ECLI:NL:GHSHE:2020:84

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
14 januari 2020
Publicatiedatum
14 januari 2020
Zaaknummer
200.246.827_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over schadevergoeding na beëindiging samenwerking in biotech project tussen Pimbio en Axxicon

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, vorderde PimBio B.V. schadevergoeding van Axxicon Moulds B.V. na de beëindiging van hun samenwerking in het kader van een biotech project. De samenwerking, die gericht was op de ontwikkeling van microfluïdische producten, werd beëindigd voordat het project was voltooid. PimBio stelde dat Axxicon toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van hun verplichtingen en vorderde onder andere schadevergoeding van maximaal € 24.999,-. De kantonrechter had de vorderingen van PimBio in eerste aanleg afgewezen, omdat zij niet had aangetoond dat Axxicon tekort was geschoten in haar verplichtingen.

In hoger beroep voerde PimBio vijf grieven aan en wijzigde zij haar eis. Het hof oordeelde dat de vorderingen van PimBio niet toewijsbaar waren. Het hof concludeerde dat er geen contractuele relatie was die Axxicon verplichtte tot schadevergoeding voor de extra kosten die PimBio had gemaakt na de beëindiging van de samenwerking. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, met wijziging van de gronden, en wees de gewijzigde vorderingen van PimBio af. PimBio werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van Axxicon op € 1.978,- voor verschotten en € 3.918,- voor salaris van de advocaat werden begroot.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.246.827/01
arrest van 14 januari 2020
in de zaak van
PimBio B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
hierna aan te duiden als Pimbio,
advocaat: mr. A.A.H.M. van der Wijst te 's-Hertogenbosch,
tegen
Axxicon Moulds [vestigingsnaam] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Axxicon,
advocaat: mr. R.H. Stam te Utrecht,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 13 november 2018 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, onder zaaknummer 6503907 10 / 10659 gewezen vonnis van 3 mei 2018.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 13 november 2018 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
  • het proces-verbaal van comparitie van 10 januari 2019;
  • de memorie van grieven met producties en eiswijziging;
  • de memorie van antwoord;
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

6.De beoordeling

6.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
6.1.1.
Pimbio is een biotech bedrijf. Het bedrijf ontwikkelt en produceert microfluïdische producten en technologieën op de “organ-on-a-chip” markt, met als doel: het mogelijk maken van de aanmaak van levende weefsels en complete organen voor wetenschappelijk onderzoek, regeneratieve geneeskunde en industrie.
6.1.2.
Axxicon is een bedrijf dat zich richt op de ontwikkeling, enginering, productie en verkoop van hoogwaardige matrijzen voor het spuitgieten van kunststofproducten en het verspanen van precisieonderdelen.
6.1.3.
De stichting Biotechnology Systems Platform (hierna: BSP) heeft tot doel: de bevordering van innovatie en samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen die actief zijn in de biotech en de hightech.
Met het oog op deze doelstelling heeft BSP een omvangrijk project, genaamd Innovatie Prestatie Contracten (hierna: IPC) opgezet. Binnen het IPC-verband voeren ondernemingen collectieve innovatieprojecten uit, dit onder begeleiding van een penvoerder.
6.1.4.
Pimbio en Axxicon melden zich in 2015 aan als deelnemers in IPC. Hun aanmelding betreft project C: “microfluidic 3D cell culture”. In het projectplan (productie 4 bij inleidende dagvaarding, pagina 15) is de doelstelling van dit (deel)project omschreven: Pimbio en Axxicon gaan gezamenlijk een ontwerp maken van een chip voor complexe weefselkweek in een organ-on-a-chip formaat, uitgaande van bestaande productieprocessen die verder ontwikkeld worden zodat hiermee massafabricage mogelijk wordt.
Als penvoerder (begeleider) van het project is de heer [de penvoerder] van Chematronics BV aangewezen.
6.1.5.
Via de heer [de penvoerder] is door Pimbio en Axxicon voor hun (deel)project subsidie aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Op deze subsidieaanvraag is toewijzend beslist: partijen hebben ieder een subsidie van € 25.000,- toegewezen gekregen.
