ECLI:NL:GHSHE:2021:1127

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 april 2021
Publicatiedatum
15 april 2021
Zaaknummer
20-001467-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis inzake kinderpornografie met betrekking tot gevangenisstraf en tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 8 juli 2020 was gewezen. De verdachte was veroordeeld voor het verwerven, in bezit hebben en zich toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal, wat resulteerde in een gevangenisstraf van 10 maanden met aftrek van voorarrest. Daarnaast was de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 maart 2021 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit en een strafmaatverweer heeft gevoerd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis waarvan beroep in grote lijnen bevestigd kan worden, met uitzondering van de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de aftrek van voorarrest. Het hof heeft de bewijsvoering aangevuld en de kwalificatie van het bewezenverklaarde aangepast, waarbij het hof zich verenigt met de bewijsvoering van de rechtbank.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet in voorarrest heeft gezeten, waardoor de aftrek van voorarrest geen feitelijke grondslag heeft. De uiteindelijke beslissing van het hof was om het vonnis te vernietigen voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de aftrek van voorarrest, maar het vonnis voor het overige te bevestigen. De zaak is daarmee opnieuw beoordeeld en de verdachte is geconfronteerd met de gevolgen van zijn daden.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001467-20
Uitspraak : 6 april 2021
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 juli 2020, parketnummer 02-302957-19 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, parketnummer 20-003039-14, in de strafzaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1945,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - het verwerven en het bezit van en het zich toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van voorarrest. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van de bij parketnummer 20-003039-14 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden.
Namens de verdachte is tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit en daarnaast een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep, met aanvulling van de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de in het dictum vermelde aftrek van voorarrest. Het hof zal in zoverre opnieuw recht doen.
Aanvulling bewijsmiddelen
De bewijsvoering behoeft, mede gelet op hetgeen in hoger beroep aan de orde is gekomen, aanvulling. Naast de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen komt de bewezenverklaring mede te berusten op het bewijsmiddel zoals hierna is weergegeven.
De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 23 maart 2021, voor zover inhoudende:
Het klopt dat ik bepaalde zoektermen die gerelateerd zijn aan kinderporno heb ingetypt. Het kan kloppen dat dit de termen zijn die door de politie in het dossier zijn opgenomen.
Nadere bewijsoverweging
Het hof zal het vonnis waarvan beroep tevens aanvullen met de navolgende overweging.
De raadsman heeft in hoger beroep, evenals in eerste aanleg, vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde.
De door de raadsman in hoger beroep aangevoerde gronden zijn in de kern gelijk aan hetgeen door de verdediging in eerste aanleg is betoogd en brengen het hof niet tot andere overwegingen of een ander oordeel dan de rechtbank. Het hof verenigt zich derhalve ook met de bewezenverklaring en de bewijsvoering van de rechtbank, met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Gelet op de bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs van de rechtbank die onmiskenbaar leiden tot navolgende kwalificatie, waarmee het hof zich verenigt, wordt het bewezenverklaarde dienovereenkomstig gekwalificeerd als:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich met gebruikmaking van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
Het dictum
Voor zover de rechtbank in het dictum van het vonnis heeft bepaald dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf, overweegt het hof dat de verdachte in deze zaak niet in voorarrest c.q. voorlopige hechtenis heeft verbleven en dat aftrek van die tijd derhalve feitelijke grondslag mist.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde en de bepaalde aftrek van voorarrest en doet in zoverre opnieuw recht:
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor vermeld;
bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. R.C.A.M. Philippart en mr. M.A.M. Wagemakers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. V.A. Batelaan, griffier,
en op 6 april 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.C.A.M. Philippart en mr. M.A.M. Wagemakers zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.