezigheid van -alleen- zijn DNA op de werkhandschoenen in/nabij de productielocatie.

Het hof is van oordeel dat bovenstaande bevindingen, in onderlinge samenhang beschouwd en in combinatie met de overige bewijsmiddelen, de conclusie rechtvaardigen dat de werkhandschoenen zijn gebruikt bij uitvoeringshandelingen bij de productie van MDMA.

Het hof is derhalve van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat [medeverdachte 1] een van de personen is geweest die in de zeecontainer ZT-1 MDMA heeft vervaardigd.

Daarnaast is in de zeecontainer ZT-2 (opslaglocatie van chemicaliën en goederen ten behoeve van de vervaardiging van synthetische drugs) een linkerhandschoen aangetroffen en is in de kristallisatieruimte K een gasmasker/volgelaatsmasker aangetroffen. Deze voorwerpen zijn onderzocht. Hierop is DNA aangetroffen van respectievelijk onbekende man ‘A’ en onbekende man ‘B’. Verder heeft [verdachte] verklaard dat twee personen (niet zijnde [medeverdachte 1] ) de loods en zeecontainer van hem huurden. Het hof gaat er daarom van uit dat naast [medeverdachte 1] voorts een of meer anderen MDMA hebben vervaardigd.

Rol van de verdachte

Het hof is van oordeel dat verdachte hieraan medeplichtig is geweest door de loods, de zeecontainers en de trailers daarvoor ter beschikking te stellen.

Het hof wijst daarbij in de eerste plaats op de aard en de hoeveelheid van de goederen, waarvan een aanzienlijk deel is aangetroffen op locaties waar verdachte ook kwam en waar hij vrij zicht op had. Hij was een van de hoofdbewoners van de woning aan de [adres] en kwam hij naar eigen zeggen dagelijks in (het open gedeelte van) de loods waar verschillende aan de productie van drugs te relateren goederen stonden en waar een uit isolatiewanden opgetrokken, luchtdicht afgesloten ruimte was gebouwd. Dit betrof de kristallisatieruimte.

Verder kwam verdachte op het buitenterrein (hij wilde zelfs beslist een sleutel van het slot waarmee de huurders van de container de poort naar het buitenterrein afsloten), waar een trailer openstond met daarin onder meer een jerrycan met als opschrift ‘MET’. Ook stonden los op het buitenterrein, rondom de containers, allerlei goederen die wezen op de aanwezigheid van een drugslab.

Het hof acht de verklaring van verdachte, dat hij hiervan helemaal niets heeft geweten en ook de geur van synthetische drugs nooit heeft geroken, niet geloofwaardig. In dit verband acht het hof van belang dat [getuige] , die ook een gedeelte van de loods gebruikte om aan auto’s te sleutelen, reeds een week of zeven een opmerkelijke, zoete geur rook. Voorts roken zowel verbalisanten [verbalisant 1] als [verbalisant 2] bij het betreden van de loods, terwijl het laboratorium op dat moment niet (meer) in werking was, direct een penetrante chemische lucht die zij herkenden als de lucht van de productie van synthetische drugs. Ook buiten bij de containers rook verbalisant [verbalisant 1] een chemische lucht.

Daar komt bij dat het drugslaboratorium betrekkelijk groots was opgezet. De productielocatie was opgedeeld in zes verschillende ruimtes die ieder voor zich een doel dienden binnen het productieproces. Daarmee zijn veel hardware en grondstoffen ten behoeve van de productie van synthetische drugs gemoeid geweest. Deze voorwerpen zijn niet uit de lucht komen vallen, maar moeten op enig moment de loods en het buitenterrein in/op zijn gebracht. Dit kan verdachte, die op dit perceel woonachtig was en dagelijks in de loods kwam, niet zijn ontgaan.

Ook wijst het hof op het feit dat de verdachte ruimtes (te weten een ruimte in de loods en een zeecontainer) heeft verhuurd aan personen die hij slechts summier kon omschrijven, van wie hij enkel van één man een voornaam dacht te weten, zonder dat een (schriftelijk) huurcontract is opgesteld , en waarbij de huurders € 200 vooruit betaalden, vervolgens maanden verdwenen en rond augustus/september plotseling weer ten tonele verschenen en de container en een gedeelte van de loods in gebruik namen. Dit alles terwijl algemeen bekend is dat in schuren/loodsen in het agrarisch gebied van de provincie Noord-Brabant met enige regelmaat productieplaatsen voor synthetische drugs worden ingericht.

Gelet op al deze omstandigheden, in onderling verband en samenhang beschouwd, is het hof van oordeel dat de verdachte moet hebben geweten (en dus heeft geweten) dat de door hem verhuurde ruimtes werden gebruikt voor de productie van synthetische drugs Verdachte is opzettelijk behulpzaam is geweest bij dit feit door [medeverdachte 1] en een of meer anderen opzettelijk de gelegenheid te verschaffen tot het plegen van dit feit door hen daartoe de ruimtes ter beschikking te (blijven) stellen.

Resumerend acht het hof, op grond van het vorenoverwogene en de gebezigde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan het bewerken, bereiden en vervaardigen van MDMA, zoals aan hem bij inleidende dagvaarding ten laste is gelegd.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

en

medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.

Strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.

Op te leggen straf

Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan productie van synthetische drugs door zijn loods en container ter beschikking te stellen.

Daarmee heeft verdachte de producenten van synthetische drugs gefaciliteerd en was hij een essentiële schakel in het geheel. De productie van en handel in synthetische drugs is een groot maatschappelijk probleem

Het is algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs zeer schadelijk is voor de gezondheid van de gebruikers. Bovendien gaan overtredingen van de Opiumwet vaak gepaard met andere vormen van zware criminaliteit, zoals witwassen, (bedreiging met) geweld en liquidaties. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie veelal illegaal gedumpt, hetgeen zeer schadelijk is voor het milieu.

Voorts wijst het hof op de vele risico’s die gepaard gaan met het opslaan en bewerken van diverse chemicaliën in een illegaal drugslaboratorium, zoals brand- en ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige stoffen.

Verdachte heeft kennelijk geen oog gehad voor het in gevaar brengen van direct omwonenden en andere gebruikers van het terrein, nu de productie onder meer werd gerealiseerd in de loods waar ook andere mensen gebruik van maakten en waar zeer nabij zich portacabins bevonden waarin mensen woonden. Verdachte heeft zich ingelaten met deze illegale activiteiten kennelijk om extra inkomsten te verwerven, zonder rekening te houden met de negatieve effecten voor anderen.

Het hof overweegt verder dat dergelijke synthetische drugslabs in het buitengebied geen uitzondering zijn. Deze worden daar door criminelen opgezet omdat schuren/loodsen vaak (deels) leeg en uit het zicht staan. Als een ieder wegkijkt en/of toestemt met een dergelijke gevaarlijke situatie, zoals verdachte heeft gedaan door zijn loods en container beschikbaar te stellen, blijft dit probleem in stand. Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij heeft gehandeld zoals bewezen is verklaard.

Naar het oordeel van het hof kan, gelet op de hiervoor beschreven ernst van het bewezenverklaarde en in verband met een juiste normhandhaving, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Daarbij heeft het hof tevens gelet op de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten, dienende als indicatie voor een gebruikelijk rechterlijk straftoemetingsbeleid, ten aanzien van het bereiden, bewerken en/of vervaardigen van harddrugs.

Het hof houdt bij de duur van de gevangenisstraf rekening met de potentiële productiecapaciteit van het laboratorium. Met de totaal op het perceel aangetroffen hoeveelheid PMK konden, na omzetting ervan in het eindproduct MDMA.HCI, ongeveer 1.990.000 XTC-tabletten worden vervaardigd.

Het hof heeft met betrekking tot de persoon van verdachte acht geslagen op de inhoud van het hem uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 5 januari 2021 waaruit volgt dat hij niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld ter zake van een strafbaar feit. Voorts heeft het hof gelet op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.

Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest, in beginsel passend en geboden. Met oplegging van deze gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.

Het hof overweegt met betrekking tot het procesverloop in deze zaak nog het volgende.

De verdachte heeft op 22 mei 2018 hoger beroep ingesteld, terwijl het hof op 22 maart 2021 – en derhalve niet binnen twee jaren na het instellen van hoger beroep – arrest wijst. De redelijke termijn in hoger beroep is hierdoor met 10 maanden overschreden, terwijl dit niet aan de verdachte valt toe te rekenen.

Het hof zal deze overschrijding verdisconteren in de straftoemeting, in die zin dat de op te leggen gevangenisstraf zal worden gematigd met 2 maanden.

Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde] (thans, na fusie: [benadeelde] )

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding tot een bedrag van € 5.560,07 aan materiële schade. De benadeelde partij is bij vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.

Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van € 5.560,07. Het hof acht de vordering voldoende onderbouwd en voorts heeft de verdediging de vordering niet betwist. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.

Het toe te wijzen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 december 2016 – zijnde de datum van de laatste facturen van de Omgevingsdienst – tot aan de dag der algehele voldoening.

Hoofdelijkheid

Het hof heeft in een arrest van dezelfde datum (parketnummer 20-001701-18) ook een ander veroordeeld ter zake van betrokkenheid bij dezelfde productie van MDMA (parketnummer 20-001700-18), Dit betekent dat de verdachte en die ander, als ook eventuele andere mededader(s), jegens de benadeelde partij hoofdelijk (naar burgerlijk recht) aansprakelijk zijn voor de totale schade.

