3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
Op 14 april 2016 heeft [appellant] van SLV een auto gehuurd, merk Chevrolet, type Corvette, kenteken [kenteken] voor de periode van 14 april 2016 17:00 uur tot 15 april 2016 17:00 uur. De kilometerstand bij het ophalen was 43.778. De huursom bedroeg € 150,= (inclusief 150 kilometers), te vermeerderen met € 0,35 per kilometer boven het vrije aantal kilometers. [appellant] heeft een borgsom betaald van € 600,=. Partijen zijn een eigen risico overeengekomen van € 1.500,= per schadegeval. Op de huurovereenkomst staat achter de tekst ‘Schade bij ophalen’ vermeld “Bumper L voor licht krasje”.
Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van SLV van toepassing (verder: AV). Artikel 7 en artikel 8 van deze voorwaarden luiden, voor zover van belang, als volgt:
“Artikel 7: Gebruik van het voertuig.
1. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan en ervoor te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt. (…)
2. Huurder is gehouden het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te brengen.
(…)
8. Het is huurder niet toegestaan (…) met het voertuig wedstrijden, snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidsproeven te houden.
(…)
12. In geval van schade of gebrek aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot verergering van de schade of van het gebrek, of tot vermindering van de verkeersveiligheid.
13. In geval van enige gebeurtenis waaruit schade kan voortvloeien, is huurder verplicht:
- verhuurder hiervan onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen;
- de instructies van de verhuurder op te volgen;
(…)
- gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en alle bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben aan verhuurder en aan diens verzekeraar te verstrekken;
(…).
Artikel 8: Aansprakelijkheid van de huurder voor schade.
1. Tenzij in de schaderegistratie die bij vertrek is opgemaakt anders is aangegeven, wordt huurder geacht het voertuig zonder zichtbare gebreken of beschadigingen te hebben ontvangen.
2. Huurder is aansprakelijk voor alle schade die is ontstaan ten gevolge van enige gebeurtenis tijdens de huurperiode of anderszins verband houdende met de huur van het voertuig, met inachtneming van het navolgende.
3. Indien er een eigen risico in de huurovereenkomst is overeengekomen, is de aansprakelijkheid van huurder voor schade aan het voertuig, uitgezonderd in geval van diefstal of vermissing, per schadegeval beperkt tot het bedrag van het eigen risico, tenzij:
- de schade is ontstaan tijdens of ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met de Wegenverkeerswet (WVW) of het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels (RVV).
- de schade is ontstaan tijdens of ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met artikel 7.
- de schade is ontstaan met goedvinden van, of door opzet of grove schuld van huurder.
(…)
10. Indien het voertuig met niet-rijdbare schade of aanzienlijke optische schade, ter beoordeling van verhuurder, ingeleverd wordt, zal naast de reparatiekosten ook een bedrag ter grootte van de daghuur in rekening gebracht worden, voor elke dag binnen de periode waarin het voertuig om deze reden niet verhuurd kan worden, tot een maximum van 14 dagen. (…) Deze kosten vallen buiten de verzekering c.q. het eigen risico.”
Bij het ophalen van de auto heeft [appellant] geconstateerd dat een waarschuwingslampje ging branden. Bij repliek voert SLV enerzijds aan dat zij dit betwist, anderzijds dat zij hierover met [appellant] heeft gesproken. Nu het één het ander uitsluit, gaat het hof ervan uit dat inderdaad over één of meer brandende waarschuwingslampjes is gesproken.
SLV heeft aanpassingen aan de auto verricht, waardoor de vering niet meer in de sportstand gezet kon worden en waardoor het uitschakelen van de traction control onmogelijk was gemaakt. Het uitschakelen van de sportstand van de vering leidt tot een foutmelding in de boordcomputer.
Ongeveer een kwartier na vertrek heeft [appellant] telefonisch contact opgenomen met SLV. Volgens [appellant] heeft hij zich beklaagd over het feit dat de motor inhield bij een hoog toerental, dat diverse waarschuwingslampjes gingen branden en dat hij de auto niet vertrouwde. Volgens SLV zou [appellant] hebben gemeld dat de auto oververhit raakte en slecht schakelde. SLV heeft [appellant] vervolgens geadviseerd te stoppen en de motor af te laten koelen en heeft – naar eigen zeggen – geadviseerd om de ANWB te bellen wanneer de problemen zouden aanhouden.
Op 15 april 2016 heeft [appellant] de auto weer ingeleverd bij SLV. SLV en [appellant] hebben de auto bij inlevering niet gezamenlijk geïnspecteerd. Bij die gelegenheid is [appellant] aangesproken op zijn rijgedrag (de auto was voorzien van een track & trace systeem) en is aan hem te kennen gegeven dat de auto eerst zou worden nagekeken voordat een eindafrekening zou worden opgesteld.
Na inlevering van de auto heeft SLV tijdens een proefrit bemerkt dat de auto slecht schakelde. In verband daarmee heeft SLV een afspraak gemaakt met een bedrijf dat gespecialiseerd is in automatische versnellingsbakken (ATR). Daar is de auto op 19 april 2016 naartoe gebracht.
Een medewerker van voormeld bedrijf heeft contact opgenomen met SLV en gemeld dat de auto aan de onderkant schade vertoonde, waarschijnlijk veroorzaakt doordat met hoge snelheid over een verkeersdrempel was gereden. Volgens de medewerker betrof het een verse schade.
