ECLI:NL:GHSHE:2021:1127
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis inzake kinderpornografie met betrekking tot gevangenisstraf en tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 8 juli 2020 was gewezen. De verdachte was veroordeeld voor het verwerven, in bezit hebben en zich toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal, wat resulteerde in een gevangenisstraf van 10 maanden met aftrek van voorarrest. Daarnaast was de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 maart 2021 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit en een strafmaatverweer heeft gevoerd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis waarvan beroep in grote lijnen bevestigd kan worden, met uitzondering van de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de aftrek van voorarrest. Het hof heeft de bewijsvoering aangevuld en de kwalificatie van het bewezenverklaarde aangepast, waarbij het hof zich verenigt met de bewijsvoering van de rechtbank.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet in voorarrest heeft gezeten, waardoor de aftrek van voorarrest geen feitelijke grondslag heeft. De uiteindelijke beslissing van het hof was om het vonnis te vernietigen voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de aftrek van voorarrest, maar het vonnis voor het overige te bevestigen. De zaak is daarmee opnieuw beoordeeld en de verdachte is geconfronteerd met de gevolgen van zijn daden.