Schadevergoedingsmaatregel

Het hof ziet aanleiding om aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op

te leggen ter hoogte van voormeld bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening
, nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor de duur van 62 dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 48 en 55 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:

vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht;

verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van
18 (achttien) maanden ;

bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden , niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;

beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.560,07 (vijfduizend vijfhonderdzestig euro en zeven cent) ter zake van materiële schade , waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;

veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil;

legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde] , ter zake van het bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.560,07 (vijfduizend vijfhonderdzestig euro en zeven cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;

bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 62 (tweeënzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op;

bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt;

bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 20 december 2016.

Aldus gewezen door:

mr. S.V. Pelsser, voorzitter,

mr. C.M. Hilverda en mr. A.J.A.M. Nieuwenhuizen, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mr. J.E. van Dijk, griffier,

en op 22 maart 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

BIJLAGE BEWIJSMIDDELEN ^[1]

1.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2015, dossierpagina’s 27-29, betreffende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 27)

Op 13 oktober 2015 was ik werkzaam bij het hennepteam ‘De Baronie’, belast met hennepruimingen in de Baronie.

Naar aanleiding van de volgende meldingen heb ik, vergezeld door een aantal collega’s een nader onderzoek ingesteld in [locatie] .

(…)

Op 13 oktober heb ik telefonisch contact gehad met wijkagent [wijkagent] die mij wees op de navolgende melding.

Datum melding: 11 oktober 2015.

Melding: “ [medeverdachte 2] heeft een drugslaboratorium aan de [adres] . Het laboratorium zit in een loods achter het huis. Er is een zwarte Mazda bij de laboratoriumactiviteiten betrokken.”

(dossierpagina 28)

Omstreeks 13.00 uur ben ik vergezeld door diverse collega’s naar de [adres] gegaan om daar nader onderzoek te verrichten.

Bij [adres] zag ik dat er iemand vooraan in de loods stond te sleutelen aan personenauto’s. Ik zag dat er aan de linkerzijde van het pand een toegangsdeur openstond. Ik riep luidkeels ‘politie’ en zag dat een man uit de loods kwam. Het bleek een Poolse man te zijn. Ik hoorde dat de man aangaf dat hij een garagebedrijf in een gedeelte van de loods had. Ik heb hem uitgelegd dat wij de loods wilden controleren.

Vervolgens ben ik met collega [verbalisant 3] de loods ingegaan en rook direct penetrante chemische lucht. Deze lucht is mij ambtshalve bekend van de productie van synthetische drugs. Links achterin de loods zag ik een uit isolatiewanden opgetrokken afgesloten ruimte. Ik zag door een gat in een van de wanden aan de bovenzijde dat de ruimte met blauwkleurig plastic luchtdicht was gemaakt. Ik zag bij de deur, die in een van de isolatiewanden zat, dat deze volledig afgedicht was met purschuim. Naast de deur stonden enkele dozen die openstonden en waar blauwkleurige vaten in zaten.

Ik zag dat in de loods een grijskleurige twintigvoets container stond en dat er in deze container blauwe vaten stonden waarop deksels zaten waar slangen op waren gemonteerd met tape. Ik zag dat er op de vaten witte aanslag zat. Van de blauwe vaten met slangen is mij ambtshalve bekend dat deze gebruikt worden bij het omzetten van APAAN. Ik zag ook een bolkolf liggen waarop oranjekleurige aanslag zat. Ik zag dat er ook 1000 liter vaten in stonden en dat deze gevuld waren met een donkerkleurige vloeistof.

Aan de buitenzijde van het pand zagen we dat er ter hoogte van de afgesloten ruimte een gat in de muur zat en er enkele stenen voor stonden die onder een aanslag zaten.

Het was ons inmiddels bekend dat de eigenaar van de loods woonde aan de [adres] . Dat is een woning op hetzelfde perceel. Daar er ook nog containers stonden op het terrein achter perceelnummer 57 welke was afgesloten, heb ik daar een nader onderzoek ingesteld. Ik ben over een hek geklommen en zag dat er diverse twintigvoets containers stonden. Ik zag dat er een container openstond en dat er blauwe vaten stonden en ook jerrycans, op een van de jerrycans met stift stond geschreven MET. Het is mij ambtshalve bekend dat MET methamfetamine is.

Ik zag een witte en een oranje container waren afgesloten met hangsloten. Ik zag dat uit de oranjekleurige container een slang van binnen naar buiten liep. Ik rook een chemische lucht bij de containers die mij bekend voorkwam van de productie van synthetische drugs. Ik zag dat er een aantal blauwe vaten naast een container stonden.

(dossierpagina 29)

Na deze opgedane bevindingen heb ik de districtsrecherche in kennis gesteld en deze hebben de Landelijke Faciliteit Ontmantelen in kennis gesteld.

2.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2015, dossierpagina’s 30-31, betreffende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 30)

Op 13 oktober 2015 omstreeks 14.30 uur werd ik gebeld door collega [verbalisant 1] die mij mededeelde dat zij in een loods op de locatie [adres] een verdachte situatie hadden aangetroffen waarbij hij het vermoeden had dat er sprake zou kunnen zijn van de productie van synthetische drugs. De situatie werd door collega [verbalisant 1] bevroren.

Situatie ter plaatse in de loods:

Vervolgens ben ik ter plaatse gegaan. Bij het openen van de loods die zich bevond op het terrein achter de woning aan de [adres] rook ik meteen een sterke chemische lucht die mij ambtshalve bekend is vanwege de productie van synthetische drugs. Aan de voorzijde in de loods bevond zich in de open ruimte een klein gedeelte dat vermoedelijk in gebruik was als autowerkplaats en in een aparte ruimte een kantoor. Ter plaatse werd een man aangetroffen genaamd [getuige] .

Achterin de loods bevond zich een afgesloten geïsoleerde ruimte waarnaast zich blauwe vaten bevonden. Tevens bevond zich in de loods een groot opslagvat met olieachtige vloeistof.

Situatie ter plaatse buiten:

Op het terrein linksachter de woning aan de [adres] , achter een gesloten hek, stonden nog een aantal open en afgesloten containers, waarin diverse goederen stonden die wezen op de mogelijke aanwezigheid van een drugslab.

Gezien voornoemde bevindingen en mogelijke gevaarzetting heb ik contact opgenomen met de LFO waarna deze om 15.51 uur ter plaatse kwam.

(dossierpagina 31)

Bevindingen LFO:
Door de LFO werd vastgesteld dat in de afgesloten ruimte achterin de loods zich een zogenaamde kristallisatieruimte bevond waar MDMA-olie werd omgezet naar een vaste stof. Tevens werden op de aanwezige droogrekken doeken met restanten gedroogde poeder aangetroffen.

Door de LFO werd vastgesteld dat zich in het grote opslagvat in de loods een restant afvalolie drugs bevond. Tevens werd vastgesteld dat in een andere container in de loods zich diverse afvalproducten bevonden met betrekking tot synthetische drugs.

Door de LFO werden op het terrein achter de woning in de diverse containers goederen aangetroffen die wezen op een MDMA-lab, waaronder drugsafvalproducten.

3.
Een proces-verbaal van relaas d.d. 21 december 2016, dossierpagina’s 1-26, betreffende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 15)

De aanwezige productiemiddelen en verpakkingen met chemicaliën zijn indicatief bemonsterd en beschreven. Door de LFO is een selectie gemaakt en deze zijn voor onderzoek ingestuurd naar het NFI in Den Haag. Op 15 oktober 2015 werden 5 monsters voor spoedanalyse aangeboden aan het NFI.

(dossierpagina 16)

Door de LFO is een aanvraag analyse van de overige aangetroffen monsters ingediend en ingezonden naar het NFI.

4.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 9 mei 2016, betreffende ‘Onderzoek naar vermoedelijke vervaardiging synthetische drugs [adres] , 13 oktober 2015’, opgemaakt door de NFI-deskundige forensische drugsonderzoek dr. J.W. Hulshof, dossierpagina’s 82-91, voor zover inhoudende:

(dossierpagina 83)

Zaaknummer: 2015.10.15.248

Aanvraagnummer: 003

Datum aanvraag: 15 oktober 2015

(dossierpagina 84)

1. Te onderzoeken materiaal

Ontvangen van: Landelijke Eenheid – Landelijke Recherche

Front-office Forensische Opsporing

Datum ontvangt: 5 januari 2016

Het ontvangen materiaal is omschreven in tabel 1.

(dossierpagina 85)

3. Vraagstelling

Zijn de monsters te relateren aan de productie van Opiumwetmiddelen of middelen zoals vermeld in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën (Wvmc)?

5. Resultaten

Tabel 1

Kenmerk

Omschrijving

Resultaat

Kristallisatieruimte K in loods

AAHV0081NL/

K1-a

Monster crèmekleurige kristallen, volgens opgave afkomstig van hoeslaken rek in stellage 13,9 gram netto.

Bevat MDMA

AAHV0082NL/

K1-b

Monster crèmekleurig poeder, volgens opgave afkomstig van hoeslaken in rek in stellage (droogrek) (5,3 gram netto).

Bevat MDMA

AAFF1900NL en AAFF1901NL/

K2-1a en K2-1b

Twee monters kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 300 liter in tien blauwe 30 L jerrycans met opschrift ‘ac’. De jerrycans stonden in de koel/vriescel K2.

