ECLI:NL:GHSHE:2020:853

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 februari 2020
Publicatiedatum
6 maart 2020
Zaaknummer
20-001957-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep van opzetheling van een personenauto na wijziging van de tenlastelegging

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, locatie Maastricht. De verdachte was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken voor opzetheling van een personenauto. Tegen dit vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die na wijziging van de tenlastelegging heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en de verdachte zal vrijspreken.

Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd, wat van invloed is op de grondslag van het onderzoek. De verdachte was ten laste gelegd dat hij in de periode van 9 tot en met 11 februari 2016 een personenauto had verworven, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Na het onderzoek op de terechtzitting is het hof tot de conclusie gekomen dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.

Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde opzetheling. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is op 26 februari 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet is geschaad in zijn verdediging door de verbeteringen in de tenlastelegging.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001957-18
Uitspraak : 26 februari 2020
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, van 4 juni 2018 in de strafzaak met parketnummer 03-147014-17 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep, is de verdachte terzake van opzetheling van een personenauto veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 weken.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof, na wijziging van de tenlastelegging, het vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de verdachte zal vrijspreken van hetgeen hem ten laste is gelegd.
Namens verdachte is vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat in hoger beroep de tenlastelegging - en aldus de grondslag van het onderzoek - is gewijzigd en omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
hij, in of omstreeks de periode van 9 februari 2016 tot en met 11 februari 2016, te Wijlre, althans in de gemeente Gulpen-Wittem, althans in Kissel, gemeente Heerlen, althans in Nederland, een goed, te weten een personenauto (Volkswagen Polo met VIN-nummer [VIN-nummer 1] , althans met VIN-nummer [VIN-nummer 2] ), heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De in de (gewijzigde) tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Met de advocaat-generaal en de raadsman, is het hof van oordeel dat op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door:
mr. E.N. van der Spoel, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. F.C.J.E. Meeuwis, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N. van der Velden, griffier,
en op 26 februari 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.F. Dekking is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.