Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/239798/HA ZA 17-458)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
2. [geintimeerde] primair veroordeelt tot betaling aan [appellanten c.s.] tegen een behoorlijk bewijs van finale kwijting van een bedrag ad € 43.000,- ter zake geleden schade, subsidiair tot betaling van een bedrag ad € 15.000,- en meer subsidiair een zodanig bedrag als de rechtbank billijk acht, alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 januari 2015 althans vanaf de dag van sommatie dan wel dagvaarding, alsmede te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.200,00,
3. [geintimeerde] veroordeelt in de proceskosten.
- dat niet is komen vast te staan dat [geintimeerde] ten opzichte van [appellanten c.s.] heeft gehandeld in strijd met de in overweging 3.5. van dit arrest gegeven gedragsnorm voor advocaten dan wel onrechtmatig heeft gehandeld bij zijn advisering van, of optreden namens, [appellanten c.s.]
- dat het hoger beroep van [appellanten c.s.] zal worden afgewezen en dat het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.