Beide bevatten aceton

K2-2

Tien blauwe 60L vaten, elk voor 2/3 gevuld met vloeistof en restanten van kristallen aan de zijwand. De vaten stonden in koel/vriescel K2. Vier vaten werden bemonsterd:

AAFF1904NL/

K2-2a

Monster bruine vloeistof, volgens opgave uit een blauw 60L vat, nettogewicht vloeistof 23,6 kg

Bevat MDMA en PMK in aceton

AAFF1905NL/

K2-2b

Monster bruine vloeistof, volgens opgave uit een blauw 60L vat, nettogewicht vloeistof 24,7 kg

Bevat MDMA en PMK in aceton

AAFF1903NL/

K2-2c

Monster bruine vloeistof, volgens opgave uit een blauw 60L vat, nettogewicht vloeistof 17,9 kg

Bevat MDMA en PMK in aceton

AAFF1902NL/

K2-2d

Monster bruine vloeistof, volgens opgave uit een blauw 60L vat, nettogewicht vloeistof 24,8 kg

Bevat MDMA en PMK in aceton

(dossierpagina 86)

Kenmerk

Omschrijving

Resultaat

AAFF1906NL/

K4-a

Monster bruine olieachtige vloeistof, volgens opgave uit 80 ml uit één van drie SL maatbekers

Bevat MDMA

AAFF1907NL/

K6-a

Monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 80 liter in vier zwarte 30 L jerrycans met etiket ‘zoutzuur’

Bevat (geconcentreerd) zoutzuur

AAFF1908NL/

K7-a

Monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 300 liter in tien blauwe 30L jerrycans

Bevat aceton

AAFF1909NL/

K8-a

Monster beige kristallijn poeder, volgens opgave van een restant uit een blauw 60L vat

Bevat MDMA

Werkruimte loods L

Kenmerk

Omschrijving

Resultaat

AAFF1910NL/

L1-a

Monster bruine vloeistof met kristallijn bezinksel, volgens opgave uit circa 100 liter in een 1000L IBC

Bevat een lage concentratie amfetamine

AAFF1912NL/

L2-a

Monster vochtige grijze kristallen, volgens opgave uit drie vuilniszakken in een 60L vat, brutogewicht 20,8 kilo

Bevat natriumchloride

AAFF1911NL/

L3-a

Monster lichtgele vloeistof, volgens opgave uit circa 220 liter in een 1000L IB

Bevat lage concentratie MDMA en PMK in aceton

Zeecontainer ZL in loods

Kenmerk

Omschrijving

Resultaat

ZL-4

24 220L klemdekselvaten, elk voor 1/3 gevuld met vloeistof. Twee vaten werden bemonsterd.

AAFF1913NL/

ZL-4a

Monster bruine vloeistof op een lichtgele troebele vloeistof, volgens opgave uit circa 73 liter in een 220L klemdekselvat

Bevat amfetamine

AAFF1916NL/

ZL4b

Monster (donker)bruine olieachtige vloeistof op een kleurloze vloeistof, volgens opgave uit circa 73 liter in een 220L klemdekselvat

Bevat amfetamine

AAFF1917NL/

ZL-7a

Monster zeer geringe bruine olieachtige vloeistofresten in een lichtgele vloeistof met kleurloze kristallen, volgens opgave van restanten uit tien 60L klemdekselvaten

Bevat N-formylamfetamine

AAFF1914NL/

ZL-11a

Monster wak lichtbruine vloeistof, volgens opgave van restanten uit één van twee 5L maatbekers

Bevat amfetamine

Zeecontainer ZT-1 (MDMA/EA productieplaats)

Kenmerk

Omschrijving

Resultaat

AAIQ3621NL/

ZT1-4-A

Monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 25 liter in één van drie blauwe 25L jerrycans met opschrift ‘MET’

Methanol

AAIQ3622NL/

ZT1-5-A

Monster kleurloze vloeistof, volgen opgave uit in totaal tien liter in één van twee witte 20L jerrycans met opschrift ‘NP’ en ‘20’

Bevat methylamine in methanol

AAIQ3623NL/

ZT1-6a

Monster bruine vloeistof, volgens opgave uit een 15L jerrycan

Bevat MDMA en PMK

AAIQ3624NL/

ZT1-8-A

Monster lichtgele olieachtige vloeistof, volgen opgave uit 3,75 liter in een witte 5L jerrycan

Bevat waarschijnlijk een minerale olie

ZT1-9

RVS ketel, inhoudsmaat ongeveer 420 liter, met drukmeter en destillatieopstelling met koeler. Van deze opstelling is bemonsterd:

AAIQ3625NL/

ZT-9-A

Monster zwak lichtbruine vloeistof, volgens opgave uit de uitloop van de koeler

Bevat methylamine en een lage concentratie MDMA in methanol

AAIQ3626NL/

ZT1-9-B

Monster bruine olieachtige vloeistof zwart bezinksel, volgens opgave uit de uitlaat van de ketel

Bevat MDMA en PMK, het bezinksel bevat platina

AAIQ3627NL/

ZT1-10-A

Monster bruine olieachtige vloeistof met zwart bezinksel, volgens opgave uit circa tien liter in een witte kunststof afscheider, inhoudsmaat 200 liter

De vloeistof bevat MDMA en PMK

ZT1-11

RVS drukketel (inhoudsmaat ongeveer 290 liter) gevuld met circa 250 liter vloeistof. Hiervan werden twee monsters genomen.

(dossierpagina 87)

Kenmerk

Omschrijving

Resultaat

AAIQ3628NL/

ZT1-11a

Monster oranjebruine vloeistof, volgens opgave uit 250 liter in RVS drukketel ZT1-11

Bevat MDMA, PMK en methylamine in methanol

AAIQ3629NL/

ZT1-11-B

Monster lichtbruine vloeistof met weinig zwart bezinksel, volgens opgave van de bovenlaag van de (afgetapte) vloeistof in RVS drukketel ZT1-11

Bevat MDMA, PMK en methylamine in methanol; het bezinksel bevat platina

Zeecontainer ZT-2 (opslag)

AAIQ3630NL t/m AAIQ3632NL /

ZT2-1a, ZT2-1-B en ZT2-1-C

Drie monsters gele vloeistof, volgens opgave uit in totaal 166,6 liter in zeven 25L jerrycans

Alle drie bevatten PMK

AAIQ3634NL/

ZT2-2-A

Monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 90 liter in drie blauwe 30L jerrycans met opschrift ‘MET’

Bevat methylamine en een lage concentratie MDMA in methanol

AAIQ3633NL/

ZT2-3-A

Monster zwak lichtbruine vloeistof, volgens opgave uit een witte 25L jerrycan

Bevat methylamine en een lage concentratie MDMA in methanol

AAIQ3635NL/

ZT2-5-A

Monster nagenoeg kleurloze vloeistof, volgens opgave van restanten in acht vervuilde jerrycans

Bevat methylamine en een lage concentratie MDMA in methanol

AAIQ3637NL/

ZT2-9-A

Monster zwart poeder, volgens opgave uit een zakje, nettogewicht 66,5 gram

Bevat platinaoxide

AAIQ3636NL/

ZT2-10-A

Monster zwart poeder, volgens opgave uit een zakje, nettogewicht 109,5 gram

Bevat platinaoxide

AAIQ3638NL/

ZT2-12-A

Monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 180 liter in zes zwarte 30L jerrycans met etiket ‘Brenntag zoutzuur 36%’

Bevat (geconcentreerd) zoutzuur

AAIQ3639NL

Monster lichtbruine vloeistof, volgens opgave uit twaalf liter in een witte 15L jerrycan met kraantje

Bevat MDMA en PMK

AAIQ3640NL en AAIQ3641NL/

ZT2-21-A en ZT2-21-B

Twee monsters kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 1260 liter in 42 blauwe 30L jerrycans met opschrift ‘AC’

Beide bevatten aceton

AAIQ3642NL/

ZT2-22-A

Monster bruine vloeistof met zwart bezinksel, volgens opgave uit een witte 20L jerrycan met kraantje

Bevat MDMA, methylamine en een lage concentratie PMK in methanol

AAIQ3643NL/

ZT2-24-A

Monster bruine olieachtige vloeistof, volgens opgave uit in totaal 7,5 liter in twee witte 15L jerrycans met kraantje

Bevat MDMA en PMK

AAIQ3644NL en AAIQ3645NL/

ZT2-27-A en ZT2-27-B

Twee monsters kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 870 liter in 29 blauwe 30L jerrycans met opschrift ‘MET’

Beide bevatten methanol

AAIQ3646NL en AAIQ3647NL/

ZT2-28-A en ZT2-28-B

Twee monsters gele vloeistof, volgens opgave uit in totaal 137,5 liter in zes witte 25L jerrycans

Beide bevatten methylamine en lage concentraties MDMA en PMK in methanol

ZT2-32

22 geheel gevulde blauwe 20L jerrycans (monster A) en vier geheel gevulde blauwe 25L jerrycans (monster B). Hiervan zijn twee monsters genomen:

AAIQ3648NL/ZT2-32-A

Monster kleurloze vloeistof uit een blauwe 20L jerrycan

Bevat methylamine en een zeer lage concentratie MDMA in methanol

AAIQ3649NL/ZT2-32-B

Monster nagenoeg kleurloze vloeistof uit een blauwe 25L jerrycan

Bevat methylamine en een zeer lage concentratie MDMA in methanol

(dossierpagina 88)

Buitenterrein BT

AAIQ3630NL t/m AAIQ3632NL /

ZT2-1a, ZT2-1-B en ZT2-1-C

Monster kleurloze vloeistof, volgens opgave uit in totaal 816 liter in zes 200L dopvaten

Bevat methylamine in methanol

Trailer- trailer buitenterrein

AAIQ3651NL/

TR6a

Monster donkerbruine vloeistof, volgens opgave van restanten uit drie metalen 60L vaten met etiket ‘Aspen’

Bevat MDMA in methanol

6. Interpretatie en classificatie van het onderzoeksmateriaal

Uit de resultaten van het laboratoriumonderzoek en de ontvangen foto’s volgt dat een groot deel van het onderzoeksmateriaal is terug te voeren op de volgende processen:

- De vervaardiging van MDMA uit PMK met een reductieve amineringsmethode

(…)

Er zijn diverse syntheseroutes voor de vervaardiging van MDMA bekend; verschillende hiervan worden bij illegale vervaardiging toegepast. Een globale omschrijving va het in Nederland meest aangetroffen proces is als volgt:

Reductieve aminering met een platinakatalysator en waterstofgas

De grondstof PMK wordt gemengd met (een oplossing van) methylamine en een alcohol, zoals methanol. Hieraan wordt een platinakatalysator toegevoegd en onder roeren wordt waterstofgas doorgeleid. De PMK wordt hierdoor omgezet in MDMA-base. Na afloop van de reactie wordt de katalysator doorgaans uit het reactiemengsel verwijderd. De vloeistof bestaat voornamelijk uit MDMA en methylamine in het gebruikte alcohol.