6.1.6.
Met betrekking tot project C is in het hier bedoelde projectplan onder de kop “Planning en activiteiten” het volgende vermeld.
De ontwikkeling en evaluatie van het nieuwe massafabricage proces duurt maximaal twee jaar (24 maanden) en zijn verdeeld in de volgende stappen:
-
Ontwerpfase (januari 2016 – mei 2016)
Design en ontwerp van het prototype organ-on-a-chip. (…)
Pimbio zal een silicium chip insert definiëren die de beoogde scaffolds en kleine structuren mogelijk maakt. Axxicon zal dit vertalen naar een ontwerp voor de kunststof chip waarin deze insert past en te assembleren is. Daarnaast wordt door Pimbio de in- en uitvoer van vloeistoffen (microfluidica) gedefinieerd.
Resultaat: een weefsel specifieke chip design voor meerdere 2D en 3D weefseltypen.
-
Onderzoek en ontwikkeling tbv experimenteel prototype (juni 2016 – november 2016)
Geschikt maken van ontwerp voor fabricage techniek voor het produceren van een werkende experimentele prototype microfluidische chip;
De processen om de componenten te maken worden onderzocht. Voor de kunststof chip wordt door Axxicon de maatvoering, reproduceerbaarheid en geometrie om de insert te kunnen plaatsen uitgewerkt. Pimbio gaat de insert chip maken die past binnen de kunststof chip. (…)
Resultaat:
- een fabricage techniek voor het produceren van een werkende experimentele prototype
- een eerste experimenteel prototype.
-Ontwikkeling commercieel prototype (december 2016 – september 2017)
Ontwikkeling en evaluatie van een massafabricage techniek voor het produceren van een werkend commerciële prototype; (…)
Resultaat: een fabricage techniek voor het produceren van een werkende commerciële prototype.
-
Testen en evaluatie (oktober 2017 – december 2017)
Interne evaluatie door partners gezamenlijk van fabricage technologie en prototypes. Tevens zullen externe laboratoria worden betrokken.
6.1.7.
Partijen zijn per 1 januari 2016 met de uitvoering van het project gestart. Pimbio heeft, ter uitvoering van haar aandeel in fase 1, op 25 mei 2016 een schets, genaamd “microfluid channels option 1” aan Axxicon ter beschikking gesteld (productie 8 bij inleidende dagvaarding).
6.1.8.
Op 29 maart 2017 stuurt Pimbio (in de persoon van de heer [medewerker van Pimbio] ) aan Axxicon (in de persoon van de heer [de medewerker van Axxicon] ) een e-mail (productie 11 bij inleidende dagvaarding) met de volgende inhoud:
Beste [roepnaam van medewerker van Axxicon] ’
Hoe gaat het met jullie IPC project?
Het blijkt dat wij nog geen experimentele prototypen van de chip hebben maar wij moeten al commerciële prototypen ontwikkelen.
Hoe kan ik jullie helpen en hebben jullie nog iets van mijn kant nodig?
Graag hoor ik van jullie.
De heer [de medewerker van Axxicon] van Axxicon stuurt per e-mail nog dezelfde dag een antwoord aan de heer [medewerker van Pimbio] van Pimbio (productie 12 bij inleidende dagvaarding) met de volgende inhoud:
Hoi [roepnaam van de medewerker van Pimbio] ,
De chips zijn gespuitgiet.
We werken aan het bonding process.
Ben je morgenmiddag of vrijdagmiddag na 14.00 toevallig in de buurt van [plaats] ?
Dit zodat je de samples kan zien en we de details nog eens door kunnen nemen.
6.1.9.
Naar aanleiding van de mailwisseling vindt op 30 maart 2017 een meeting plaats bij Axxicon waarbij de gespuitgiete chips door Pimbio zijn beoordeeld.
6.1.10.
Pimbio heeft zich na deze meeting op het standpunt gesteld dat Axxicon zich mogelijk heeft schuldig gemaakt aan inbreuk op haar octrooirecht. Via haar advocaat schrijft zij op 2 april 2017 Axxicon aan, teneinde hierover helderheid te krijgen (productie 13 bij inleidende dagvaarding).
