Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
incidenteel appel: de bestreden beschikking te vernietigen, voor wat betreft de afwijzing van het verzoek van de man een tijdelijke zorg- en contactregeling vast te stellen en opnieuw rechtdoende te bepalen:
3.De beoordeling
- het verzoek tot vernietiging van de erkenning van [minderjarige] door de heer [de stiefvader] op grond van misbruik van bevoegdheid, afgewezen;
- het zelfstandig verzoek van de bijzondere curator tot vernietiging van de erkenning van [minderjarige] door de heer [de stiefvader] toegewezen;
- de griffier gelast in het gezagsregister met betrekking tot [minderjarige] een latere vermelding van deze rechterlijke beslissing tot vernietiging van de erkenning toe te voegen;
- vervangende toestemming van de moeder verleend aan de vader tot erkenning van [minderjarige] ;
- het verzoek de verbetering van de geboorteakte c.q. doorhaling van de huidige erkenning door de heer [de stiefvader] te gelasten en te gelasten dat in de geboorteakte de erkenning door de vader wordt opgenomen, afgewezen;
- de navolgende voorlopige omgangsregeling vastgesteld tussen de vader en [minderjarige] : inhoudende dat de vader 1 keer per 14 dagen van 12.00 uur tot 16.00 uur omgang heeft met [minderjarige] , welke omgang plaatsvindt bij de vader thuis onder begeleiding van de zus van de moeder, dan wel de zus van de vader;
De enkele vrees van de moeder - zonder verdere concrete onderbouwing - maakt niet dat het hof kan vaststellen dat dit haar ongestoorde verhouding met [minderjarige] schaadt, dan wel dat dit de evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van [minderjarige] in het gedrang laat komen. De vader is de verwekker van [minderjarige] en wil zijn verantwoordelijkheid nemen. Het is voor [minderjarige] belangrijk dat hij mag vertrouwen op de volwassenen om hem heen en dat hij weet welke positie zij in zijn leven innemen. Dat betekent dat [minderjarige] ingelicht dient te worden over zijn afstamming. Gebleken is dat de ouders zich inmiddels hebben aangemeld bij Koraal ( [locatie] ) voor verdere hulpverlening bij de statusvoorlichting van [minderjarige] . Ook is de omgang tussen [minderjarige] en de vader in mei 2020 hervat. Het hof ziet alles overziende niet in dat door de erkenning van [minderjarige] door de vader het ongestoorde gezinsleven van de moeder met [minderjarige] in gevaar komt. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de vader heeft aangegeven dat de heer [de stiefvader] als stiefvader, ook na de erkenning door de vader, een belangrijke plaats in het leven van [minderjarige] zal blijven houden. Het hof gaat ervan uit dat de hulpverlening waar partijen zich voor hebben aangemeld hier zo nodig ondersteuning in kan bieden. Gelet op het voorgaande zal het hof de bestreden beschikking ten aanzien van de vernietiging van de erkenning en het verlenen van de vervangende toestemming tot erkenning van [minderjarige] door de vader bekrachtigen. Dit betekent dat aan het verzoek van de moeder ten aanzien van de aantekening in het gezagsregister niet meer wordt toegekomen.