Afdestilleren van het alcohol en de methylamine

Het alcohol en de methylamine worden afgedestilleerd. Hierbij blijft de MDMA base over als een olieachtige vloeistof. Het alcohol en de methylamine blijft over als afval; dergelijke afvalfracties bevatten doorgaans ook lage concentraties MDMA en/of PMK.

Vorming van een zout uit MDMA-base

De olieachtige MDMA-base wordt omgezet in het zout, een vaste stof. Deze omzetting wordt uitgevoerd door MDMA-base op te lossen in aceton en daar

(dossierpagina 89)

zoutzuur (als gas of als oplossing in water) aan toe te voegen. Het gevormde MDMA hydrochloride is slecht oplosbaar in aceton en kristalliseert uit. De kristallen worden verzameld door middel van filtratie en het oplosmiddel aceton blijft over als afval. In dit afval, in de vorm van geel tot bruin gekleurde aceton, zijn vak nog lage concentraties MDMA en/of PMK en diverse (synthese)verontreinigingen aanwezig.

Classificatie van het onderzoeksmateriaal in de twee beschreven processen is uitgevoerd op basis van de uiterlijke kenmerken, de chemiche samenstelling en de van het LFO verkregen informatie en foto’s van het onderzoek ter plaatse. Alleen de monsters die geclassificeerd konden worden, zijn hieronder kort genoemd.

(dossierpagina 90)

Proces 1. Vervaardiging van MDMA uit PMK met een reductieve aminering

Reductieve aminering met een platinakatalysator en waterstofgas

Grondstof PMK: [AAIQ3630 t/m AAIQ3632NL]

Oplosmiddel methanol: [AAIQ3621NL, AAIQ3634NL, AAIQ3644NL en AAIQ36445NL]

Platinakatalysator: [AAIQ3637NL en AAIQ3636NL]

Methylamine in methanol: [AAIQ3622NL en AAIQ3648NL t/m AAIQ3650NL]

Reactiemengsel: [AAIQ3628NL en AAIQ3629NL] beide afkomstig uit RVS drukketel ZT1-11, en [AAIQ3642NL]

Afdestilleren van het alcohol en de methylamine

Product MDMA-base: [AAFF1906NL, AAIQ3623NL, AAIQ3626NL, AAIQ3627NL, AAIQ3639NL en AAIQ3643NL]

Destillatieafval: [AAIQ3625NL, AAIQ3633NL, AAIQ3635NL, AAIQ3646NL en AAIQ3647NL]

Vorming van een zout uit MDMA-base

Oplosmiddel aceton: [AAFF1900NL, AAFF1901NL, AAFF1908NL, AAIQ3640NL en AAIQ3641NL]

Zoutzuur: [AAFF1907NL en AAIQ3638NL]

Eindproduct MDMA-hydrochloride: [AAHV0081NL, AAHV0082NL en AAFF1909NL]

Kristallisatiemengsel of afval: [AAFF1902NL t/m AAFF1905NL en AAFF1911NL].

7. Conclusie

Een groot deel van het onderzoeksmateriaal is kenmerkend voor de vervaardiging van MDMA uit PMK met een reductieve aminering.

(dossierpagina 91)

MDMA staat vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet.

PiperonylMethyKeton (PMK), BenzyMethylKeton (BMK), aceton en zoutzuur staan vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij de Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren.

Naar beide Verordeningen wordt verwezen in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.

5.
Een proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO d.d. 22 juni 2016, met fotobijlagen, dossierpagina’s 36-72, betreffende het relaas van verbalisant [verbalisant 5] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 36)

Op 13 oktober 2015 van omstreeks 15.45 uur tot 22.00 uur en op 14 oktober 2015 vanaf omstreeks 08.00 uur heb ik op verzoek van [verbalisant 2] ondersteuning verleend bij de doorzoeking van de locatie [adres] .

Ik heb dit onderzoek ter ondersteuning op genoemde locatie in samenwerking met A.J. van Rijn en P. Fase, respectievelijk senior en junior LFO-experts, verricht. Gedurende het onderzoek zijn door mij foto’s gemaakt. Een selectie van deze foto’s genummerd 1 tot en met 43 zijn bij dit proces-verbaal (fotomap) gevoegd en maken hiervan deel uit.

(dossierpagina 37)

Op 5 januari 2016 heb ik na prioritering de door ons genomen monsters voor analyse aangeboden aan het NFI. Op 15 oktober 2015 waren al vijf monsters (AAIQ3623NL, AAIQ3628NL, AAIQ3630NL, AAHV0081NL en AAFF1913NL) voor spoedanalyse aangeboden bij het NFI.

Ten behoeve van het nader onderzoek dienen door het NFI, afdeling verdovende middelen, de volgende onderzoeken te worden uitgevoerd.

Onderzoek naar illegale productie van synthetische drugs.

Onderzoek of monsters te relateren zijn aan de productie van middelen van de Opiumwet of middelen zoals vermeld in de Wvmc.

Op 20 juni 2016 ontving ik van het NFI het deskundigenrapport met zaaknummer 2015.10.15.248 aanvraag 003. De analyse resultaten zijn in onderstaande tabellen verwerkt.

L-Loods-bedrijfsruimte loods

- Een IBC, 1000L, gevuld met 100 L amfetamine gerelateerd afval;

- Een aanhangwagen naast de kristallisatieruimte werd gebruikt als werkplaats voor het maken/uitbreiden van de ‘houten droog stellage’ en houten frames met gaas;

- Direct naast de kristallisatieruimte:

o Een IBC 1000L gevuld met 220L vervuilde aceton-kristallisatie afval;

o 11x 60 L klemdekselvaten met resten MDMA (kristallisatievaten);

o 1x 60 L klemdekselvat met gripzakken gevuld met kristallen.

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

L1

1x 1000 liter IBC gevuld met ca. 100 liter bruine olieachtige vloeistof (sterk basisch). IBC stond achter autoherstelplaats.

AAFF1910NL

L1-a

1000 liter IBC gevuld met ca. 100 liter bruine olieachtige vloeistof (sterk basisch), ruikend naar de geur van amfetamineachtige stoffen.

Bevat een lage concentratie amfetamine

Proces 2: Leuckartmethode: afval

L2

3x kartonnen doos inhoudende:

11x 60 litervat allen vervuild met kristallen.

1x 60 litervat gevuld met 3 vuilniszakken met lichtbruine kristallen.

De dozen stonden rechts van de ingang van ruimte K.

AAAFF1912NL

L2-a

60 litervat gevuld met 3 vuilniszakken met lichtbruine kristallen. 20,8 kilo bruto. Dit vat stond rechts van de ingang van ruimte K.

Bevat natriumchloride.

L3

1x 1000L liter IBC gevuld met ca. 220 liter lichtbruine neutrale vloeistof met geur van aceton. De IBC stonden rechts van de ingang van ruimte K.

(dossierpagina 38)

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

AAFF1911NL

L3-a

1000 liter IBC gevuld met ca. 220 liter lichtbruine neutrale vloeistof met de geur van aceton. De IBC stonden rechts van de ingang van ruimte K.

Bevat lage concentraties MDMA en PMK in aceton.