6.1.11.
Op 16 mei 2017 stuurt de heer [medewerker van Pimbio] van Pimbio aan de heer [de medewerker van Axxicon] van Axxicon een e-mail (productie 7 CvA) waarin de inhoud van een tussen hen op 15 mei 2017 gevoerd telefoongesprek wordt bevestigd. In dat gesprek heeft de heer [medewerker van Pimbio] aangekondigd dat Pimbio zonder Axxicon verder wil gaan. De hier bedoelde e-mail houdt onder meer in:
Verder heb ik aangegeven dat Pimbio in het IPC project verder wil gaan zonder nog activiteiten samen met Axxicon uit te voeren.
Ik heb dit eerder met [de penvoerder] besproken en deze gaf aan dat dit geen probleem was.
Ik heb [de penvoerder] als penvoerder gevraagd om de wijzigingen in het IPC projectplan en de begroting aan RVO door te geven en daar een goedkeuring van RVO voor te krijgen.
Jij hebt gevraagd wat de reden is dat Pimbio zonder Axxicon verder wil gaan in het IPC project.
Ik heb geantwoord dat:
- ik niet tevreden ben dat de chip die ik als onze IPC commerciële prototype heb gevraagd te maken nu als een commercieel product voor een van Axxicon klanten wordt gemaakt
- Pimbio meer dan 10% kosten aan de samenwerking heeft uitbesteed en het daarom nu is toegestaan om zonder verdere gezamenlijke activiteiten met Axxicon verder te gaan (aldus [de penvoerder] )
(…)
Vervolgens heb jij aangegeven dat Axxicon kosten heeft gemaakt om deze IPC subsidie te krijgen en kosten binnen het IPC project.
Ik heb het zo begrepen dat jij vindt dat Pimbio aansprakelijk zou zijn voor deze kosten. Ik heb aangegeven het daar niet mee eens te zijn.
6.1.12.
Pimbio en Axxicon hebben vervolgens op 30 mei 2017 een bespreking gehad met de penvoerder, de heer [de penvoerder] . In dit gesprek heeft Pimbio bevestigd dat zij zonder Axxicon verder wil gaan. Axxicon is hiermee akkoord gegaan, hetgeen betekent dat partijen gescheiden verder gaan werken aan het IPC project. Teneinde de toegekende subsidie veilig te stellen is afgesproken dat de penvoerder een aangepast projectplan zal opstellen en aan RVO zal voorleggen.
6.1.13.
De penvoerder zendt op 11 september 2017 een aangepast projectplan aan RVO (productie 12 bij CvA). In het aangepaste projectplan is uiteengezet dat Pimbio en Axxicon afzonderlijk van elkaar verder zullen werken aan het project.
6.1.14.
Nadat RVO (via de penvoerder) nadere vragen aan partijen heeft gesteld en na de ontvangst van de antwoorden, gaat RVO op 17 januari 2018 akkoord met het voorgestelde gewijzigde projectplan (productie 18 bij CvA).
6.1.15.
Pimbio heeft bij RVO bezwaar gemaakt tegen het voormelde besluit van RVO tot goedkeuring van het aangepaste projectplan, omdat voorbij is gegaan aan de voorwaarde die Pimbio had verbonden aan voortzetting van het project van haar kant, welke voorwaarde inhield: vergoeding door Axxicon van de extra kosten die Pimbio moet maken als gevolg van het feit dat partijen verder gescheiden zullen werken aan het project.
6.2.
