In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,- of 10 dagen hechtenis voor mishandeling van een slachtoffer op 20 juni 2017 te Helmond. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en een nieuwe veroordeling van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de politierechter niet voldeed aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering, wat leidde tot de vernietiging van het vonnis.
Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer met een bierfles tegen het gezicht heeft geslagen. De verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De bewezenverklaring is gebaseerd op de verklaring van het slachtoffer en getuigen. Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en de op te leggen straf bepaald op een geldboete van € 500,-, subsidiair 10 dagen hechtenis. Het hof heeft ook opgemerkt dat de redelijke termijn in de procedure is overschreden, maar dat dit geen invloed heeft op de hoogte van de opgelegde straf. De beslissing is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.