Proces 1 vorming zout:

Kristallisatieafval

K-kristallisatieruimte-bedrijfsruimte loods

- Een houten stellage (plek voor 14 droogrekken) voorzien van 13 droogrekken bestaande uit een houten frame voorzien van kippengaas met daarover een hoeslaken gespannen. Kennelijk werd deze stellage gebruikt voor het drogen/scheiden (uitgieten kristallisatievat) van de vervaardigde MDMA/EA kristallen. De hoeslakens waren vervuild met aangekoekte resten kristallen ruikend naar de geur van MDMA. Twee droogrekken bemonsterd, totaal 19,3 gram netto, indicatief positief op MDMA/EA;

- Een koel/vriescel (2x 2 m), niet in werking, inhoudende:

o 10x 30 L jerrycans, opschrift AC, geheel gevuld met aceton: totaal 300 L aceton;

o 10x 60 L klemdekselvaten, alle voor 2/3 gevuld me vervuilde aceton (kristallisatie MDMA/EA) en restanten kristallisatie binnenkant, totaal 400 L;

- een opstelling t.b.v. het afzuigen van de dampen tijdens het uitgieten van de kristallisatievaatjes, bestaande uit een houten kast met koolstoffilter en flexibele slang met afvoer naar buitenzijde loods;

- 3x 30 L jerrycans met etiket zoutzuur; 2x vol en 1x 2/3 gevuld, alle gevuld met een zure rokende vloeistof: totaal 80 L zoutzuur;

- 10x 30 L jerrycans, opschrift AC, geheel gevuld met aceton (geur, FD): totaal 300L aceton;

- 10x 30L jerrycans, geheel gevuld met heldere vloeistof, geur aceton: totaal 300 L aceton;

- 15x 30 L jerrycans, leeg, geur aceton: totaal 450 L aceton verwerkt;

- 5 maatbekers (2-3-5 L); 1 gevuld met bruinkleurige olieachtige vloeistof;

- Een 60 L klemdekselvat, gebruikt als kristallisatievat, gevuld met een hoeveelheid kristallen, indicatief positief op MDMA/EA;

- Totaal 14 ronde en rechthoekige speciekuipen, gebruikt voor het opvangen van de vervuilde aceton (kristallisatie), vervuild met resten kristallen, indicatief positief op MDMA/EA;

- Totaal 10 ventilatoren t.b.v. het drogen van de kristallen- 7 gebruikt en 3 in doos;

- Een digitale weegschaal.

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

K1

Stellage van hout voorzien van 13 houten rekken met kippengaas ten behoeve van het uitschudden, opvangen en drogen van kristalen. Over de rekken zaten hoeslakens gespannen welke vervuild waren met MDMA-poeder

AAHV0081NL

K1-a

Bemonstering wit poeder afkomstig vanaf hoeslaken rek in stellage (13,9 gram netto)

Bevat MDMA

Proces 1 vorming zout: eindproduct MDMA-hydrochloride

AAHV0082NL

K1-b

Bemonstering wit poeder afkomstig vanaf hoeslaken rek in stellage (5,3 gram netto)

Bevat MDMA

Proces 1 vorming zout: eindproduct MDMA-hydrochloride

K2

Koel/vriescel inhoudende zie K2-1 en K2-2. De koelvriescel werd gebruikt voor het vervaardigen c.q. bewerken van drugs met name het kristalliseren van MDMA-olie in MDMA-HCL m.b.v. zoutzuur en aceton

(dossierpagina 39)

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

K2-1

10x blauwe 30 liter jerrycan volledig gevuld met heldere vloeistof en de tekst “ac”

AAFF1900NL

K2-1a

1e monster uit een partij van 10x blauwe 30 liter jerrycan volledig gevuld met heldere vloeistof en de tekst “ac”. De jerrycans stonden in de vriescel K2.

Bevat aceton

Proces 1 vorming zout: oplosmiddel

AAFF1901NL

K2-1b

2e monster uit een partij van 10x blauwe 30 liter jerrycan volledig gevuld met heldere vloeistof en de tekst “ac”. De jerrycans stonden in de vriescel K2.

Bevat aceton

Proces 1 vorming zout: oplosmiddel

K2-2

10x blauw 60 litervat alle voor 2/3 gevuld met bruinkleurige basische vloeistof met restanten van kristallen aan de zijwand.

AAFF1904NL

K2-2a

1e monster uit een partij van 10x blauw 60 litervat alle voor 2/3 gevuld met bruinkleurige basische vloeistof met restanten van kristallen aan de zijwand, netto gewicht vloeistof 23,6 kilo. De vaten stonden in de koel/vriescel K2.

Bevat MDMA en PMK in aceton.

Bevat aceton

Proces 1 vorming zout: kristallisatiemengsel

AAFF1905NL

K2-2b

2e monster uit een partij van 10x blauw 60 litervat alle voor 2/3 gevuld met bruinkleurige basische vloeistof met restanten van kristallen aan de zijwand, netto gewicht vloeistof 24,7 kilo. De vaten stonden in de koel/vriescel K2.

Bevat MDMA en PMK in aceton.

Bevat aceton

Proces 1 vorming zout: kristallisatiemengsel

AAFF1903NL

K2-2c

3e monster uit een partij van 10x blauw 60 litervat alle voor 2/3 gevuld met bruinkleurige, basische vloeistof met restanten van kristallen aan de zijwand, netto gewicht vloeistof 17,9 kilo. De vaten stonden in de koel/vriescel

Bevat MDMA en PMK in aceton.

Bevat aceton

Proces 1 vorming zout: kristallisatiemengsel

AAFF1902NL

K2-2d

4e monster uit een partij van 10x blauw 60 litervat alle voor 2/3 gevuld met bruinkleurige, basische vloeistof met restanten van kristallen aan de zijwand. Nettogewicht vloeistof 24,8 kilo. De vaten stonden in de koel/vriescel K2.

Bevat MDMA en PMK in aceton.

Bevat aceton

Proces 1 vorming zout: kristallisatiemengsel

K3

5x 25 liter jerrycan vervuild met restanten kristallisatieafval

K4

1x 3 liter maatbeker (leeg)

1x 2 liter maatbeker (leeg)

3x 5 liter maatbeker waarvan 1 gevuld met een restant van 80 ml bruinkleurige vloeistof

1x trechter

AAFF1906NL

K4-a

3x 5 liter maatbeker waarvan 1 gevuld met een restant van 80 ml bruinkleurige vloeistof. Hiervan werd een monter genomen.

Bevat MDMA

Proces 1 af destilleren: product MDMA-base.

K5

15x 30 liter jerrycan (leeg) met geur van aceton

K6

2x zwarte 30 liter jerrycan gevuld met heldere rokende vloeistof

1x zwarte 30 liter jerrycan (leeg)

1x zwarte 30 liter jerrycan voor 2/3 gevuld met heldere rokende vloeistof en alle voorzien van etiket “zoutzuur

AAFF1907NL

K6-a

2x zwarte 30 liter jerrycan gevuld met heldere rokende vloeistof

1x zwarte 30 liter jerrycan (leeg)

1x zwarte 30 liter jerrycan voor 2/3 gevuld met heldere rokende vloeistof en alle voorzien van het etiket “zoutzuur”

Bevat geconcentreerd zoutzuur

Proces 1 vorming zout

(dossierpagina 40)

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

K7

10x blauwe 30 liter jerrycan alle gevuld met heldere vloeistof en de geur van aceton + 1x blauwe 30 liter jerrycan (leeg)

AAFF1908NL

K7-a

10x blauwe 30 liter jerrycan alle gevuld met heldere vloeistof en de geur van aceton.

Uit bovenstaande partij heb ik een monster genomen.

Bevat aceton

Proces 1 vorming zout: oplosmiddel

K8

1x blauw 60 litervat met restanten kristallen (indicatief getest MDMA)

AAFF1909NL

K8-a

1x 60 litervat met restanten kristallen

(indicatief getest MDMA)

Hiervan werd een monter genomen.

Bevat MDMA

Proces 1 vorming zout: eindproduct MDMA-hydrochloride

K9

5x kunststof bakken vervuild met wit poeder (indicatief getest MDMA)

K10

10x ventilator

K11

1 vervuilde weegschaal

K12

9x speciekuip vervuild met wit poeder/kristallen, 1 emmer met trechter

K13

1 deksel vervuild met poeder met maatschelp en ph papier

K14

2x 60 litervat vervuild met kristallen

K15

Afzuigsysteem bestaande uit een houten constructie met daarin opgehangen een koolstoffilter gekoppeld aan een flexibele slang en een afzuigunit. De afgezogen dampen werden via de flexibele slang afgevoerd naar buiten (zijkant loods)

ZL (20 ft zeecontainer)- bedrijfsruimte loods

De niet afgesloten zeecontainer was geheel gevuld met amfetamine en de omzetting van APAAN in BMK gerelateerde goederen-afval, onder andere:

- 24 x 220 L klemdekselvaten, gebruikt als loogvaten, alle 1/3 gevuld met een sterk basische vloeistof, totaal ongeveer 1700 L;

- 5 vaten, 4x 220 L klemdeksel en 1x 300 L ton, gebruikt als gaswasser, alle geheel gevuld met een zure vloeistof;

- 10x 60 L klemdekselvaten, alle gevuld met resten kristallen en donkerbruine zure vloeistof, ruikend naar APAAN: vermoedelijk afval van de omzetting APAAN in BMK;

- Een aantal rechthoekige bakken, jerrycans, emmers en vuilniszakken gevuld met (resten) amfetamine gerelateerd afval;

- 23 zakken caustic soda: 22 leeg en 1x halfvol;

- Een IBC 1000 L, gevuld met 480 L amfetamine gerelateerd afval.

