Uitspraak
[de man],
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg (C/01/343495 / FA RK 19-799)
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
volledigeinkomen van de man in 2017 ad € 59.775,- (dus ook de WW-uitkering, inkomsten uit loondienst en uitkering levensverzekering). De man licht niet toe waarom de jaarrekening uit 2018 qua resultaat is gecorrigeerd. Ook wordt door de man geen gewijzigde belastingaangifte overgelegd. Bovendien onderbouwt de man niet waarom hij in 2018 slechts eenmalig hogere baten zou hebben gehad. Voorts is onduidelijk wat de man bedoelt met het budgetplan. Ook dient voorbij te worden gegaan aan de schuld aan de ouders van de man, nu eerst in hoger beroep een leningsovereenkomst wordt overgelegd, en deze lening niet blijkt uit de belastingaangiftes van 2017 en 2018 van de man, terwijl de schuld dateert uit 2016. Ook ontbreken daadwerkelijke betaalbewijzen en geeft de man niet aan waar de schuld voor zou zijn aangegaan.
.
- Aandeel man: 1.462 / 1.609 x 979 = 890,-
- Aandeel vrouw: 147 / 1.609 x 979 = 89,-
- Aandeel man: 1.447 / 1.646 x 1.004 = 883,-
- Aandeel vrouw: 199 / 1646 x 1.004 = 121,-