ECLI:NL:GHSHE:2020:853
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep van opzetheling van een personenauto na wijziging van de tenlastelegging
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, locatie Maastricht. De verdachte was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken voor opzetheling van een personenauto. Tegen dit vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die na wijziging van de tenlastelegging heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en de verdachte zal vrijspreken.
Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd, wat van invloed is op de grondslag van het onderzoek. De verdachte was ten laste gelegd dat hij in de periode van 9 tot en met 11 februari 2016 een personenauto had verworven, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Na het onderzoek op de terechtzitting is het hof tot de conclusie gekomen dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde opzetheling. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is op 26 februari 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet is geschaad in zijn verdediging door de verbeteringen in de tenlastelegging.