(dossierpagina 42)

ZT-1 (zeecontainerterrein)-buitenterrein

Deze met een cilinderslot afgesloten 20 ft zeecontainer van 6 x 2,3 meter, was als productieplaats, niet in werking, ingericht en in gebruik ten behoeve van de vervaardiging van synthetische drugs, met name de vervaardiging van MDMA/EA volgens de verhoogde drukmethode met behulp van PMK, namelijk:

- Een rvs drukketel (o.a. verwarmingsmantel, roermotor, drukmeter), inhoudsmaat ongeveer 290 L, aangesloten op een waterstof gascilinder, nog onder druk. De ketel was gevuld met ongeveer 250 L reactiemengsel, positief op de aanwezigheid van MDMA/EA;

- Een gecombineerde druk/destillatieketel (o.a. roermotor, drukmeter) met rvs koeler voorzien van 3 gasbranders, inhoudsmaat ongeveer 420 L, gebruikt en gevuld met een kleine hoeveelheid donkerbruine vloeistof;

- Een kunststof afscheider/scheitrechter geplaatst in een hydraulisch systeem, gevuld met ongeveer 10 L donkerbruine vloeistof;

- 3 waterstof gascilinders, 50 L; 1 gasfles was aangesloten en nog onder druk (in gebruik);

- 5 propaan gasflessen (3 aangesloten op destillatieketel);

- Jerrycans met methanol (vol en leeg), totaal ongeveer 35 L methanol;

- Jerrycan met kraantje, inhoudsmaat 15L, vol met bruin olieachtige vloeistof, positief op aanwezigheid van MDMA;

- Een 5 L jerrycan met 3,75 L geelkleurige olieachtige vloeistof, vermoedelijk PMK;

- Afzuiginstallatie.

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

ZT1-1

3x 50 L waterstof gascilinder

ZT1-2

3x propaan gascilinder

ZT1-3

2x propaan gascilinder, aangesloten op branders onder destillatieketel (1 op 1 brander, 1 op 2 branders)

AAIQ3621NL

ZT1-4

3x blauw 25L jerrycan met opschrift MET, waarvan 2 leeg en 1 vol. Heldere kleurloze vloeistof, PH neutraal, totaal 60 L. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Methanol

Proces 1: reductieve aminering

AAIQ3622NL

ZT1-5

2 witte 20 L jerrycans waarvan 1 leeg en 1 halfvol met zure kleurloze vloeistof, opschrift NP 20. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat methylamine in methanol

Proces 1: reductieve aminering

AAIQ3623NL

ZT1-6

Witte 15 L jerrycan met kraantje, geheel gevuld met donkere vloeistof. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat MDMA en PMK

Proces 1: afdestilleren: product MDMA-base: 15 liter

(dossierpagina 43)

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

ZT1-7

Diverse losse goederen op de grond:

- Gele slang

- Gele slang

- Trechter

- 2 emmers

- Weegschaal

- Garde en lepel

- Zwaar vervuilde maatbeker 5 L

- Stoffen/lampen

- Doosje met IR thermometer, gereedschap, koppelingen

- Doos met 2 klemmen om gascilinders vast te zetten

AAIQ3624NL

ZT1-8

Witte 5L jerrycan voor 3,75 L gevuld met gelige olie, pH neutraal

Bevat waarschijnlijk een minerale olie

AAIQ3625NL en AAIQ3626NL

ZT1-9

RVS ketel met drukmeter en destillatieopstelling met koeler. Monster A komt uit uitloop koeler, monster B uit uitlaat ketel. Ketel bevatte alleen nog restanten.

Bevat methylamine en een lage concentratie MDMA in methanol

Proces 1: af destilleren: destillatieafval

Bevat MDMA en PMK; het bezinksel bevat platina

Proces 1: afdestilleren product MDMA-base

AAIQ3627NL

ZT1-10

Witte kunststof afscheider, inhoudsmaat 200L met ongeveer 10L donkerbruine vloeistof. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

De vloeistof bevat MDMA en PMK

Proces.1: af destilleren:

Product MDMA-base 10 liter

AAIQ3628NL en AAIQ3629NL

ZT1-11

RVS drukketel gevuld met ongeveer 250 L olieachtige vloeistof. Van deze afgetapte vloeistof werden twee monsters genomen. A van de onderlaag en B van de bovenlaag.

Bevat MDMA, PMK en methylamine in methanol.

Proces.1: reductieve aminering: reactiemengsel

Bevat MDMA, PMK en methylamine in methanol; het bezinksel bevat platina

Proces.1: reductieve aminering: reactiemengesel

ZT1-12

Vacuümpomp

ZT2-(zeecontainer terrein)- buitenterrein

Deze met een hangslot afgesloten 20 ft zeecontainer was in gebruik ten behoeve van de opslag van chemicaliën/goederen ten behoeve van de vervaardiging van synthetische drug, met name de vervaardiging van MDMA/EA, namelijk:

- 26x 50L waterstof gascilinders;

- 6x 79L methylamine gascilinders;

- 32x 30L jerrycan, blauw, met opschrift MET, alle geheel gevuld met heldere vloeistof, FD=methanol, totaal 960 L methanol;

- 26x 20L en 6x 25L jerrycans met een mengsel/oplossing methanol-methylamine, totaal 665 L mengsel MA/methanol;

- 42x 30 L jerrycans, blauw, opschrift AC, geheel gevuld met heldere vloeistof, geur aceton,
(dossierpagina 44) totaal 1260 L aceton;

- 6x 30 L jerrycans, etiket zoutzuur, totaal 180 L zoutzuur

- Gesealde zakjes met fijn metaal poeder, zwart en bruin, vermoedelijk platinaoxide (katalysator) , totaal 180 gram netto;

- 13x 25 L jerrycans, 11x vol, 1x 2/3 vol en 1x halfvol, met geelkleurige olieachtige vloeistof, geur PMK, FD=PMK, totaal 304 L PMK;

- Aantal jerrycans met kraantje, 15L, totaal ongeveer 22,5 L olieachtige vloeistof, geur MDMA, indicatief MDMA/EA.

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

AAIQ3630NL en AAIQ3631NL en AAIQ3632NL

ZT2-1

7x witte 25L jerrycan (6x vol, 1 2/3 gevuld) met heldere gele vloeistof. FD: PMK. Totaal ongeveer 166,6 L PMK. Van deze vloeistof werden 3 monsters genomen.

Bevat PMK

Proces.1: reductieve aminering: grondstof.

AAIQ3634NL

ZT2-2

3x blauwe 30 L jerrycan, vol, met heldere kleurloze vloeistof. Opschrift ‘MET’. Van deze vloeistof werd een monter genomen.

Methanol

Proces.1: reductieve aminering: oplosmiddel

AAIQ3633NL

ZT2-3

1 witte 25L jerrycan gevuld met basische kleurloze vloeistof, geur methylamine. FD: methanol. Van deze vloeistof werd een monter genomen.

Bevat methylamine en een lage concentratie MDMA in methanol

Proces.1: af destilleren: destillatieafval

ZT2-4

1 blauwe 25L jerrycan gevuld met kleurloze vloeistof, geur methylamine. Opschrift ‘MET’

AAIQ3635NL

ZT2-5

8 vervuilde jerrycans/restanten met geur methylamine. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat methylamine en een lage concentratie MDMA in methanol.

Proces.1: af destilleren: destillatieafval

AAIQ3637NL

ZT2-9

Zakje fijn poeder, donkerbruin. 66,5 gram netto. Vermoedelijk platinaoxide (katalysator). Van dit poeder werd een monster genomen.

Bevat platinaoxide

Proces.1: reductieve aminering: katalysator

AAIQ3636NL

ZT2-10

Zakje fijn poeder, donkerbruin. 109,5 gram netto. Vermoedelijk platinaoxide (katalysator). Van dit poeder werd een monster genomen.

Bevat platinaoxide

Proces.1: reductieve aminering: katalysator

ZT2-11

Vloeistofpomp

AAIQ3638NL

ZT2-12

6x zwarte 30 L jerrycan, vol (..) zoutzuur 36%. Gevuld met zure rokende vloeistof. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat (geconcentreerd) zoutzuur

ZT2-13

Bevat 20L jerrycan, geur methylamine, voor ongeveer 15L gevuld met methanol/methylamine oplosing.

(dossierpagina 45)

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

ZT2-14

3x witte 20 L jerrycan, geheel gevuld met methanol/methylamine oplossing

ZT2-15

Doosje met lege zakjes met zwarte poederresten en vervuilde handschoen

ZT2-16

Emmer vervuild met zwarte poederresten

ZT2-17

Blauwe vuilniszak met slang

ZT2-18

Broodkrat met daarin een krat met slangen, klemband voor klein klemdekselvat, handschoenen, koppelstukken, schenktuit en 6 doppen voor gasflessen

ZT2-19

Opengesneden jerrycans, stuk slang, slangenklemmen en filters voor maskers, bak met trechter en 20 L jerrycan vervuild met restanten bruine vloeistof

AAIQ3639NL

ZT2-20

Witte 15L jerrycan met kraantje, met 12L donkerbruine vloeistof. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat MDMA en PMK

Proces.1: af destilleren

Product MDMA-base: 12 liter

AAIQ3640NL en AAIQ3641NL

ZT2-21

42x blauwe 30L jerrycan, alle vol, met heldere kleurloze vloeistof, opschrift ‘AC’, geur aceton, totaal 1260 L. Uit deze partij werden 2 monsters genomen.

Bevat aceton

Proces.1 vorming zout: oplosmiddel

AAIQ3642NL

ZT2-22

20L witte jerrycan met kraantje, gevuld met donkerbruine vloeistof. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat MDMA, methylamine en een lage concentratie PMK in methanol.

ZT2-23

Zakje met restanten zwart poeder, opschrift ‘500’

AAIQ3643NL

ZT2-24

2 witte 15L jerrycan met kraantje met in totaal 7,5L donkerbruine vloeistof, vermoedelijk MDMA olie. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat MDMA en PMK

Proces.1: af destilleren

Product MDMA-base: 7,5 liter

ZT2-25

2x opengesneden jerrycan met kraantje, verontreinigd met zwart poeder

ZT2-26

2x vacuümpomp

AAIQ3644NL en AAIQ3645NL

ZT2-27

29x blauwe 30L jerrycan met opschrift ‘MET’, geheel gevuld met heldere kleurloze vloeistof, totaal 870 L. Van deze vloeistof werden 2 monters genomen.

