Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 januari 2019. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G.J. van Kerkhof, verzoekt de vernietiging van de beschikking waarin de vader, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. Mertens, gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind, geboren in 2013, is toegewezen. De moeder heeft in hoger beroep de grieven ingediend met betrekking tot de omgangsregeling en het gezag, maar trekt deze grieven tijdens de mondelinge behandeling in, waardoor het hof de moeder niet-ontvankelijk verklaart in haar verzoek. Het hof beoordeelt vervolgens de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De vader verzoekt om uitbreiding van de contactregeling, terwijl de moeder zich hiertegen verzet, onder andere vanwege de angst en weerstand van de minderjarige om naar de vader te gaan. Het hof overweegt dat de door de vader verzochte uitbreiding van de contactregeling in het belang van de minderjarige is en bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.