Pimbio heeft Axxicon gedagvaard voor de kantonrechter. Zij vorderde in eerste aanleg (samengevat en na wijziging van haar eis):
I. voor recht te verklaren dat Axxicon toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens Pimbio uit de overeenkomst inzake het IPC (deel)project en derhalve de schade dient te vergoeden die Pimbio dientengevolge heeft geleden;
II. te ontbinden de tussen Axxicon en Pimbio tot stand gekomen overeenkomst wegens een toerekenbare tekortkoming van Axxicon;
III. Axxicon te veroordelen om aan Pimbio tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
a. in verband met fase 2 van het IPC project: een bedrag van € 19.166,17 met wettelijke
rente;
b. in verband met fase 3 en 4: een bedrag aan schadevergoeding nader op te maken bij staat
en te vereffenen volgens de wet, met dien verstande dat Pimbio haar vordering beperkt tot
een maximum van € 24.999,-;
IV. Axxicon te veroordelen in de proceskosten;
V. Axxicon te veroordelen in de nakosten.
6.3.
Aan haar vorderingen in eerste aanleg legde Pimbio ten grondslag:
a. a) het niet nakomen door Axxicon van haar verplichtingen uit fase 2 van het projectplan;
b) de, al dan niet impliciete, instemming van Axxicon met de voorwaarden die Pimbio had gesteld aan de wijziging van het projectplan;
c) de aanvullende en/of derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid.
6.4.
De kantonrechter heeft, bij vonnis waarvan beroep, de vorderingen van Pimbio afgewezen, na te hebben overwogen dat Pimbio haar stelling dat Axxicon is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit fase 2 van het projectplan, niet aannemelijk had gemaakt.
De kantonrechter overwoog voorts dat Pimbio aan haar stelling dat Axxicon te laat was met haar prestatie, geen consequenties noch een vordering heeft verbonden.
De kantonrechter las verder in de stellingen van Pimbio dat zij haar vorderingen mede wenste te baseren op schending door Axxicon van een octrooi van Pimbio. De kantonrechter heeft zich in zoverre onbevoegd verklaard om over het geschil te oordelen.
6.5.
Pimbio kan zich niet verenigen met het vonnis van de kantonrechter en heeft in hoger beroep vijf grieven tegen het vonnis aangevoerd. Tevens heeft zij in hoger beroep haar eis gewijzigd.
Pimbio vordert in hoger beroep dat het vonnis van de kantonrechter zal worden vernietigd en dat het hof, opnieuw rechtdoende (verkort weergegeven):
1. voor recht zal verklaren dat Axxicon toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met Pimbio, door te weigeren de schade te vergoeden voor fasen 2, 3 en 4, zoals weergegeven, onder meer, in de e-mails van Pimbio van 9 augustus 2017 en 18 oktober 2017;
2. Axxicon zal veroordelen om aan Pimbio als (schade)vergoeding te betalen:
- voor fase 2 het bedrag van € 19.166,17, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 18.150,- vanaf 8 november 2017 tot de dag van volledige betaling;
- voor fase 3 en 4 het bedrag van € 44.085,41, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 9 april 2018, althans 19 maart 2019;
- althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 augustus 2018;
3. Axxicon zal veroordelen in de proceskosten van beide instanties, met wettelijke rente;
4. Axxicon zal veroordelen in de nakosten met wettelijke rente;
5. althans een zodanige beslissing zal nemen zoals het hof in goede justitie vermeent te behoren.
Pimbio heeft niet alleen de inhoud van haar vorderingen gewijzigd, maar ook de grondslag ervan. In hoger beroep legt zij aan haar vorderingen (uitsluitend) het volgende ten grondslag:
primair:Axxicon is in het kader van de tweede overeenkomst tussen partijen (welke overeenkomst in de visie van Pimbio gesloten is na het besluit om de samenwerking in het kader van het IPC project te verbreken) verplicht om aan Pimbio alle extra kosten te vergoeden die zij als gevolg van de gescheiden voortzetting van het project moet maken, aan welke verplichting Axxicon niet heeft voldaan;
subsidiair:Axxicon is jegens Pimbio schadeplichtig in verband met het afbreken van de onderhandelingen over een tweede overeenkomst zoals hiervoor onder primair is bedoeld.
6.6.
Tegen de voormelde eiswijzigingen in hoger beroep is van de zijde van Axxicon geen bezwaar gemaakt. De wijzigingen zijn toelaatbaar. Het hof zal recht doen op basis van de in hoger beroep gewijzigde eis.
6.7.