Methanol

Proces.1 reductieve aminering: oplosmiddel

AAIQ3646NL en AAIQ3647NL

ZT2-28

6 witte 25L jerrycans, waarvan 5 vol en 1 halfvol met heldere gele vloeistof, totaal 137,5 L vermoedelijk PMK. Van deze vloeistof werden 2 monsters genomen.

Bevat methylamine en lage concentraties MDMA en PMK in methanol

Proces.1: af destilleren: destillatieafval

(dossierpagina 46)

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

ZT2-29

Afzuigslang, nieuw in doos

ZT2-30

Water circulatie vacuümpomp

ZT2-31

Vloeistofslang

AAIQ3648NL en AAIQ3649NL

ZT2-32

22x blauwe 20L jerrycan (monster A) en 4x blauwe 25L jerrycan (monster B), alle geheel gevuld met verm. Methanol/methylamine oplossing. Van deze vloeistof werden 2 monsters genomen.

Bevat methylamine en een zeer lage concentratie MDMA in methanol.

ZT2-33

26x 50L waterstofgascilinders

ZT2-34

6x 79L methylamine gascilinders

TR trailer- buitenterrein

Een niet afgesloten trailer links van ZT-2 in gebruik voor de opslag van diverse gerelateerde goederen, o.a.:

- 4x 20L jerrycan, opschrift ‘MET’, verontreinigd met geur methylamine;

- 2x 200L dopvat, leeg, inhoudende een kunststof zak, geur methylamine, vermoedelijke inhoud mengsel methanol/methylamine, totaal 400L mengsel methanol/methylamine (vermoedelijk) verwerkt;

- Een houten krat met een cooling machine.

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

TR1

Vloeistofpomp onder trailer

TR2

4x blauwe 20L jerrycan met opschrift ‘MET’ en geur methylamine, verontreinigd en 1x 20L blauwe jerrycan met restanten destillatieafval

TR3

Partij 3M wegwerpoveralls

TR4

2x 200L dopvat, geur methylamine, leeg

TR5

Senco vacuüm controller

AAIQ3651NL

TR6

3x metalen vaten, inhoudsmaat 60L, voorzien van etiket met opschrift ‘Aspen’, gevuld met resten olieachtige vloeistof, geur MDMA. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat MDMA in methanol.

TR7

Diverse slangen

TR8

Cooling machine

(dossierpagina 47)

LTR trailer- buitenterrein

Een niet afgesloten trailer links van TR in gebruik voor de opslag van diverse gerelateerde goederen, o.a.:

- Een opengesneden 200L dopvat inhoudende 5 kunststof zakken (gelijk aan zakken van dopvaten met mengsel methanol/methylamine) alle gevuld met kleine hoeveelheid heldere vloeistof geur methylamine, vermoedelijk mengsel methanol/methylamine: vermoedelijk 1000L mengsel methanol/methylamine verwerkt.

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

LTR1

Opengesneden 200L dopvat met daarin 5 lege zakken met name restanten vloeistof, geur methylamine

LTR2

3x blauwe 25L + 1 x blauwe 20L jerrycan, leeg, met geur methylamine

LTR3

2x bovenzijde van opengesneden jerrycans met kraan (ZT2-25)

BT buitenterrein

Op het bedrijfsterrein rondom bovengenoemde containers stonden diverse gerelateerde goederen opgeslagen, onder andere:

- 6x 200L dopvaten, 3x vol, 1x halfvol, 1x 1/3 vol en 1x ¼ vol, alle inhoudende een kunststof zak gevuld met een mengsel van methanol/methylamine, totaal 1400L methanol/methylamine;

- Een houten kist met diverse laboratorium goederen, merk Senco.

SIN

IBN/LFO code

Omschrijving

Analyse resultaat NFI

BT1

Houten kist met diverse artikelen van het merk Senco

AAIQ3650NL

BT2

6x 200L dopvaten (…) met methanol/methylamine oplossing in een zak in het vat aanwezig, totaal 1416,6 liter. Van deze vloeistof werd een monster genomen.

Bevat methylamine in methanol

Proces.1: reductieve aminering: methylamine in methanol

BT3

Witte 25L jerrycan met afval

Interpretatie LFO

De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën die aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. In de ruimte in de loods (K), de zeecontainers (ZT-1 en ZT-2), de trailers (TR en LTR) en het buitenterrein (BT) werd op (zeer) grote schaal MDMA volgens de verhoogde druk methode met behulp van PMK vervaardigd.

Opbrengstberekening met aangetroffen chemicaliën (product)

Op deze locatie werd in totaal 166 liter PMK aangetroffen. Ambtshalve is het mij bekend dat indien deze vervaardigde PMK wordt omgezet in het eindproduct MDMA.HCI (het zoutzure zout van MDMA; kristallen) dit ongeveer 166 x 1,2 kg = 199 kilogram MDMA.HCI oplevert.

(dossierpagina 49)

Indien deze MDMA.HCI kristallen worden verwerkt in tabletten dan kunnen er, uitgaande van ongeveer 100 mg MDMA.HCI per tablet, ongeveer 1.990.000 (XTC) tabletten van vervaardigd worden.

6.
Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 oktober 2015, dossierpagina’s 234-236, betreffende de verklaring van [getuige] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 234)

Ongeveer tweeënhalf jaar à drie jaar geleden ben ik naar [locatie] gekomen en ben ik in een ruimte op het terrein aan de [adres] komen te wonen. Ik huur deze woning en ik huur ook een gedeelte van de loods op het terrein.

(dossierpagina 235)

Ongeveer 2 weken geleden is iemand begonnen met het bouwen van een ruimte achter in de loods. (…) Ik ben toen een paar dagen naar Polen gegaan en toen ik terugkwam stond er een hokje met daarin een deur. Ik heb aan de klink gevoeld en deze zat op slot.

De loods is normaal op slot dus hij moet een sleutel gehad hebben.

Ongeveer 7 weken geleden merkte ik voor het eerst op dat ik een aparte geur rook als ik ’s morgens de loods binnenkwam. Als ik moet zeggen waar de geur het meest op lijkt is het een zoete geur. Ongeveer 7 weken geleden kwam ik terug uit Polen. Volgens mij was het net daarna dat ik die geur heb geroken.

7.
Een proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 11 november 2015, dossierpagina’s 133-138, betreffende het relaas van verbalisanten [verbalisant 6] , [verbalisant 7] en [verbalisant 8] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 133)

Op 13 oktober 2015 omstreeks 16.45 uur kregen wij het verzoek van inzetcoördinator B. Boschma van het team Forensische Opsporing om een forensisch onderzoek naar sporen te verrichten in verband met het aantreffen van een drugslab voor het vervaardigen van harddrugs.

(dossierpagina 134)

Onderzoekslocatie

Het onderzoek werd verricht op een bedrijventerrein aan de [adres] .

Het betrof een vanaf de openbare weg vrij te bereiken bedrijventerrein met aan de voorzijde een vrijstaande woning. Aan de rechterzijde van het terrein bevond zich een grote loods. Aan de linker achterzijde op het bedrijventerrein bevond zich een buitenterrein met onder andere zeecontainers en trailers. Dit buitenterrein was gelegen achter perceelnummer 57. Het buitenterrein was te bereiken via een doorgang tussen perceel 57 en 61, of via een verhard pad gelegen achter de vrijstaande woning. Het buitenterrein was afgesloten middels een ijzeren hekwerk.

Omschrijving loods

Aan de linker voorzijde van de loods was een kantoorruimte gesitueerd. De loods was in gebruik ten behoeve van opslag van diverse goederen en gedeeltelijk voor een autoherstelplaats. Aan de linkerzijde van de loods stond onder andere een grijze zeecontainer, de zeecontainer ‘ZL’.

In de linker achterzijde van de loods was een ruimte opgebouwd uit isolatieplaten. Aan de rechterzijde van deze ruimte was een afsluitbare toegangsdeur gesitueerd. Deze ruimte was ingericht ten behoeve van het vervaardigen c.q. bewerken van drugs, met name voor het kristalliseren van MDMA/EA.

In de kristallisatieruimte bevond zich onder andere aan de rechter voorzijde een houten stellage ten behoeve van het drogen van kristallen, aan de rechter achterzijde een koelcel met diverse jerrycans en aan de linkerzijde een stellage met een afzuiginstallatie.

Omschrijving buitenterrein

Het buitenterrein was omheind middels bossages. Aan de rechterzijde bevond zich een ijzeren hekwerk, welke was voorzien van een hangslot. Op het buitenterrein stonden onder andere een aantal zeecontainers en trailers. De navolgende zeecontainers en trailers zijn onderzocht:

- Rode trailer, benoemd als ‘LTR’, aan de voorzijde van het terrein;

- Rode trailer, benoemd als ‘TR, aan de linker voorzijde van het terrein, achter de trailer ‘LTR’;

- Witte zeecontainer, benoemd als ‘ZT-2’, aan de linker voorzijde van het terrein, achter trailer ‘TR’;

- Rood/bruine zeecontainer, benoemd als ‘ZT-1’, in het midden van het terrein.

Kristallisatieruimte

We zagen dat de toegangsdeur van de kristallisatieruimte opengebroken was. We zagen dat vanuit de afzuiginstallatie in de kristallisatieruimte een flexibele buis liep. Deze buis ging door een van de isolatieplaten, via een ladekast die in de loods naast de kristallisatieruimte stond, naar buiten. In de ladekast werd een volgelaatsmasker aangetroffen (SIN AAIU5581NL).

