Het hof is met de rechtbank van oordeel dat voldaan is aan de wettelijke vereisten voor een (verlenging) van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing.
Bij beschikking van 18 april 2019 heeft het hof reeds overwogen dat de kinderen vanwege de hevige echtscheidingsstrijd van de ouders bekneld raken en zij daarbij forse loyaliteitsproblemen ondervinden. Aangezien de ouders niet in staat waren (en zijn) om met elkaar te communiceren en te overleggen, is het lange tijd ook niet mogelijk geweest om de voor de kinderen noodzakelijke hulpverlening in te zetten.
Bij de moeder bleken er bij herhaling belemmeringen te zijn waarbij zij ofwel volgens haarzelf geen hulpvraag had, ofwel voorwaarden aan de hulpverlening stelde ofwel haar goedkeuring niet verleende.
Inmiddels zijn de zorgen over de (gezondheid van de) moeder toegenomen. Zij voert, zo is ook tijdens de mondelinge behandeling gebleken, een strijd om de waarheid boven tafel te krijgen en deze strijd wordt steeds heviger, waardoor het haar niet meer lukt om de belangen van de kinderen op de eerste plaats te zetten en haar eigen aandeel in de ontstane situatie te zien.
De moeder lijkt niet in te zien hoe schadelijk het voor de kinderen is dat zij op het verleden blijft teruggrijpen en dat zij koste wat kost haar gelijk wil halen, waarbij zij geen enkel middel schuwt. Zo plaatst zij filmpjes en berichten op social media, waarbij zij niet alleen de (familie van de) vader, maar ook derden, onder wie hulpverleners, diskwalificeert. Dit is geenszins in het belang van de kinderen.
De moeder blijft daarbij benadrukken dat zij een lieve moeder is die in staat is voor de kinderen te zorgen, maar zij ziet niet wat de gevolgen van haar handelen voor haar kinderen zijn. De verwijdering tussen haar en de kinderen wordt hierdoor enkel groter.
Daar komt bij dat de moeder de kinderen in de ouderstrijd betrekt. Niet alleen door het gebruik van social media, waarvan de kinderen ook kennis hebben genomen, maar ook anderszins. Zo zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] na een heftig conflict tussen de moeder en [minderjarige 1] over de omgang al een keer naar de vader gevlucht, waarbij [minderjarige 1] het huis via een balkon of dakraam heeft verlaten. Nog recenter heeft er een incident plaatsgevonden tussen de moeder en [de meerderjarige dochter] , de meerderjarige dochter van de ouders, waarbij [de meerderjarige dochter] achter het stuur van de auto zat en de moeder tijdens het rijden op de snelweg op een gegeven moment de sleutels uit het contact heeft proberen te halen. [minderjarige 2] bevond zich op dat moment op de achterbank. Nog daargelaten dat de moeder op dat moment tegen de afspraken in met [de meerderjarige dochter] en [minderjarige 2] is meegereden, heeft de moeder door deze wijze van handelen haar beide dochters ernstig in gevaar gebracht.
Voornoemde incidenten ondersteunen het reeds bestaande vermoeden dat het in het belang van de kinderen én de moeder is dat zij zich openstelt voor professionele hulp. Inmiddels is de situatie van de kinderen dermate verslechterd, dat de GI zich genoodzaakt heeft gezien om het contact tussen de kinderen en de moeder tijdelijk op te schorten, teneinde de nodige rust te creëren.
Alhoewel het hof beseft dat de vader ook een aandeel heeft in de strijd, wordt bij de vader gezien dat hij de belangen van de kinderen op de eerste plaats zet en hij zijn medewerking aan de hulpverlening onvoorwaardelijk verleent. De kinderen lijken zich bij de vader steeds meer op hun plek te voelen en zij ervaren meer rust. De vader ondervindt veel steun vanuit de ondertoezichtstelling en een positieve ontwikkeling daarbij is dat het diagnosticerend onderzoek bij de kinderen inmiddels heeft plaatsgevonden, zodat de kinderen eindelijk geholpen kunnen worden door middel van een gericht hulpverleningstraject.