Axxicon heeft, ook in hoger beroep, gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vorderingen van Pimbio. Voor zover nodig zal hierna op dit verweer worden ingegaan.
6.8.
De eerste twee grieven van Pimbio hebben betrekking op de feiten, zoals deze door de kantonrechter in diens vonnis waarvan beroep zijn vastgesteld. Bij die grieven heeft Pimbio geen belang. Het hof heeft immers hiervoor de tussen partijen vaststaande feiten
– voor zover in hoger beroep van belang – opnieuw vastgesteld. Op de feiten die tussen partijen in geschil zijn zal het hof in het navolgende ingaan, doch uitsluitend voor zover dit voor de beoordeling van de vorderingen in hoger beroep van belang is.
6.9.
Grief 4 van Pimbio is gegrond, in die zin dat in hoger beroep vaststaat dat octrooischending niet ten grondslag is gelegd aan de vorderingen van Pimbio.
6.10.
De grieven 3 en 5 van Pimbio lenen zich voor gezamenlijke beoordeling. Zij hebben betrekking op de vraag of Axxicon al dan niet gehouden is tot betaling aan Pimbio van de door haar gevorderde bedragen.
6.11.1.
Zoals vermeld legt Pimbio aan haar vorderingen primair ten grondslag dat Axxicon gehouden is de door Pimbio geleden en nog te lijden schade te vergoeden op grond van een tussen partijen gesloten “tweede overeenkomst”. Het hof begrijpt dat de tweede overeenkomst – in de visie van Pimbio - gesloten is na de beëindiging van de samenwerking van partijen in het IPC project en dat die tweede overeenkomst inhoudt:
a. a) de beëindiging van de samenwerking in het IPC project;
b) de afspraak dat partijen zelfstandig verder zullen gaan met het project, met dien verstande dat een gewijzigd projectplan aan RVO zal worden voorgelegd teneinde de verstrekte subsidie veilig te stellen;
c) de verplichting van Axxicon om Pimbio volledig schadeloos te stellen voor de extra kosten die Pimbio moet maken als gevolg van de verbreking van de samenwerking van partijen.
6.11.2.
Axxicon betwist de hiervoor onder a) en b) genoemde afspraken niet, met dien verstande dat zij zich op het standpunt stelt dat van een contractuele relatie tussen partijen geen sprake is. In de visie van Axxicon hebben partijen zich in het kader van het IPC project verbonden jegens RVO, maar niet jegens elkaar.
In ieder geval betwist Axxicon dat zij gehouden zou zijn Pimbio schadeloos te stellen voor de extra kosten die Pimbio moet maken als gevolg van het verbreken van de samenwerking van partijen. Zij wijst erop dat zij nimmer heeft toegezegd dat zij aan Pimbio een schadevergoeding zal betalen. Integendeel: zij acht juist Pimbio schadeplichtig omdat het Pimbio is geweest die zich eenzijdig uit de samenwerking in het IPC project heeft teruggetrokken.
6.11.3.
Het hof stelt vast dat door Pimbio niet is gesteld dat Axxicon expliciet akkoord is gegaan met betaling van schadevergoeding aan haar. Volgens Pimbio vloeit de gehoudenheid van Axxicon tot betaling van schadevergoeding voort uit het feit dat het aan Axxicon bekend was dat Pimbio aan de instemming met het gewijzigde projectplan na de beëindiging van de samenwerking tussen partijen, de voorwaarde had verbonden dat zij door Axxicon schadeloos gesteld zou worden. Volgens Pimbio is Axxicon vervolgens, door in te stemmen met het gewijzigde projectplan, stilzwijgend akkoord gegaan met betaling van schadevergoeding aan Pimbio.