(dossierpagina 135)

Zeecontainer in loods (ZL-1)

De zeecontainer in de loods was niet afgesloten. In de zeecontainer bevonden zich goederen en afval gerelateerd aan het vervaardigen van synthetische drugs.

Zeecontainer buitenterrein (ZT-1)

De rood/bruine zeecontainer op het buitenterrein was ingericht als een productieplaats ten behoeve van het vervaardigen van synthetische drugs, met name MDMA/EA. Op het moment van het aantreffen was het lab niet in werking.

Door ons werden enkele goederen veiliggesteld uit deze zeecontainer:

- Een bahco op poetsdoeken tegen de rechterzijwand;

- Een vervuilde werkhandschoen op de vloer aan de linker voorzijde (SIN AIU5572NL).

- Een vervuilde werkhandschoen op gasfles aan de linker voorzijde (SIN AAIU5571NL);

- Een vervuilde werkhandschoen (SIN AAIU5540NL).

Zeecontainer buitenterrein (ZT-2)

De zeecontainer was in gebruik als opslag van chemicaliën en goederen ten behoeve van de vervaardiging van synthetische drugs. Uit de zeecontainer werden twee handschoenen door het LFO overgedragen, welke door ons werden veiliggesteld (SIN AAIU5543NL en SIN AAIU5544NL).

Trailer buitenterrein (TR)

Het betrof een niet afgesloten rode trailer, welke in gebruik was voor de opslag van goederen te relateren aan het vervaardigen van synthetische drugs. Door het LFO werd een handschoen overgedragen, welke door ons werd veiliggesteld (SIN AAIU5545NL).

Trailer buitenterrein (LTR)

Het betrof een niet afgesloten rode trailer, welke in gebruik was voor de opslag van goederen te relateren aan het vervaardigen van synthetische drugs. In deze trailer lag een grote hoeveelheid zwarte verpakkingsfolie, welke er gebruikt uitzagen. De folie wordt vaak gebruikt voor het sealen van onder andere vaten.

8.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 29 januari 2016, betreffende ‘Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek’, opgemaakt door NFI-deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA drs. C. van Kooten, dossierpagina’s 170-172, voor zover inhoudende:

(dossierpagina 170)

Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:

AAIU5540 bemonstering van de binnenzijde van een wegwerphandschoen

AAIU5571 bemonstering van de binnenzijde van een linkerhandschoen

AAIU5572 bemonstering van de binnenzijde van een rechterhandschoen

(dossierpagina 171)

SIN

Beschrijving DNA-profiel/celmateriaal kan afkomstig zijn van

Matchkans DNA-profiel

AAIU5571

DNA-profiel van een man

- [medeverdachte 1]

Kleiner dan 1 op 1 miljard

AAIU5540 en AAIU5572

Onvolledige DNA-profielen

- [medeverdachte 1]

Vanwege de onvolledigheid en overige resultaten niet berekend

Het DNA-profiel van het celmateriaal in de bemonstering AAIU5571 is op 27 januari 2016 opgenomen in de Nederlandse DNA-databank voor strafzaken en wordt sindsdien vergeleken met daarin aanwezige DNA-profielen. Hierbij is een match gevonden met het DNA-profiel van [medeverdachte 1] RAAA4627NL.

9.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag d.d. 13 april 2016, betreffende ‘Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek’, opgemaakt door opgemaakt door NFI-deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA drs. J. Koopman, dossierpagina’s 174-176, voor zover inhoudende:

(dossierpagina 174)

Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:

(…)

AAIU5544#1 een bemonstering van de binnenzijde van een linkerhandschoen

AAIU5545#1 een bemonstering van de binnenzijde van een linkerhandschoen

(dossierpagina 175)

AAIU5545#2 een bemonstering van de binnenzijde van een rechterhandschoen

AAIU5581#2 een bemonstering van de rand van de binnenzijde van een gasmasker

Het DNA-profiel van [medeverdachte 1] RAAAA4627NL (geboren op 1 juli 1991) is betrokken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.

SIN

Beschrijving DNA-profiel/celmateriaal kan afkomstig zijn van

Matchkans DNA-profiel

AAIU5544#1

DNA-profiel van een man

- Onbekende man A

Kleiner dan 1 op 1 miljard

AAIU5545#1 en #2

DNA-profiel van een man

- [medeverdachte 1]

Kleiner dan 1 op 1 miljard

AAIIU5581#2

DNA-profiel van een man

- Onbekende man B

Kleiner dan één op één miljard

10.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 oktober 2015, dossierpagina’s 222-228, betreffende de verklaring van P.B. van Wijk, wonende aan de [adres] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 222)

V: Wie wonen hier allemaal?
A: Ik woon hier met mijn zoon Jan [verdachte] .

(dossierpagina 225)

V: Wie maken er allemaal gebruik van de loods?
A: Mijn zoon. Hij heeft daar een kantoor in gezet.

V: Wie heeft de sleutel?
A: Ik en mijn zoon.

11.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 juni 2016, dossierpagina’s 414-423, betreffende de verklaring van [verdachte] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 417)

V: Het adres waar jij woont, is dat [adres] in [locatie] . Dat klopt?

A: Ja.

V: Kom je wel eens in de loods of het kantoor?
A: Ik kwam wel eens in het kantoor.

V: Wie komen er allemaal in de loods?
A: Mensen in het algemeen. Poolse mensen, van wie er één op het terrein woont. [getuige] .

V: Hoe vaak kom jij daar?
A: Toentertijd bijna dagelijks. Het is mijn terrein. Je loopt daar wat rond. Het is automatisme om daar rond te lopen.

V: Wat bedoel je met toentertijd?
A: Toen het afgesloten was.

(dossierpagina 418)

V: Je bedoelt toen de politie-inval was?
A: Ja.

V: Wie komen er allemaal in het gedeelte van de opslag van de containers?
A: Je bedoelt achterop?

(…)

Er zat een hek in, maar dat was niet op slot.

Je kunt van de achterkant van de lood kijken wat er op de opslagplaats ligt.

V: De zeecontainers waar wij het lab hebben aangetroffen zat daar geen hek?
A: Jawel. Dat hek was niet op slot.

V: Wie hebben er allemaal een sleutel?

A: Alleen degenen die in de containers konden, want die hebben zo’n slot. Die poort mocht wel op slot van mij, maar ik wilde er wel gewoon op kunnen.

V: Wat weet jij over degenen over wie jij het hebt?
A: Niet zoveel eigenlijk.

Ik denk dat ze in februari 2015 bij mij zijn geweest, omdat ze vernomen hadden dat er ruimte beschikbaar was.

Ik heb € 500,- voor de loods gevraagd. Dat vonden ze te veel.

(dossierpagina 419)

(…) Toen heb ik ze een container op de opslag aangeboden voor € 200,- per maand. Ze gingen erover nadenken en gingen weg.

V: Heb je iets op papier gezet?

A: Nee. Daar was nog geen sprake van. Twee weken later zijn ze teruggekomen voor de container op de opslag. Ze wilden wel dat de boel op slot kon. Ik meen dat ze toen € 200,- hebben gegeven en toen heb ik er lange tijd niks van gehoord. Ik denk dat ergens in augustus, toen is een van de twee terug geweest en heeft gezegd dat ze in de container wilde om er spullen in op te slaan. Ik heb gezegd dat dat mocht.

V: Heeft hij een tweede keer geld gegeven?
A: Op dat moment niet. Ze hebben in ieder geval in september de container gebruikt en de poort van de opslag op slot gedaan en de sleutel op het kantoor gegooid.

Ik denk dat ze eind september interesse hebben getoond om achter in de loods te komen. Ze hebben er ook nog een wand in gezet.

V: Wanneer heb je die wand gezien?
A: Die wand is twee weken voordat jullie er waren ontstaan.

12.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 juni 2016, met fotobijlagen, dossierpagina’s 429-443, betreffende de verklaring van [verdachte] , voor zover inhoudende:

(dossierpagina 431)

V: Wat wilden/zochten ze? Met welke vraag kwamen ze bij jou?
A: Ze hadden gehoord dat er ruimte te huur was.

Ik vroeg € 200,- voor een container.

V: Waar stond die container?
A: Op de opslag achter het hek.

V: Welke kleur had die container?
A: Een roest-achtige, toch?

O: Verbalisanten laten foto 6 zien
(hof: dossierpagina 442) .

A: Dat is de container ja.

(dossierpagina 432)

V: Gisteren heb je verteld dat ze terugkwamen. Wanneer was dat?
A: Volgens mij kwamen ze twee weken later terug dat ze die container wilden hebben voor opslag. Toen gebeurde er een hele tijd niks. Rond de vakantieperiode is die ene teruggekomen.

V: Wat is er nog afgesproken?
A: Die container was akkoord als het terrein afgesloten was, want de poort was los. Ze hebben toen zelf het slot meegenomen. Ik heb wel gezegd dat ik er zelf ook op wilde. Ik vond de sleutel van het slot in mijn kantoor.

(dossierpagina 433)

V: Ben je op het terrein geweest nadat de container op de opslag achter het hek verhuurd was?
A: Jawel.

Voetnoten

1. Hierna wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie, Eenheid Zeeland-West-Brabant, nummer ZBRAA15031 (Vuurpad), doorgenummerde dossierpagina’s 1-1132, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal en daarin gerelateerde bijlagen, alsmede geschriften. Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.