Naar aanleiding van deze melding heeft SLV een verzekeringsexpert ingeschakeld. Dat heeft geleid tot een expertiserapport en een aanvullend rapport (productie 3 bij dagvaarding) welke beide zijn gedateerd op 29 september 2016. Volgens dit rapport heeft de expert zijn onderzoek uitgevoerd op 18 mei 2016, naar aanleiding van een opdracht die op 17 mei 2016 is gegeven. Het formulier onder het hoofd ‘OPDRACHT’ vermeldt onder meer het navolgende:
“SCHADEGEGEVENS
Schade bevindt zich : onderzijde
Stootrichting : 12 uur
Aangrijppunt : Midden voor
Schadeoorzaak : Ar. Vast object
(…)
Schadevaststelling
(…)
In deze rapportage is enkel de aanrijdingsschade opgenomen. De schade aan de transmissie is moedwillig toegebracht door de huurder en valt niet onder de dekking. (…)
Schadeoorzaak
De schade aan de voorzijde is veroorzaakt door een aanrijding met een verkeersdrempel. De schade aan de transmissie is veroorzaakt doordat door de aanrijding de luchtmassameter los is gedrukt waardoor de motor zeer slecht ging lopen en de schakeldruk van de transmissie verlaagd.
Ondanks de aanrijding en het zeer slechte lopen van de motor is de bestuurder doorgereden en heeft de transmissie kapot gereden.”
Het hof zal hierna een onderscheid maken tussen de schade aan het voertuig (de cascoschade) en de schade aan de versnellingsbak (de transmissieschade).
Bij het rapport zit een aanvullend rapport, waarin onder meer het navolgende is opgenomen:
“De auto heeft schade aan de voorzijde. Er is met behoorlijke snelheid een drempel geraakt waardoor het radiateurframe kapot is gedrukt. De voorbumper is beschadigd. Tevens is de radiateur en het luchtfilter omhoog gedrukt door de vervorming van het frame. Hierdoor is slang tussen luchtfilter en luchtmassameter en de inlaat op de motor losgedrukt. Om deze reden start de motor zeer slecht en loopt niet stationair.
Tevens is er een ernstige schade aan de transmissie aanwezig. De inwendige schade aan de transmissie is dusdanig groot dat deze vervangen moet worden. De oorzaak van de defecte transmissie komt doordat de bestuurder ondanks de schade en het zeer slechte lopen van de auto toch verder is gereden.
Doordat de luchtmassameter niet meer werkte doordat het luchtfilter en de luchtmassameter omhoog waren gedrukt, en de slang daardoor los is geschoten is de schakeldruk in de transmissie te laag geworden. Bij een lage motorbelasting is de schakeldruk tevens laag om soepel schakelen mogelijk te maken. De bestuurder heeft doordat de motor op toeren gehouden moest worden met een hoog toerental de transmissie meerdere malen ingeschakeld. De klap die de transmissie hierbij heeft gekregen is dusdanig groot geweest dat er mechanische schade aan diverse delen is ontstaan. Door de te lage schakeldruk is er inwendige slip ontstaan en zijn de pakketten verbrand.”
De cascoschade aan de auto is door de verzekeringsexpert vastgesteld op € 2.548,87 inclusief btw. Dit bedrag is op 28 september 2016 aan SLV gefactureerd door [autoschade] Autoschade B.V. De kosten voor het vervangen van de versnellingsbak bedroegen volgens een daarvoor door ATR gezonden factuur € 3.741,32 inclusief btw.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert SLV - zakelijk weergegeven - in conventie op verschillende gronden betaling van € 7.790,19, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten als vermeld in het petitum van de dagvaarding in eerste aanleg. Aan deze vordering heeft SLV, kort samengevat, ten grondslag gelegd dat [appellant] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder van de auto en dat zij, SLV, als gevolg daarvan een schade heeft geleden als gevorderd, waar [appellant] aansprakelijk voor is. Voor zover nodig komt het hof hieronder nader op de onderbouwing door SLV van haar vorderingen terug.
3.2.2.[appellant] heeft in conventie gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer komt erop neer dat hij betwist de schade in kwestie te hebben veroorzaakt. Ook op de onderbouwing van het verweer zal het hof, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende terugkomen. [appellant] heeft vervolgens een vordering in reconventie ingesteld. Hij vordert betaling van € 750,= te vermeerderen met rente en kosten als vermeld onder het petitum in de conclusie van eis in reconventie. [appellant] legt hieraan ten grondslag dat SLV hem een auto met gebreken heeft verhuurd, waarvan hij niet het normale huurgenot heeft gehad. Om die reden stelt [appellant] geen huur (€ 150,=) verschuldigd te zijn. Bovendien weigert SLV volgens [appellant] ten onrechte om de betaalde borgsom ad € 600,= terug te betalen.
3.2.3.In een rolbeschikking van 1 november 2017 heeft de kantonrechter de zaak naar de rol verwezen voor uitlating over door SLV ingebrachte producties. Vervolgens heeft de kantonrechter in een tussenvonnis van 14 februari 2018 in conventie SLV toegelaten om bij akte een nadere toelichting te geven omtrent haar stelling dat de schade aan de auto is veroorzaakt doordat [appellant] met te hoge snelheid over een verkeersdrempel heeft gereden. Tegen genoemd tussenvonnis wordt niet geappelleerd.
3.2.4.Nadat hierop nog een aktewisseling had plaatsgevonden, heeft de kantonrechter in het bestreden eindvonnis van 1 augustus 2018 [appellant] in conventie veroordeeld tot betaling van € 7.790,19 ten titel van schadevergoeding en tot betaling van € 764,51 wegens buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en proceskosten als vermeld in het bestreden vonnis. In reconventie heeft de kantonrechter de vorderingen van [appellant] afgewezen en de proceskosten gecompenseerd.