6.11.4.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan (artikel 6:217 BW). Aanvaarding van een aanbod kan uitdrukkelijk of stilzwijgend geschieden. Of van een stilzwijgende aanvaarding sprake is, hangt af van wat partijen uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
In dit verband acht het hof de volgende feiten en omstandigheden van belang:
- de beëindiging van de samenwerking van partijen in het IPC project is een initiatief van Pimbio geweest. Bij die beëindiging is door haar niet het voorbehoud gemaakt dat Axxicon haar de te maken extra kosten zou vergoeden. Integendeel: het was juist Axxicon die Pimbio aansprakelijk hield voor de schade als gevolg van van de eenzijdige beëindiging van de samenwerking, zoals blijkt uit de hiervoor onder 6.1.11 geciteerde e-mail van 16 mei 2017;
- pas in een e-mail van15 juli 2017, gericht aan de penvoerder, met kopie aan Axxicon (productie 27 bij MvG) noemt Pimbio een schadeloosstelling door Axxicon als mogelijke optie bij gescheiden voortzetting van het project;
- in de e-mail van 9 augustus 2017, gericht aan de penvoerder, met kopie aan Axxicon (productie 14 bij inleidende dagvaarding), deelt Pimbio mee dat zij, in het kader van de gewijzigde voortzetting van het IPC project, van Axxicon een schadevergoeding van
€ 15.964,- verlangt;
- in een e-mail van 18 september 2017, gericht aan de penvoerder, met een kopie aan Axxicon (productie 13 bij CvA) schrijft Pimbio:
“Wanneer ik niet uiterlijk volgende vrijdag 22 september om 15:00 bericht ontvang dat het gewijzigde projectplan akkoord is, dat ik uitstel heb om mijn werkzaamheden uit te voeren en dat Axxicon mijn schade vergoedt die het gevolg is van het niet nakomen van verplichtingen door Axxicon, dan verzoek ik je om op korte termijn een afspraak samen met RVO, Pimbio, Axxicon en BSP-platform te organiseren. Ik wil de situatie en alle vertragingen samen bespreken om tot een werkende oplossing te kunnen komen.”
- op 18 oktober 2017 stuurt Pimbio aan Axxicon een e-mail (met kopie aan de penvoerder) ter zake van het gewijzigde projectplan (productie 15 bij inleidende dagvaarding) met de volgende inhoud (voor zover thans van belang):
“Ik kan akkoord gaan met deze tekst om te versturen naar RVO. Echter dit doet niets af aan hetgeen ik in eerdere correspondentie met jou/ [de penvoerder] heb aangegeven (zie mijn e-mail d.d. 9 augustus 2017 09:47). (…) Kortom, ik ga akkoord met verzending van deze tekst naar RVO maar behoud mij jegens Axxicon nadrukkelijk alle rechten voor. Waaronder het recht om vergoeding te vorderen van alle door mij geleden schade. Tenzij ik binnen 24 uur na verzending van deze email het bericht ontvang dat Axxicon bezwaar maakt tegen deze uitleg, zal ik [de penvoerder] laten weten dat de tekst naar RVO verzonden kan worden.”
- Op 19 oktober 2017 stuurt Pimbio een e-mail aan de penhouder, met kopie aan Axxicon (productie 16 bij CvA) met de volgende inhoud:
“Beste [de penvoerder] ,
Axxicon heeft niet gereageerd op mijn email d.d. 18 oktober 2017 13:22 en dat betekent dat Axxicon is akkoord gegaan met haar aansprakelijk voor de door Pimbio geleden schade.
Ik verzoek de tekst met de antwoorden naar RVO sturen.”
-op 25 oktober 2017 stuurt Pimbio aan Axxicon een sommatie om een bedrag van
€ 15.000,- aan schadevergoeding te betalen, onder voorbehoud van rechten ten aanzien van overige schade (productie 17 bij inleidende dagvaarding);
- op 27 oktober 2017 stuurt Axxicon aan Pimbio een e-mail (productie 18 bij inleidende dagvaarding) met als inhoud:
“Axxicon heeft een inspanningsverplichting binnen het IPC project en is deze nagekomen. Je aansprakelijkheidsstelling is daarmee ongegrond.”
6.11.5.
Naar het oordeel van het hof mocht Pimbio uit de voormelde gang van zaken redelijkerwijs niet afleiden dat Axxicon zich jegens haar heeft verbonden om haar schadeloos te stellen voor de extra kosten die Pimbio zou moeten maken in verband met de wijziging van het oorspronkelijke IPC projectplan.
