In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte op 18 september 2017 is veroordeeld voor diefstal in vereniging tot een gevangenisstraf van 10 dagen. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf van 7 dagen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de camerabeelden bekeken die op de dag van de diefstal zijn gemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij de diefstal van levensmiddelen uit een Albert Heijn in Eindhoven. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, maar het hof oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal. Het hof vernietigt het vonnis van de politierechter en legt een gevangenisstraf van 2 weken op, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Tevens wordt de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf gelast.