6.11.6.
Pimbio heeft aangeboden bewijs te leveren voor het bestaan van de tweede overeenkomst, maar dat aanbod wordt door het hof gepasseerd. Er zijn door Pimbio geen concrete feiten of omstandigheden te bewijzen aangeboden die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden dan hiervoor is vermeld.
6.11.7.
De conclusie is dat de vorderingen van Pimbio niet toewijsbaar zijn op de primaire grondslag.
6.12.1.
Subsidiair stelt Pimbio zich op het standpunt dat Axxicon jegens haar schadeplichtig is wegens afgebroken onderhandelingen. Zij voert in dit verband aan dat het bij Axxicon bekend was dat Pimbio alleen maar aan het gewijzigde projectplan wilde en kon meewerken als zij de daarmee gemoeide extra kosten van Axxicon vergoed zou krijgen. Pas op 27 oktober 2017, dus ruim ná het indienen van het gewijzigde projectplan bij RVO, heeft Axxicon aan haar kenbaar gemaakt dat zij die extra kosten niet wenste te vergoeden. Volgens Pimbio was Axxicon daartoe in dat stadium niet meer gerechtigd.
6.12.2.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Bij haar vordering op de subsidiaire grondslag gaat Pimbio ervan uit, zo begrijpt het hof, dat partijen in onderhandeling waren over een nieuwe (samenwerkings)overeenkomst, nadat hun samenwerking op basis van het oorspronkelijke IPC projectplan was geëindigd. Naar het oordeel van het hof is die vooronderstelling onjuist. Partijen hadden nu juist (op 30 mei 2017) besloten níet meer met elkaar samen te werken, met dien verstande dat, met het oog op het behoud van de toegekende subsidie, een aangepast projectplan aan RVO moest worden gepresenteerd, inhoudende dat partijen bij de verdere voortgang van het project gescheiden zouden opereren.
6.12.3.
Voor zover Pimbio bedoeld heeft te stellen dat partijen in onderhandeling waren over een vergoeding aan Pimbio wegens geleden en nog te lijden schade en dat Axxicon de onderhandelingen daarover niet had mogen afbreken, kan die stelling evenmin worden aanvaard. Uit de gang van zaken, zoals hiervoor onder 6.11.4 vermeld, moet worden geconcludeerd dat van onderhandelingen over een aan Pimbio toe te kennen schadevergoeding, geen sprake is geweest.
6.12.4.
Met betrekking tot het bewijsaanbod van Pimbio met betrekking tot de subsidiaire grondslag van haar vorderingen geldt eveneens dat geen concrete feiten of omstandigheden te bewijzen zijn aangeboden die, indien bewezen, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden dan hiervoor is vermeld. Om die reden wordt ook dit bewijsaanbod gepasseerd.
6.13.
Pimbio heeft aan het slot van haar memorie van grieven nog te bewijzen aangeboden dat Axxicon haar verplichtingen uit fase 2 van het oorspronkelijke projectplan, niet is nagekomen. Dat bewijsaanbod acht het hof, gelet op de grondslag van de vorderingen van Pimbio in hoger beroep, onvoldoende relevant, zodat het wordt gepasseerd.
Voor het overige moet het bewijsaanbod aan het slot van de memorie van grieven als te vaag worden aangemerkt zodat het aanbod ook in zoverre wordt gepasseerd.
6.14.
De eindconclusie is dat het vonnis waarvan beroep dient te worden bekrachtigd, met wijziging van de gronden zoals in het voorgaande is vermeld. De gewijzigde vordering in hoger beroep moet worden afgewezen.
Pimbio dient, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.

7.De uitspraak

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep met wijziging van de gronden zoals in het voorgaande is vermeld;
wijst af de in hoger beroep gewijzigde vorderingen van Pimbio;
veroordeelt Pimbio in de kosten van het hoger beroep en begroot die kosten aan de zijde van Axxicon op € 1.978,- voor verschotten en op € 3.918,- voor salaris van de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, L.S. Frakes en G.J.S. Bouwens en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 14 januari 2020.
griffier rolraadsheer